Zaterdag 21 september
We are going on a adventure!
We hebben heerlijk geslapen, koel vanwege de airco en elk een breed bed. Uitgerust beginnen we aan wat een enerverende dag zal worden.
We hebben een uitgebreid ontbijtbuffet met allemaal verschillende soorten verse warme broodjes. We herpakken onze tassen zodat we één tas in het hotel kunnen achterlaten. Om half 9 staan we klaar voor de pick up door Bala Tours waarmee we naar een lodge in de pampas gaan. Dit is vanuit Rurrenabaque, in de tegengestelde richting van de jungle. We zien veel potentiele taxi’s voorbij komen als een half uur later een auto van Bala voor ons stopt met een chauffeur en gids Aurelio. Zij dachten waarschijnlijk dat de pick up om 9 uur zou zijn. In dat geval zijn ze keurig op tijd. Na een korte stop bij het kantoor van Bala gaan we op pad. Het heeft vannacht geregend en ook nu begint het weer te spetteren. Er wordt nog even bij een huis gestopt een touw te pakken en wij denken nog “Touw?”
Als we het asfalt verruilen voor een dirt road begint het goed te plenzen (Ruta 8). Dan blijkt dat de weg een grote renovatie ondergaat. Ons avontuur kan beginnen. De weg verandert in één grote modderpoel. We rijden door diepe prutsporen en dikke plassen. Het verbeteren van de weg doen ze hier met veel zand. We voelen geen vastigheid zoals puin of grint onder de wielen en we glijden door de blub als over ijs. Gelukkig heeft de chauffeur wel opgelet bij zijn slipcursus. Rustig tegensturend leidt hij ons door deze enorme modderpoel. Bijna vier uur lang, ongeveer 100 km. Ondanks de blubber is er toch nog tijd om te stoppen om een luiaard (2x) en heel veel jabiru’s en woodstorks in het water langs de weg te zien. We maken een foto vanuit de auto, uitstappen is geen optie.
We kennen drie hachelijke momenten onderweg. We rijden gelijk op met nog een andere auto van Bala Tours. Het eerste probleem ontstaat als zij vast komen te zitten in de modder. Onze gids (een rasoptimist en groot voorstander van het benadrukken van de bright side of life) noemt dit “a small problem, they are a litte bit stuck”. Ze zijn snel weer los en we kunnen verder. Vele kilometers later komen wij vast te zitten: slippende bandjes en de lucht van brandend rubber. Als de chauffeur probeert los te komen, lijken we alleen maar verder weg te zakken. Nu komt het touw van pas. De andere auto trekt ons los en we kunnen weer verder. Echt eng wordt het als ook de vrachtauto’s met laadbakken ten behoeve van de wegwerkzaamheden, vast komen te zitten in de modder. We rijden langs twee vrachtauto’s die van de weg zijn gezakt en door een grote heftruck weer losgetrokken en rechtgezet moeten worden. Één vrachtauto begint daarbij ongecontroleerd over de weg te glijden, langzaam onze kant op. Archh!! Gelukkig zit hij tijdig weer vast in de modder en blijven wij ongedeerd. Ik was er niet gerust op en ook Wouter informeerde bij de gids of het niet een goed idee zou zijn om even achteruit te rijden, een beetje meer uit de buurt van de schuivende vrachtauto’s. Wonder boven wonder komen we 4,5 uur na vertrek aan bij de lodge. Zeker als je weet dat we deze glibbertocht hebben afgelegd in gewone auto’s. Wij hadden het in een 4WD al een bizarre onderneming gevonden. In een gewone auto is het helemaal bijzonder dat de chauffeur ons hierdoor heeft geloodst en dat we slechts één keer vastgezeten hebben.
Onze lodge ligt in het Nationaal Park Yacuma (toegang tot NP 150 Bolivianos p.p., contant te betalen) en bestaat uit een verzameling bamboe hutjes onder palmbomen aan de rivier. Als we aankomen staat er al een señora klaar om ons de kamer te wijzen en even later staat er een dampende lunch op tafel. Het eten is heerlijk en er zijn heel veel verschillende gerechten.
Na de lunch gaan we om 15 uur op pad met de boot de rivier op (tot ongeveer 18.45 uur). Onze gids bestuurt de boot en maakt ons ook wegwijs in alle verschillende soorten vogels die we zien. We dobberen veelal zonder motor met de stroom mee. Heerlijk stil en in een rustig tempo zodat we de tijd hebben om de vogels te zien en te fotograferen. We zien heel veel verschillende soorten vogels en ook vele capibara’s en kaaimannen op de oevers. Drie keer zien we black howler monkeys in de bomen langs het water. Toppie!
Ook het avondeten is weer heel lekker en ook nu weer met ongeveer acht verschillende gerechten. Na het eten helpt de gids ons met behulp van zijn vogelboek met het op naam brengen van alles wat we gezien hebben. Dat scheelt thuis weer een hoop opzoekwerk. We hebben vandaag al de volgende vogels gezien: red capped cardinal, rufus tailed jacamar, heron, rufus tiger heron, striated heron, egret, vermillion flycatcher, pygmee owl, great horned owl, cormorant, ringed kingfisher, amazon kingfisher, buff necked ibis, squirrel cuckoo, woodstork, grey necked wood rail, whattled jacana, lesser kiskadee (familie van flycatcher), pied water tyriant (lijkt op kwikstaart), caracara, black collared hawk, king vulture, roseate spoonbill, great egret, maguari stork, jabiru, hoatzin. En ook vele capibara’s, kaaimannen en zwarte brulapen. Een goede dag!
Er is elektriciteit in de lodge van 18.30 tot 21.30 uur, opgewekt door een generator. Verrassend genoeg heeft deze ‘eco’ lodge geen zonnepanelen. Of eigenlijk hebben ze wel zonnepanelen, maar de batterijen zijn kapot. En de baas vindt het opnieuw aanschaffen van batterijen te duur. Een generator op benzine is goedkoper. Het lijkt er vooralsnog op dat ze het enige echte ‘eco’ aan deze lodge is, dat ze niet op beesten jagen. Ook de boot wordt namelijk aangedreven door een benzine motor in plaats van door een elektrische motor. Het label ‘eco’ zegt hier dus niet zo veel helaas.
Zondag 22 september
We starten de dag met een feestje
Waar in de jungle de douche te heet was om onder te staan, komt er hier weer gewoon koud water uit de douche. Onverwarmd, koud. Ik fris er lekker van op en ben gelijk wakker. De kok heeft weer heerlijk eten gemaakt. Dit keer staan er verschillende ontbijtgerechten (als buffet) op ons te wachten: vers fruit, boerenomelet, in olie gebakken kaas empanada’s een soort droge kaas donuts, pannekoekjes, …. Te veel om allemaal te proeven. En alle schalen zijn mooi versierd met fruit en groente die in de vorm van bloemen zijn gesneden. Ontbijt is een feestje.
Na het ontbijt gaan we met de boot stroomafwaarts op weg naar een veld waar anaconda’s zitten. Anaconda’s? Ja van die grote slangen. Dús gaan we het veld in en ze zoeken. Het voelt als een déja vu. Op de Galapagos eilanden (in 2005) waren white rif sharks, dús we gingen het water in om te snorkelen. Ik wil best een anaconda in het echt zien, maar of ik ook degene wil zijn die ‘m vindt? Daar ben ik nog niet helemaal uit.
Eerst zitten we nog veilig in de kano en kunnen we rustig genieten van de vele vogels, schildpadden en ontelbaar veel kaaimannen. Ook de capibara’s zijn weer present op de oever van de rivier. We zien ze in alle maten en alle mogelijke gezinssamenstellingen. De kleinste zijn nu ongeveer een jaar oud. Ma is alweer zwanger van de volgende lichting. Zij zullen in oktober-november geboren worden.
De plek om anaconda’s te vinden, blijkt een riet-moeras veld te zijn. We verlaten de kano en gaan op pad het veld in. Dapper stappend door het hoge gras met onze rubber laarzen aan (gekregen van de lodge, gelukkig!) en prikkend met onze stok. Het is een mooi gebied. In het meer zwemmen vele vogels, waaronder roze lepelaars. In de verte zien we een nandoe. Ook leuk. Al prikkend lopen we om het meer heen. Na een tijdje vraag ik Aurelio waar de nandoe is gebleven. Hij heeft de vogel weg zien lopen richting het bos. We zoeken en prikken rustig verder. Alsof we meedoen aan een zoekactie van de politie naar een vermist persoon. Langzaam lopend, naast elkaar, een paar meter uit elkaar. Dan schrik ik me helemaal de blubber. De nandoe had zich verstopt in het hoge gras. Als ik te dichtbij kom, springt hij op en fladdert er vandoor. Zo zoek je een anaconda en vind je een nandoe. Dat is even schrikken. Aurelio lacht zich een rotje.
De gids van een andere groep vindt een anaconda. Het is een volwassen slang. Een enorm beest. Ik ben blij dat ik ‘m niet gevonden heb. Op veilige afstand is het interessant om zo’n beest te zien. Vlak naast je voet als je door het kniehoge gras loopt, is toch een heel ander verhaal.
Na ons anaconda-avontuur en wandel-uitje gaan we met de kano terug naar de lodge. Tijd voor de lunch. Die ziet er wederom prachtig uit en is heerlijk. De tegenstelling tussen de staat van de lodge en de kwaliteit van het eten, vind ik groot. De lodge is in staat van ‘vergane glorie’: netjes maar zeer eenvoudig en met wat achterstallig onderhoud aan gezamenlijke ruimten en relaxplekken. De kok en de bediening zijn niet alleen goed in wat ze doen, ze zijn ook erg vriendelijk.
Na de siësta gaan we piranha vissen. Daar stellen we ons niet al te veel van voor, maar het blijkt een leuke en ontspannen exercitie. Ons vistuig bestaat uit een klosje met visdraad, een haak en stukjes rauw vlees. Ik vang meteen bij mijn eerste poging een gele piranha. Wat een onverwacht succes. Beginnersgeluk? Ik blijf de hele middag redelijk succesvol. Ik denk dat ik in totaal zes tot zeven vissen vang, allemaal piranha’s: gele rode en witte. Sommigen zijn te klein en gaan terug het water in. Anderen gaan mee voor het avondeten. Het duurt even voor Wouter beet heeft en hij vangt eerst een heel klein visje. Het blijkt een jonge catfish. Die moet terug het water in. Daarna vist hij nog een grote piranha en een grote snake headed fish het water uit. We hebben heel vaak bíjna beet. Met grote regelmaat zijn de piranha’s ons te slim af en blijven we achter met een lege vishaak: geen vlees en geen vis.
Als de horseflies actief worden, moeten we de pijpen aan onze afritsbroeken ritsen. Zittend kijk ik omhoog: …. Een aap! Wij blijken de hele tijd onder een boom met apen gevist te hebben. Ze zitten in een open boom lekker bladeren en paarse bloemen te eten. De vissen moeten even wachten. We zijn ‘even’ afgeleid.
We wisselen af en toe van visstek. Als de zon zakt, worden de vliegen actief en daarmee ook de vogels die insecten vangen en eten. De flycatchers en redcapped cardinals vliegen ons om de oren. En als het begint te schemeren ook de vleermuizen en de night hawks. We varen in het donker terug naar de lodge. In het licht van onze zaklampen lichten de rode ogen van de kaaimannen op het land en in het water op. Op sommige plekken is het een soort file van achterlichten. Allemaal rode lichtjes op een rijtje. Heel veel kaaimannen dus. Gaan we hier morgen tussen zwemmen als we gaan proberen met de roze rivier dolfijnen te zwemmen? Ik kan me er nog niets bij voorstellen. Of beter: ik kan me er van alles bij voorstellen.
Als we terugkomen bij de lodge is het 19.15 uur en blijken we elf piranha’s en één snake headed fish te hebben gevangen (naast alle vissen die we weer in het water terug hebben gegooid).
Maandag 23 september
Zwemmen met piranha’s en kaaimannen
We ontbijten op tijd (6.30 uur) om vroeg richting de roze rivier dolfijnen te kunnen vertrekken. Zij leven stroomopwaarts en door de lage waterstand kunnen we niet hard varen. Om 7.10 uur zitten we in de boot. Aurelio manoeuvreert ons over de rivier tussen alle takken en ander drijvend materiaal door. Wij genieten van het uitzicht en de rust. Op de oevers liggen grote hoeveelheden kaaimannen. Ik tel op een strandje van ongeveer 20 meter, 19 kaaimannen. De capibara’s zijn lekker gras aan het eten of genieten van een modderbad. Steeds als ik twee capibara’s zie die rustig naast elkaar op het strand staan te herkauwen, moet ik aan Ed en Willem Bever van de fabeltjeskrant denken. Een duo, vierkant hoofd en onverstoorbaar.
Hoatzins vliegen paniekerig op als we voorbij varen. Tiger herons trekken zich discreet terug verder de kant op en ringed kingfishers vliegen voor ons uit. Zo trekt het pampas leven rustig aan ons voorbij tot we bij een boom met squirrel monkeys komen.
Dan is de rust voorbij. De aapjes zijn nieuwsgierig, niet bang en hebben honger. Aurelio blijkt bananen te hebben. Wij wisten dat niet, maar de aapjes wel. Ze klimmen de boot op en klauteren over ons heen. Ze gebruiken de toeterlens van Wouter als opstapje, modderpoten achterlatend. Ik ben geen voorstander van het voeren van wilde beesten en hen op deze manier afhankelijk maken van mensen. Maar ik moet bekennen dat dit toch wel dikke pret is. Aurelio praat het voeren van bananen goed door te zeggen dat bananen natuurlijk voedsel zijn voor de apen. En daarom niet fout. Tuurlijk, we gaan maar mee met deze discutabele redenering. De aapjes zijn opvallend licht van gewicht. Ik voel hun koude pootjes op mijn blote benen en armen, maar hun gewicht voel je nauwelijks. Earl Grey (onze Europese korthaar kater) is veel zwaarder! De boot met de andere Nederlanders die ook in de lodge verblijven, komt er ook bij liggen. Ook zij hebben bananen aan boord. Als het vreetfestijn van de aapjes is afgelopen trekken ze weer de bomen in en varen wij verder.
Even later kondigt Aurelio aan dat we op het stuk van de rivier komen waar roze rivierdolfijnen voorkomen. De rivier is hier dieper. En zowaar komt er iets grijzigs boven het water uit, waarvan Aurelio met overtuiging zegt dat dit een moeder dolfijn is met haar jong. Wij doen hard ons best om een glimp van de dolfijnen op de foto vast te leggen. Dat valt niet mee. Aurelio vertelt dat dolfijnen nieuwsgierig zijn en mogelijk dichterbij komen als je in het water bent. Ik trek dus toch maar mijn badpak aan en probeer de kaaimannen en piranha’s uit mijn hoofd te zetten als ik me in het vieze prutwater laat zakken. Hup het water in, onder toeziend oog van een capibara. Ik fris er wel even lekker van op. Het is warm vandaag (35-40°C), net als in de jungle van Madidi. Hier zijn gelukkig geen muggen en vliegen overdag (die waren er in Madidi helaas wel). Dat maakt het verblijf in de pampas een stuk aangenamer. Maar goed, terug naar de dolfijnen. Ik zwem en spetter wat rond maar de dolfijnen lijken eerder weg te zwemmen dan dat ze dichterbij komen. Geen dolfijn te zien. Wel komen steeds meer smalle koppies boven het water uit. Ik kijk rond en tel er minimaal negen op ongeveer vier meter bij me vandaan. Slangen? Ik doe mijn best om de toenemende paniek niet in mijn stem te laten doorklinken als ik Aurelio vraag wat dit zijn. Schildpadden. Pfff. OK. Ook leuk.
Moe van het tegen de stroom in zwemmen om op mijn plaats te blijven, klim ik de kano weer in. Wouter gaat ook even te water. Ook nu blijven de dolfijnen op veilige afstand. We varen nog een stukje verder, naar een ander diep stuk in de rivier. We zien een paar keer ruggen en een staart, maar een herkenbare dolfijn zien we niet.
Dan is het tijd om terug te varen. Nu met de stroom mee, dat gaat sneller en makkelijker dan de heenweg. We hebben nog net tijd om te douchen, na onze zwem- en zweetpartij, voor de lunch wordt geserveerd. Na de lunch pakken we onze tas en rijden we terug naar Rurrenabaque. De weg is inmiddels opgedroogd. In plaats van opspattend water zien we nu stof. Veel stof. We rammelen en schudden over de weg terug naar de stad. In Nederland zou zo’n weg afgesloten zijn en zou je omgeleid worden. Hier rijdt alles gewoon tussen de bouwtrucs door. De 100 km lange weg is één grote wegwerkzaamheid en je vraagt je af wanneer dit ooit af komt. Volgens Aurelio zijn ze al twee jaar bezig en moet er ooit asfalt over het zandpad gelegd worden, maar wanneer?
We worden afgezet bij ons hotel “Hotel Maya Amazonia”. Het zwembad lonkt en het duurt niet lang voor we er in liggen. De rest van de middag relaxen we in de tuin rond het zwembad.