Bolivia

Diverser wordt het niet (2019)

Reisverslag Bolivia - 2019

Diverser wordt het niet

/reisverslagen/zuid-amerika/bolivia/reisverslag/07-09-september-sucre-el-castello-de-la-glorieta-tarabuco-puka-puka-potosi/

(c) Wouter en Carin van de Weerd


Sucre - El Castello de la Glorieta - Tarabuco - Puka Puka - Potosí

Zaterdag 7 september

Waar is het feestje?

We starten de dag met het boeken van een tour voor morgen naar de markt van Tarabuco. Als we naar het tour-agentschap lopen, komen we over het grote plein: Plaza de 25 de Mayo. Daar maken crossauto’s met ronkende motoren een enorme herrie. Op het plein is de start van een straatralley. Langs de weg staat het vol met mensen, ook in de eerste bocht waar ze in volle vaart door scheuren. Er zijn geen dranghekken. Ik houd mijn hart vast.

Als de tour voor morgen is geboekt, nemen we een taxi naar El Castello de la Glorieta (taxikosten 30 Bolivianos). Glorieta ligt ongeveer 6 km buiten Sucre en is het kasteel van een voormalige zilvermijn baron. Met het geld dat hij met zijn zilvermijn verdiende, heeft hij in de jaren 1890-1897 een kitsch kasteel gebouwd waarbij hij stijlelementen heeft geleend uit Nederland, van de Big Ben in Londen, uit Istanboel en nog zo wat. Het is een bijzonder pand. Als we aankomen is het nog gesloten. Even denken we dat hier voor niets zijn, maar we blijken te vroeg (dat we dat nog eens meemaken!). Het gaat pas om 10 uur open. Al snel komt er een mevrouw zenuwachtig aan lopen en in versnelde pas opent ze alle deuren en hekken (entree 20 Bolivianos p.p. en 10 Bolivianos voor het nemen van foto’s). We zijn lange tijd de enige bezoekers, een vervreemdende ervaring in zo’n gek verlaten pand. Voor ons is dit een ochtend vullend programma. We gaan er even voor 13 uur pas weer weg. Er zijn zoveel mooie kleurtjes, plafonds, bogen, en er is een tuin met mooie groene papegaaien met een witte kop.

Als we terug naar Sucre willen, blijken de taxi’s die voor ons klaar lijken te staan, gereserveerd door andere slimmere toeristen. Zij hebben de taxichauffeur gevraagd op hen te wachten. De taxi van ons is ruim drie uur geleden al weer naar Sucre teruggekeerd. We zijn aangewezen op het plaatselijk vervoer: de minibus. Met dit soort busjes verplaatst de plaatselijke bevolking zich. Wij wanen ons een local en laten ons voor 1,50 Bolivianos terug rijden naar Sucre. Prijstechnisch is dit dus duidelijk een aantrekkelijker vervoermiddel dan de taxi. En het is ook leuk om zo ingeklemd tussen de locals te zien hoe het hier werkt.

Als we in het centrum komen, is er weer een evenement. Dat moet maar even wachten. We hebben honger en gaan eerst lunchen bij Las Balcones. We hebben een tafeltje op het balkon en kijken Plaza de 25 Mayo over. We kunnen van boven een beetje meegenieten van de optocht die aan de andere kant van het plein langs trekt. Volgende week zondag is het grote feest “La Fiesta de Virgin de Guadeloupe”. In de aanloop daar naartoe is vandaag een enorme optocht van allemaal groepen en verenigingen uit Sucre en omgeving die dansen op luide muziek, uit luidsprekers op auto’s of meelopende muziekkorpsen. Als wij na onze lunch gaan kijken, hopen we dat we nog op tijd zijn. Dat zijn we. Er trekken een enorm aantal clubjes aan ons voorbij. Allemaal met een spandoek, een speciale outfit en meestal met een soortgelijk dansje op een soortgelijk deuntje. We gaan tussen alle locals op de stoep zitten en genieten van alles wat voorbij komt en om ons heen zit.

Het leuke aan de optocht is dat écht iedereen meedoet en het ook voor de Boliviaanse jeugd kennelijk niet suf is om hier aan mee te doen. Heel hip & happening loopt en danst mee. Ik zie kleine meisjes langskomen die een dikke laag make up op hebben. Helemaal opgedirkt voor het grote feest. Een meisje kan nauwelijks haar ogen open krijgen zo zwaar als haar nep wimpers zijn. Er komen volwassen mannen langs met een T-shirt strak om hun dikke buik gespannen, die enthousiast dansen en springen en met een witte zakdoek zwaaien op het ritme van de muziek. De met lichtgevende sterren zwaaiende Toppers in hun glitterpak bij het Songfestival vallen bij deze dansende mannen in het niet.  Er komt ook heel veel langs dat niet het ritme van de muziek volgt. Of omdat ze te moe zijn van al dat gespring of omdat ze gewoon wat minder ritmisch begaafd zijn. En vooral die jongens en meiden die erg hun best doen, maar de beat nét missen, stelen mijn hart.

Een regendrup, een koffiestop en heel veel groepen later gaan we terug naar het hotel. We beginnen het koud te krijgen en buiten wordt het al donker.

 

Hoogteverschil

Ik ben 1.68 m. en in Nederland kleiner dan veel anderen. Hier lopen volwassen Bolivianen rond die onder mijn oksel passen, waardoor ik een uitstekend uitzicht heb en over de meeste hoofden heen kijk. Erg handig. Groter zijn dan het landelijk gemiddelde heeft ook nadelen. In spiegels zie ik mijn kin en lager, maar niet of je mijn haar een beetje leuk zit vandaag. In bed moet ik scheef in de diagonaal liggen anders kan ik mijn benen niet strekken. En in taxi’s is vaak de bovenste rand van het raam dicht geplakt. Een standaard Boliviaan zal hier prima onder door kunnen kijken, maar ik moet bukken om het landschap waar we door rijden te kunnen zien.

Er is nog een hoogteverschil waar we last van hebben. Het verschil tussen zeeniveau en 2800 meter is te merken. Even chop-chop een trap op moeten we bezuren met ademtekort. Al snel staan we als een stel bejaarden te hijgen. En daar hebben de Bolivianen dan weer helemaal geen last van.

 

Zondag 8 september

Een kleurrijke dag

Eerder ging het zo goed met ons Spaans, maar vandaag veroorzaken we onnodig commotie als de receptionist van het hotel ons verkeerd begrijpt. Wij willen vragen of de touroperator Oasis nog een bericht voor ons heeft achtergelaten. Het is namelijk mogelijk dat het vertrekpunt van de bus naar Tarabuco en Puka Puka is verplaatst omdat de gebruikelijke vertrekplaats, voor de kathedraal, in gebruik is door alle festiviteiten ter ere van de Virgin de Guadeloupe. Dat is een hele mond vol Spaans om uit te leggen, en ergens gaat het verkeerd. De receptionist denkt dat we nog tickets willen kopen en begint haastig voor ons te bellen om dit te regelen. Het was even gedoe. Uiteindelijk blijkt de bus gewoon vanaf het plein voor de kathedraal te vertrekken. Als we daar aankomen, staan er allemaal versierde auto’s klaar voor een optocht. Elke auto is bedekt met doeken en kleden waarop verschillende attributen zijn genaaid. De één heeft de complete set tafelzilver van de familie op het kleed vastgemaakt. De ander speelgoedbeesten. Er wordt nog druk aan de auto’s en kleedjes geknutseld. De plaatselijke slager drapeert een stuk vlees op zijn autodak, omgeven door een expositie van messen. Wat een leuke bedrijvigheid. Helaas moeten wij al snel de bus in.

We gaan vandaag naar Puka Puka en Tarabuco (combi tour, 130 Bolivianos p.p.). Het is ongeveer 1,5 – 2 uur rijden. Puka Puka is ons door de touroperator aangeprezen als een mooi authentiek voorbeeld van de plaatselijke cultuur. Je mag de mensen fotograferen en je kunt ze van alles vragen. Verder weten we eigenlijk niet zo goed wat ons te wachten staat. Als we met de bus aankomen, staan kinderen in gekleurde poncho’s ons op te wachten. We krijgen een klef koud handje en worden welkom geheten op een kleine binnenplaats. Daar staat een grotere groep, in traditionele kledij en met mooie hoeden op, ons toe te zingen. Na het muzikaal welkom krijgen we uitleg over het spinnen van de wol, het kleuren van het garen en het weven van de kleden. Dit wordt door mooi uitgedoste dames voorgedaan. Er zijn natuurlijk ook stalletjes waar we allerlei handwerk kunnen kopen. Wij spekken de kas van het dorp door een tasje en een geweven armbandje te kopen. We krijgen samen met kinderen van de gemeenschap nog een klein lesje Quechua van de leider van de groep. “Pachi” is “bedankt”. Dan staat een buffet met traditionele gerechten voor ons klaar in kleien potten. Best smakelijk, maar niet bijzonder. Het is wel voedzaam met alle aardappels en peulvruchten die erin zijn verwerkt.

Puka Puka blijkt dus een kleine gemeenschap waar je met een busje toeristen op bezoek komt. Ultra toeristisch, maar toch leuk omdat je alles mag fotograferen, voelen, vragen, … Als dat tenminste lukt in het Spaans en vooral met handen en voeten. De meeste dorpsbewoners spreken alleen Quechua.

We zijn van ongeveer 10.30 tot 12.45 uur in Puka Puka en we arriveren rond 13.15 uur in Tarabuco. Daar hebben we tot 14.30 uur de tijd om rond te kijken op de wekelijkse markt. Hier had ik me veel van voorgesteld omdat ik Otavalo in Ecuador zo leuk vond. In Tarabuco zijn veel stalletjes met huishoudelijke middelen, worden geen beesten verhandeld en nauwelijks verse waren van eigen land. Het is minder levendig en sfeervol dan ik hoopte. Om 14.30 uur hebben we het echt wel gezien. We hebben alleen water gekocht. De verkopers hebben niet veel aan ons verdiend.

Rond 16.30 uur zijn we terug in Sucre. De versierde auto’s zijn weg. Jammer. Hun plaats is weer ingenomen door groepen in mooie kleding die met muzikale omlijsting een kort parcours door de stad dansen en lopen. Ongelooflijk hoeveel mensen als er rond het feest van de Virgin de Guadeloupe op de been zijn. Zeker als je weet dat de eigenlijke feestdag pas volgende week zondag is. We eten een stuk pizza in een restaurant aan het plein. Voor het restaurant is een oud mannetje op een brommer aangekomen die een kleedje uitspreidt op de stoep en daarop allemaal geweven en gebreide spullen uitstalt. Vanaf de tafel in het restaurant kan ik hem zien. Hij heeft het er druk mee om alles mooi neer te leggen en weer recht te leggen als een windvlaag zijn koopwaar weg doet waaien. Mijn oog valt op een gebreide muts in verschillende kleurtjes met lama’s erop. Ik gun die man een verkoop en mezelf een koop. Hij rekt de muts nog even voor me op (Tengo una grande cabezza) en dan past ‘ie. Voor 45 Bolivianos heb ik straks een warm hoofd op de Salar de Uyuni.

We gaan nog even bij de optocht kijken. Die gaat maar door en gaat maar door. Net als de bands die er bij meelopen. Allemaal, uur na uur, met hetzelfde deuntje. Na een lange dag folklore en vermaak gaan we terug naar het hotel. Het is half 8.

 

Evo voor intimi

President Evo Morales wordt hier overal aangeduid met Evo. Door de vele foto’s, banners, aanplakbiljetten die we hier zien met de foto van de president (beetje Noord Koreaanse toestanden), is er geen twijfel mogelijk wie met Evo wordt bedoeld.

Stel dat wij het in Nederland alleen nog maar over Mark zouden hebben. Dan zou je je toch afvragen “Mark wie?”.(=> Mark Rutte, minister president van Nederland van 2010 - …)

 

Maandag 9 september

Han Solo in Potosí

We verlaten Sucre en ons mooie hotel daar. We nemen een taxi naar de terminal de autobuses en vanaf daar de bus naar Potosí. Volgens de taxichauffeur kunnen we ook met de taxi naar Potosí. Hij rekent ons voor dat dat iets duurder is dan de bus, maar wel sneller en comfortabeler. Wij hebben al een busticket, dus aan ons kan hij de taxirit niet meer slijten. Maar voor toekomstige reizigers komt hier zijn aanbod: (1) 45 Bolivianos p.p. van Sucre naar Potosí met de taxi in 2 uur versus (2) 20 Bolivianos p.p. voor de bus van Sucre naar Potosí in 3 uur, busperron-belasting 2,5 Bolivianos p.p., met daarbij nog extra taxikosten van het hotel naar het busstation (in Sucre 10 Bolivianos, in Potosí 15 Bolivianos).

Goed. Wij gaan dus met de bus. We ruilen onze voucher om voor een echt buskaartje bij het loket van ‘onze’ busmaatschappij. Er zijn ongeveer tien verschillende busmaatschappijen, met allemaal per bestemming een eigen loket. Het is een hele verzameling loketjes. In de terminal betalen we braaf de busperron-belasting en dan is het wachten op de bus. We zijn veel te vroeg. Tijd genoeg om te zien hoe Bolivianen op reis hun mobiele telefoon opladen. Dit doen ze bij een apparaat dat een kruising lijkt tussen een frisautomaat en een muur met kroketjes bij de snackbar.

De buschauffeur is van het type ‘geen getrut, gas!’. Hij toetert veelvuldig om ook anderen aan te zetten tot lekker doorrijden en om de vele loslopende honden van de weg te jagen. Zo scheuren we de stad uit, de bergen in. De bergen worden opgevolgd door een hoogvlakte en weer bergen. Er groeit niet veel. Veel geel dor gras, waar hier en daar nog een kudde schapen een maal bij elkaar probeert te scharrelen. Rond de rivierbedding is wat meer water (ook al staat de rivier grotendeels droog). Daar groeien groenere struiken en bomen, omgeven door bebouwde landjes met groente en af en toe een jacaranda met paarse bloesem. We stijgen van 2790 m. in Sucre naar 4100 m. in Potosí. De lucht is strakblauw. Ook in Potosí is het zonnig, maar wel frisjes: ongeveer 12 °C. In de zon is het heerlijk. We zijn om 13.15 uur in Potosí en even na 13.30 uur in ons hotel: Hostal Colonial (in een zijstraat vanaf het centrale plein, Plaza de 10de Noviembre). Onze kamer is zeer recent gerenoveerd. De badkamer is nieuw en modern en alles ruikt nog naar verf.

We lunchen weer met een menu del dia (45 Bolivianos voor 4 gangen) en gaan dan acclimatiseren op een bankje op het centrale plein. We moeten nog aan de hoogte wennen en hebben allebei een lichte hoofdpijn. Goede smoes dus voor een rustige middag.

Als de zon achter de huizen verdwijnt, wordt het fris. We kopen drinken en gaan terug naar het hotel. Daar wacht een leuke uitdaging. Als we de verwarming open draaien, lekt het water. In de kamer lekt het een beetje, maar in de badkamer heel erg. Dat is niet goed. Maar leg dat maar eens uit in het Spaans. Met een beetje van onszelf (met dank aan de Spaanse les die we in Utrecht hebben gevolgd) en een beetje van Google Translate hebben we de mannen van de receptie al snel duidelijk gemaakt wat er aan de hand is. Er wordt een mannetje met een waterpomptang bij geroepen (type Ed de Bever) en het euvel is al snel verholpen.

Avondeten is na onze uitgebreide lunch niet meer nodig. We lezen wat (we hebben allebei een spannend boek; Wouter leest ‘The Bankers wife’ en ik ‘The girl in the letter’ van Emily Gunnis), ik werk mijn reisaantekeningen bij en Wouter maakt een verslag voor de thuisblijvers op de app Polar Steps. Voor we het weten is het 20 uur en lonkt ons kussen.

Maar een warm kopje koffie lonkt sterker. We gaan er nog even op uit en stuiten op een levendig centrum: veel mensen op straat, mooi verlichte gebouwen, een fontein die op het ritme van de muziek spuit en een openlucht bioscoop. Het is hartstikke koud. Toch zitten mensen op koude paarse plastic stoelen en verspreid over de stenen trappen naar een film te kijken die op een doek voor het stadhuis wordt geprojecteerd. Star Wars. Wat een pret! We zijn net op tijd voor de laatste scene waarin alles goed komt en waarin Leia en Han Solo elkaar kussen. Wouter stuurt Marcel (zijn vaste Star Wars filmmaatje) een foto als bewijs van deze vreemde ervaring. We warmen op met cappuccino en een stuk chocoladetaart en gaan dan weer terug naar het hotel. We zijn blij dat de verwarming het doet. Het gaat vannacht -2°C worden.

 

Morales en verkiezingen

Félipe (een Chileense mede-toerist in de jungle van Madidi NP) vertelt ons dat in Bolivia een president maximaal  twee termijnen van vijf jaar president kan zijn volgens de grondwet. Dan moet hij aftreden en kan zich niet opnieuw verkiesbaar stellen. Morales is nu al drie termijnen van vijf jaar president. Hij heeft geprobeerd de grondwet te veranderen zodat hij onbeperkt aan de macht kan blijven. Dit is door het parlement weggestemd. Desondanks heeft hij zich nu voor de vierde keer verkiesbaar gesteld. En vooralsnog lijkt niemand dit tegen te houden. Wat ik verrassend vind omdat ze hier overal tegen betogen: lage lonen, slechte wegen, lage lonen van een andere beroepsgroep, … Maar een president die zich niet aan de wet houdt, kan kennelijk zijn gang gaan.

Wij zijn blij dat we nú in Bolivia zijn en niet in oktober tijdens de verkiezingen of de periode erna. Hier kan alleen maar ellende van komen.