Namibië

Sossusvlei, Etosha, kokerbomen en meer (2007)

Reisverslag Namibië - 2007

Sossusvlei, Etosha, kokerbomen en meer

/reisverslagen/afrika/namibie/reisverslag/08-09-augustus-2007-luederitz-kolmanskop-aus-betta/

(c) Wouter en Carin van de Weerd


Lüderitz, Kolmanskop, Aus, Betta

Woensdag 8 augustus (Lüderitz)

 

We slapen uit tot ongeveer 7 uur. We hebben de hele nacht in bed liggen schudden. De wind beukte over de camping. Af en toe schudde het zo hard dat ik me bedacht dat áls er een aardbeving zou zijn, wij dat niet zouden merken. We schudden toch al.

We gaan naar Kolmanskop. Dit is een ‘ghosttown’ op ongeveer 15 km van Lüderitz. Dit stadje was ‘booming’ tussen 1908 en 1914. In die periode werden in dit gebied diamanten gevonden. Om Kolmanskop in te mogen, moeten we bij een ‘touroperator’ in Lüderitz kaartjes kopen (40 N$ pp). Het stadje is tot 1 uur open en er zijn 2 rondleidingen. Wij gaan mee met de rondleiding van half 10.

De gids vertelt enthousiast en ze brengt het stadje enigszins tot leven. Dat is een compliment want het is echt een ‘ghost town’. Door de kapotte ramen en deuren zijn sommige huizen half vol met zand gestoven. Een paar gebouwen zijn gerestaureerd. Wij vinden vooral de met zand gevulde vervallen huizen het mooiste.

Het waait nog steeds hard. We worden van alle kanten gezandstraald. En met al dat zand in mijn ogen vraag ik me af waarom ik niet de mode gevolgd heb van de grote zonnebrillen. Dat zou nu heerlijk zijn geweest; ogen afgeschermd door enorme brillenglazen.

In de hoogtijdagen woonden er 1000 mensen in Kolmanskop. In die tijd werden er heel veel diamanten gevonden. Per persoon vonden ze 200 karaat diamant per dag! Dat zijn ongeveer 40 stenen ter grootte van een duimnagel! Dat deden ze zo’n 6 jaar lang. Een waanzinnige hoeveelheid diamant dus. Het bijzondere is dat ze er niet voor hoefden te graven of bikken. De stenen lagen gewoon voor het oprapen in het zand. De wind blies het losse zand weg. De zwaardere diamanten kwamen naar het oppervlak en bleven liggen. De diamantzoekers lagen hier dan ook zij aan zij plat voorover in het zand om de grond af te kunnen speuren. Alle stenen moesten worden afgegeven aan de directeur/eigenaar van het gebied. Om diefstal te voorkomen werd een röntgenapparaat ingezet, totdat bekend werd dat röntgenstralen kanker zou kunnen veroorzaken.

De inwoners van Kolmanskop kregen voor hun werk gratis brood en water. En ik neem aan dat ze ook salaris kregen. Veel arbeiders kwamen uit Duitsland, maar er werkten ook Namibiërs afkomstig uit alle hoeken van het land. In het dorp was een ziekenhuis, een school, een bakker, slager, gemeenschapshuis, een zwembad en een ijsfabriek. Daar werd ijs gemaakt om de koelkasten koud te houden.

Ik win een miljoen aan ‘imaginary dollars’. Ik raad het goede antwoord op de vraag van de gids: waar komen de kolen vandaan die ze hier gebruikten om elektriciteit op te wekken? Dus ik noem het meest onwaarschijnlijke antwoord dat ik kan bedenken: Germany. Goed!

De rondleiding door het stadje duurt een klein uurtje. Daarna zijn we aan koffie toe. In de (gerestaureerde) stadshal van Kolmanskop kopen we cappuccino en ‘lemon pie’. Mjummie!

Daarna gaan we op eigen houtje nog wat huizen in om de bijzondere zandophopingen te fotograferen. Betreden van de gebouwen is op eigen risico. Daar kunnen we ons wel wat bij voorstellen als we zien dat een plafond door het gewicht van het zand naar beneden is gekomen.

Als we om 12.45 uur Kolmanskop verlaten is de wind gaan liggen en de zon brandt flink. We gaan terug naar Lüderitz om te lunchen. We gaan uit eten in de haven. Nu de wind weg is, kunnen we op het terras zitten met uitzicht op de haven (Restaurant Richie’s). Het eten is erg lekker en de bediening is bijzonder vriendelijk. Daarbij is het eten niet duur (Griekse salade 250 N$ ofwel €2,50; seafood curry 55 N$ ofwel €5,50) en de wijn is zelfs belachelijk goedkoop (58 N$ ofwel €5,80 per fles!). We zitten er lekker; op en top vakantie!

We doen inkopen in de plaatselijke supermarkt waar ik tot mijn schrik in het vriesvak, naast de kip, een diepgevroren pofadder zie liggen. Yek!

We willen het gebied ten zuiden van Lüderitz gaan bekijken. Dit was ooit verboden terrein vanwege de diamantindustrie. Nu is het een natuurgebied waar ook flamingo’s voorkomen. De weg er naartoe is afgesloten. Jammer maar helaas. We moeten over gaan op plan B. Plan B is het bezoek aan “Goerke Haus”. Dit is volgens onze reisgids een ‘must see’. Maar dit huis blijkt alleen toegankelijk tot 4 uur. En dat is het al bijna. Jammer dan! We schakelen over op plan C. Plan C bestaat uit ansichtkaarten kopen en deze naar huis sturen. Ook wel weer eens leuk, na vele vakanties alleen e-mails gestuurd te hebben. Er moet nodig weer een nieuwe kaart bij de verzameling op de wc van Wouter’s ouders. In het postkantoor kopen we prachtige postzegels; haast jammer om ze weg te sturen.

We gaan terug naar de camping op Shark Island bij Lüderitz. We eindigen ons dagje met boekje lezen, zonsondergang kijken, douchen, wat eten en spelletje doen.

In de supermarkt hebben we een ‘mosbal’ gekocht om vanavond bij de koffie te nuttigen. Het ziet er uit als een moorkop maar dan helemaal bedekt met chocoladehagel. We zijn benieuwd!

 

Donderdag 9 augustus (Lüderitz – Betta)

 

We verlaten Lüderitz. Onze tweede nacht op Shark Island is gelukkig rustiger verlopen dan de eerste. Er was haast geen wind. Het is zelfs zo rustig weer dat er niet eens zand over de weg waait als we Lüderitz uitrijden. Borden waarschuwen automobilisten voor wind en zand. Je moet er langzamer rijden en bulldozers zijn de hele dag bezig om de weg berijdbaar te houden. Maar dat alles is vanochtend dus niet nodig. Er is geen wind en geen zand op de weg. Het is haast saai!

We rijden van Lüderitz, via Aus en Helmeringhausen naar Betta. Bij Aus (Little Aus Vista) doen we een geocache. Deze cache brengt ons in een gebergte waar je vanaf de top een prachtig uitzicht hebt over de vlakte richting de kust. We starten de wandeling op 1450 meter hoogte en de cache ligt op 1550 meter. En dan te bedenken dat we in Lüderitz op zeeniveau zijn gestart vandaag. Alles lijkt kurkdroog, maar er bloeien veel bloemetjes. We zien ook een roofvogel met een prooi tussen zijn poten. Hij gaat op een steen zitten om de prooi lekker op te peuzelen. De roofvogel maakt lange halen met zijn kop om de prooi uit elkaar te trekken. Fascinerend!

Na Aus verlaten we het asfalt. Vanaf nu zullen we in alle waarschijnlijkheid lang geen asfalt meer zien. We gaan richting Sossusvlei en Namib Naukluft Park. En daar zijn alle wegen van gravel. Wij én de camper rammelen af en toe compleet uit elkaar als we over een ‘wasbordje’ rijden. Het is inspannend rijden, zowel voor de chauffeur als, verrassend genoeg, voor mij als bijrijder.

De omgeving vandaag is weer prachtig. We rijden over mooi gekleurde vlaktes omlijst met afwisselende bergen. De hoofdkleuren zijn rood (van het zand en de bergen) en licht geel (van het dorre gras). We zien regelmatig wild onderweg. Altijd leuk voor de afwisseling: struisvogels, gemsbokken, springbokken.

We zijn zo mooi op tijd in Helmeringhausen dat we besluiten om door te rijden naar Betta. Dat is 100 km verder. Hier komen we net voor zonsondergang aan. Onze vrees dat de camping vol zou zijn blijkt ongegrond. Wij en een eenzame fietser (ja ook hier heb je dus van die idioten) zijn de enige campeerders.

Op de camping warmen ze het water op met behulp van een vuur onder een watervat. Dat werkt maar matig. We hebben een bijzonder frisse douche. De kampeerplekken zijn mooi aangelegd. Dat mag ook wel voor de prijs die ze er voor vragen; 175 N$ voor 2 personen, 1 nacht).