Bolivia

Diverser wordt het niet (2019)

Reisverslag Bolivia - 2019

Diverser wordt het niet

/reisverslagen/zuid-amerika/bolivia/reisverslag/10-12-september-2019-toposi-tupiza-uyuni-tour-dag-1/

(c) Wouter en Carin van de Weerd


Toposí - Tupiza - Uyuni tour dag 1

Dinsdag 10 september

Koukleumen

We hebben geen vast omlijnd plan als de dag start. Veel toeristen maken hier een excursie naar Cerro Rico, waar je onder begeleiding van een (ex-) mijnwerker de zilvermijnen kunt bezoeken. Men zegt dat het bezoek en de verhalen van de mijnwerkers grote indruk maken op iedereen die er geweest is. Ik lees vooral over mijnen waar nog explosieven worden gebruikt als je er rondloopt, waar je naar beneden glijdt en waar je deels door moet kruipen om vooruit te komen. En ik denk aan de incidenten in Chili die het nieuws in Nederland hebben gehaald. Ik hoef niet zo nodig. Er zijn ook thermale baden in de omgeving, maar de foto’s op internet doen ons besluiten om ook die aan ons voorbij te laten gaan.

Na het ontbijt gaan we de stad in en bezoeken we twee andere must see’s van Potosí: Casa Real de la Moneda en Convento-museo Santa Teresa. Beiden zijn alleen met een gids te bezoeken.

In Casa Real de la Moneda hebben we een Engels sprekende gids en een tour van 1,5 uur (40 Bolivianos p.p. en 20 Bolivianos om foto’s te mogen maken). De reisgids waarschuwde ons voor de kou, dat was niet onterecht. Het is heel koud binnen. De Casa is in de tweede helft van de 17e eeuw gebouwd als muntgebouw. Ze sloegen hier, naast slechts drie andere plaatsen in Latijns Amerika, munten voor landen die door de Spanjaarden overheerst werden. Onze gids is trots op deze bijzondere prestatie en vertelt aan de hand van munten, walsen, persen, et cetera alles over de geschiedenis van de munten die hier zijn geslagen. Er zijn ook schilderijen en religieuze kunst te zien. Ik vind het gebouw en het hele munt-proces het meest interessant.

De Inca’s geloofden dat zilver tranen van de maan waren en goud tranen van de zon. Deze materialen kwamen van goden en Inca’s gebruikten ze ook alleen om religieuze afbeeldingen en voorwerpen mee te maken. Toen kwamen de Spanjaarden. Zij namen veel goud en zilver mee naar Europa. De Inca’s dachten daarmee eerst dat de Spanjaarden goden waren en lieten toe dat ze de edelmetalen meenamen. Toen ze doorhadden wat er echt aan de hand was, was er al veel verscheept ter eer en glorie van alleen de Spanjaarden zelf.

Na Casa Real de la Moneda gaan we lekker in het zonnetje op Plaza 10 de Noviembre zitten om op te warmen. We zijn door en door koud. Ik heb wat hoogteziekteverschijnselen vandaag: hoofdpijn en een maag die van streek is. We willen daarom eenvoudig en beperkt lunchen. We komen terecht bij een klein restaurantje gerund door een echtpaar en zoon. Ma kookt, pa en zoon doen de bediening. De menukaart is beperkt en biedt slechts één optie: Almuerzo completo. Ik zal wel zien hoe ver ik kom. De zaak zit vol met lokale bevolking. Een TV strijdt met muziek om wat het beste te horen is. We eten salade, soep, rijst met kip en patat en als toetje banaan met een vanillesausje en chocolade hagelslag. En ik maar denken dat hagelslag iets typisch Nederlands is. Het is een ontzettend leuke eenvoudige lunchplek (“Todo Queso” op de kruising van Linares en de Millares). En het goede nieuws is dat, afgezien van wat darmkrampen, mijn maag en darmstreek zich verder rustig houden.

We houden een uurtje siësta met een boekje in de zon op de patio voor onze hotelkamer. Het is warm, haast té. ’s Middags gaan we naar een plek waar we weer enorm zullen afkoelen, maar dat weten we nu nog niet.

Na de rustpauze lopen we naar Convento Museo Santa Teresa. Dit is een Karmelieten klooster waar in het nieuwe gedeelte nu nog zes nonnen leven. Het oude kloosterdeel is een museum en open voor bezoekers (30 Bolivianos p.p. en 15 Bolivianos om foto’s te mogen maken). We sluiten aan bij een Franse groep. De gids spreekt Frans en Engels en wisselt steeds van taal (soms ongemerkt in één zin). We krijgen een rondleiding door het klooster dat tot rond 1970 in gebruik was. Van rijke families trouwde over het algemeen de oudste dochter, de middelste ging het klooster in en de derde dochter in het leger. De meisjes waren slechts 15 jaar als ze het klooster in gingen. Dan namen ze afscheid van familie, lieten hun mooie kleren en bezittingen achter bij de poort en lieten hun haar kort knippen. Eenmaal in het klooster hadden ze geen contact met de buitenwereld. Ze woonden dezelfde kerkdiensten bij als hun stadsgenoten, maar dan vanachter een gordijn in een aparte ruimte. Ze ontvingen de hosti door een klein deurtje, handelden in etenswaren en medicijnen met bewoners van Potosí door middel van een ingenieus systeem van een gesloten tourniquet. En ze hadden slechts één keer per maand één uur contact met hun familie: alleen praten, aanraken en zien was verboden. Ze richten hun hele leven op devotie en contemplatie. Ze hadden alle tijd om prachtige jurken te maken en te versieren met borduurwerk voor de Maria beelden. Een Maria beeld kreeg welke twee maanden een nieuwe jurk aan. De gids ratelt het ene bijzondere weetje na het andere in rap Engels en Frans. Er is bijvoorbeeld ook een afzichtelijke kerststal. Dit is een grote glazen vitrine met daarin een traditionele kerststal, met daarom heen de grootste uitdragerij van kitsch die je je maar kunt voorstellen. Allemaal giften van familie van de nonnen tijdens kerstmis. Het is een bonte verzameling die weinig meer met het traditionele kerstverhaal te maken heeft.

Na ruim twee uur staan we weer buiten, wederom tot op het bot verkleumd. Het was zo koud binnen! Zeker een bezoek waard, maar kleed je alsof je gaat kijken bij de Elfsteden tocht. De zon is inmiddels bijna onder, dus opwarmen in de zon zit er niet meer in. We kopen water voor morgen en maken nog wat foto’s van de mooi gekleurde gebouwen in het zachte avondlicht en gaan dan snel terug naar het hotel. Daar staat de verwarming lekker aan! Ons avondmaal bestaat uit cola en sultana’s. Veel meer kan de tummy toch niet hebben.

 

Bouwput Bolivia

We verbazen ons over de vele huizen die nog in aanbouw zijn, nog niet af zijn en toch al bewoond worden. Dat blijkt een verrassende reden te hebben. Als een huis af is moet de Boliviaan er belasting over betalen. Een huis wel bewoonbaar maken en niet helemaal af bouwen, is dus veel goedkoper. Hierdoor oogt Bolivia wel als één groot bouwproject.

 

Woensdag 11 september

Een reis met hindernissen

Gelukkig zitten we in een vroeg ritme. De wekker staat op 6.15 uur. Om 6.45 uur kunnen we ontbijten. Als we rond 7.15 uur een taxi hebben, komen we op tijd op het busstation voor onze bus naar Tupiza. De bus vertrekt om 8.15 uur (denken we). Alles gaat volgens plan, tot het vertrek van de bus. De tassen zitten al in de bus, de motor is gestart en dan komt er een politieman de bus in die de chauffeur verbiedt te vertrekken. Ergens op de route naar Tupiza is een auto- of motorrace op de doorgaande weg. We mogen pas weg als de race is afgelopen om half 1. OK. No drama lama.

We laten de tassen in de bus en gaan op zoek naar een plek waar we kunnen zitten en waar ze koffie hebben. Gek genoeg kan dat niet in het busstation. Geen koffie. We lopen het busstation uit. Aan de overkant van de weg is een universiteitsterrein. Er van uit gaande dat dit een openbaar terrein is, volgen we de borden naar een cafetaria. Met hulp van een groep studenten vinden we het cafetaria op de bovenste verdieping van één van de gebouwen. Ze verkopen koffie, maar alleen mét broodje. Het duurt even voordat we elkaar begrijpen, wij en moeder en dochter die de scepter zwaaien over de keuken en counter. Maar het lukt om koffie en een broodje te krijgen. Omringd door studenten genieten wij van het uitzicht.
Vanaf het dak zien we een klein groen parkje. Dat is onze volgende stop. Er zijn een paar ongemakkelijk zittende boomstammetjes waar we op neerstrijken met een boekje, omringd door in lama vorm gesnoeide struiken. Wouter spreekt de profetische woorden: “Gelukkig hebben we wat rek in het programma, omdat we pas morgenochtend aan de tour naar Uyuni vertrekken vanuit Tupiza”.  Om 12 uur zijn we weer bij de bus. Die vertrekt om 12.30 uur. Mooi.

Als we aan de rand van Potosí komen, stopt de bus, rijdt achteruit en keert op een onmogelijk smal punt. Ai, wat zou er aan de hand zijn? De chauffeur licht het toe: Er is een roadblok verderop de weg. Een betoging tegen het één of ander. Dit zal tot rond 15.30 uur duren. We kunnen wachten of een andere route nemen. Die is alleen wel langer. Dat duurt dus langer en kost meer benzine. Er wordt een tijdje gedebatteerd binnen en buiten de bus door iedereen die zich ermee wil bemoeien. Dan wordt democratisch (?) het besluit genomen dat we omrijden en dat elke passagier 10 Bolivianos betaalt voor de extra benzine.
Onze tweede poging om Potosí uit te komen, start om 13.30 uur. We gaan weer op weg. We hobbelen en slingeren door dorpjes en door uitgestrekte leegtes. We stoppen één keer zodat we naar de baño kunnen en wat eten en drinken kunnen kopen. Tijdens de busrit wordt een videofilm getoond: een boks- /gevangenisfilm met geluid op oorlogssterkte. Wij zitten pal onder de boxen en vragen ons serieus af of we hier gehoorbeschadiging aan over houden. Als de film is afgelopen, zijn we blij. Maar dan komt deel 2, en deel 3, en ook nog deel 4. De hele route lang, van 12.30 tot 19 uur.

Als we in Tupiza aankomen verlangen we naar stilte en een bed. Het is al donker. Op het station worden we tot ons verrassing opgewacht door de lokale reisagent ‘La Torre’. Hij neemt ons mee naar zijn bureau waar hij vertelt wat we de komende dagen gaan doen. Dan brengt hij ons naar ons onderkomen van vannacht: Aparthotel La Colonia. Onze kamer blijkt een enorm appartement. Spiksplinternieuw! Jammer dat we er maar zo kort van kunnen genieten nu we zo laat zijn. We gaan een hapje eten , pinnen geld om toegang tot de natuurparken te kunnen betalen (ongeveer 420 Bolivianos p.p.) en de fooi voor de gids (ongeveer 5 USD per persoon, per dag, volgens onze reisagent in Nederland). Om 22 uur lig ik total loss in bed. Lekker.

 

Een boodschap van algemeen nut

We zien Bolivianen de hele dag door eten: koekjes, zelf gebakken chips, nootjes, vage vloeibare substanties (soep? sap?) aardappels en groenten, een soort chemisch felgekleurde gels, et cetera. Alles zit in kleine plastic zakjes. Ook het drinken. Ze bijten een punt van het zak je af en slurpen het eruit. Soms zit er vernuftig een rietje in geknoopt. Dit is een hele economie op zich. De Bolivianen kopen dit bij kleine tijdelijke stalletjes en bij verkopers op kleedjes langs de weg. Iedereen kan wat te eten en te drinken komen uitventen. En als er geen klanten zijn, dan nemen ze zelf even lekker een nootje. Voor ons is het een mooi schouwspel om te bekijken als we op een bankje op een plein zitten. Ik kan daar enorm van genieten. Dit genieten slaat echter al snel om in ergernis. Al die plastic zakjes, plastic bakjes, plastic rietjes worden op de grond gegooid als het op is. De gemiddelde Boliviaan laat achteloos, zonder er bij na te denken en zonder ook maar enige gêne de verpakking uit de handen vallen, zodra het eten of drinken op is. In de bus van Sucre naar Potosí doen vader en dochter voor mij soms het raampje open. We zitten in de zon en ik denk ‘lekker even wat frisse lucht’. Maar het raam gaat alleen open om het afval naar buiten te kieperen. Dan gaat het raampje weer dicht. Het lukt me niet om mijn verbazing en afkeuring te onderdrukken en slaak steeds weer een kreet van ontzetting als het gebeurt. Ik moet mijn tong afbijten om er niets van te zeggen. Dat zou me met mijn beperkte Spaans trouwens ook absoluut niet lukken.

De bermen langs de weg zijn één grote vuilnisbelt. Plastic ligt in de berm en hangt aan het prikkeldraad. Alleen tijdens onze vier daagse trip van Tupiza naar Uyuni door diverse natuurgebieden zijn de bermen schoon. Toeristen weten zich kennelijk beter te gedragen. Zodra we weer een plaatsje naderen, neemt de hoeveelheid rotzooi in de wegkant weer toe.

Op straat zie je het ook aan de lopende band om je heen gebeuren. Leeg? Weg ermee! Het in een prullenbak gooien? Nee jôh! Ik heb steeds de neiging om het op te rapen en het in de vuilnisbak te gooien (die bijna altijd wel in de buurt staat), maar weet niet goed wat voor reactie ik hier als betweterige toerist mee los maak en doe dus niets. Mijn afkeuring is groot, mijn onmacht ook.

Nu heb ik het volgende bedacht, naar voorbeeld van een educatieve actie in Potosí. Daar stonden twee zebra’s bij een drukke oversteekplaats met zebrapad. Deze twee in zebra-pakken geklede jongeren leerden automobilisten te stoppen en voetgangers voorrang te vragen bij een zebrapad. Een ludieke actie. En hoognodig, want een zebrapad in Bolivia betekent niet veel. Daar oversteken is niet veiliger voor een voetganger dan op een willekeurige andere plek. Dat was voor ons ook even wennen.

Dus stel: Je laat een aantal als hond verklede mensen op de centrale pleinen rondlopen en elke keer als iemand afval op de grond gooit beginnen ze enorm te hoesten en hijgen alsof ze stikken. Stikken van al het plastic dat ze binnen krijgen. Of elke keer als iemand afval op de grond gooit, gaat er een alarm af met daarna feitelijke informatie over hoe lang het duurt voor plastic afbreekt, hoeveel beesten er aan dood gaan en op hoeveel meter afstand een afvalbak staat.

Zou het helpen?

 

Donderdag 12 september

Ademloos genieten

De man van het plaatselijke tourbureau La Torre, komt ons om 7 uur ophalen en brengt ons weer naar zijn bureau waar ook een klein hotel is. Daar krijgen we ontbijt. Om 7.30 uur zijn we klaar om te gaan. We gaan komende dagen op pad met Edwin (chauffeur) en Hilda (kokkin, tevens nicht van Edwin). Edwin is nog druk bezig om de 4x4 in te pakken en het één en ander op het autodak vast te binden. Er gaat een hoop mee: een gasfles, veel eten, slaapzakken, … Om 8 uur is ook de auto klaar om te gaan en na nog wat boodschappen gedaan te hebben (groente, brood) rijden we Tupiza uit.

We verlaten als snel het asfalt en rijden een gravelweg op. Het is zonnig, de lucht is strak blauw, maar door de hoogte en het vroege tijdstip is het nog frisjes. De thermometer in de auto geeft vandaag een temperatuur aan die varieert van 3 – 20 °C. Soms waaien we uit ons broek en soms staan we heerlijk in het zonnetje. We rijden door prachtige landschappen. Denk: Landmannalaugar (IJsland), Bryce Canyon (USA), omgeving San Pedro de Atacama (Chili) en daar dan een mix van. Indrukwekkend. We zijn nog maar net buiten Tupiza als ik mijn eerste lama zie. We zien vandaag veel lama’s, haast nog meer vicuñas, een paar viscacha’s, een paar ganzen en een kolibrie! In dit gebied komen alleen lama’s en vicuñas voor. Edwin vertelt dat alpaca’s in de regio rond La Paz leven en guanacos zijn in Bolivia uitgestorven.

Kilometers lang zie je niemand. Tot we weer in de buurt van een bezienswaardigheid komen, dan blijken er nog meer auto’s met toeristen op pad te zijn. We komen door een aantal kleine dorpjes maar mensen zie je daar eigenlijk niet. De hele streek maakt een verlaten indruk.

We komen vandaag onder andere langs:

  • Siller – Mooie rotsen (beetje als de USA) waar we ook een kolibrie zien;
  • Ciudad del Encantado – Mooi uitgesleten zandsteenrotsen waarin zich ook een groot in de vorm van een kathedraal heeft gevormd;
  • San Antonio de Lipez - Ruïne van een kerk en een dorp uit de koloniale tijd.

We bereiken vandaag al een aardige hoogte. Tupiza ligt op  2850 m. en het gebied dat we vandaag doorkruizen ligt geheel boven de 4000 m. Het hoogste punt van vandaag is 4855 m. We slapen in Quetena Grande op 4200 m.

Dat Grande van Quetena Grande klinkt heel wat. Laat ik het zo zeggen; het klinkt sjieker dan het is. We slapen in een aanbouw aan een huis, waarin de eetzaal (klinkt ook sjieker dan het is) en meerdere slaapkamers zijn. Onze slaapkamer heeft vier bedden met elk vier dekens. Daarnaast hebben we een dikke slaapzak van Edwin gekregen. Dat voorspelt een fris nachtje. We trekken veel lagen kleren aan en gaan dan naar de eetkamer waar een klein kacheltje brandt. Er komt met regelmaat een Boliviaan met gebreide muts die oefent voor boskabouter, om hout op het vuur te gooien. We warmen ons aan de kachel, aan de thee en koffie en later aan de soep van Hilda. Lekker! Mijn maag en darmen pruttelen nog als een chemische fabriek. Dan is een warm soepje extra lekker. We gaan vroeg naar bed, waarna we tijdens de nacht worstelen met onze slaapzak en de enorme stapel dekens. Koud heb ik het in ieder geval niet.