Bolivia

Diverser wordt het niet (2019)

Reisverslag Bolivia - 2019

Diverser wordt het niet

/reisverslagen/zuid-amerika/bolivia/reisverslag/18-20-september-2019-madidi-nationaal-park-3-daagse-jungle-tour/

(c) Wouter en Carin van de Weerd


Madidi Nationaal Park (3-daagse jungle tour)

Woensdag 18 september

We gaan de boot in … en uit

We hebben een strak schema bedacht, met voldoende tijd voor een rustig ontbijt: 6.15 uur de wekker, 6.45 uur ontbijt, 7.30 uur laatste spullen in de tas en om 7.45 uur de taxi. We zijn mooi op tijd op het vliegveld en ingecheckt. Dat komt goed uit want het vliegtuig vertrekt een half uur te vroeg. Ja, te vroeg! Dit is wat je noemt punctualiteit in het kwadraat. De vlucht duurt maar 45 minuten, waarvan we de meeste tijd uit het raam zitten te kijken naar het landschap dat onder ons door trekt. La Paz met de wit besneeuwde bergen eromheen, de meertjes en later de amazone wouden met kronkelende rivieren.

Als we aankomen in Rurrenabaque staat de gids al met een bordje met onze namen erop te zwaaien. Een bagageband is er niet, maar de bagage komt gelukkig wel. Op vertoon van de bagageslip/sticker mag je je koffer meenemen. We gaan met een taxi via het kantoor van Chalalan Tours naar de boot in de rivier. Daar beginnen we rond half 12 aan een enerverende tocht over de Beni en een zijrivier. Tot we het Nationaal Park Madidi invaren (toegang 300 Bolivianos p.p.; na ongeveer drie kwartier) en we de afslag naar zijrivier nemen, is alles nog rustig en zitten we lekker om ons heen te kijken. De spotter voor op de boot, peilt met een stok de diepte en geeft tekens naar de man aan het stuur achterin de boot. Soms komen we op miraculeuze wijze tegen een stroomversnelling in. Maar vaak ook niet.

Dan wordt het water in de rivier ondieper. Om de diepgang te verminderen wordt de motor uit het water gehaald en gaat de stuurman punteren. Even later moet het personeel uit de boot om ons te duwen. En weer een paar bochten en ondiepe stukken later moeten ook wij de boot uit om de handen uit de mouwen te steken. Ik ben blij met mijn waterschoenen. We staan tot onze knieën in het water en moeten hard aan het werk. De boot ligt muurvast en we gaan omhoog tegen de stroom in. Net als je denkt dat de boot los komt, zit ‘ie weer vast in de rivierkiezels. Ik denk dat wij vier keer de boot uit zijn geweest en het personeel vele malen meer.

Tijdens een korte pauze aan de oever, worden Wouter en ik helemaal lek geprikt door sandflies. Onze kuiten zien er uit alsof we een hele enge ziekte onder de leden hebben. Hopelijk niet. Op malaria, dengé of botvliegen zitten we niet te wachten.

Tijdens de vaartocht van Rurrenabaque naar Nationaal Park Madidi, blijken mijn beide batterijen van mijn fototoestel leeg. Terwijl ik zeker weet dat ik vanuit La Paz met twee volle batterijen ben vertrokken. Ik denk dat het verschil in hoogte tussen La Paz (3640 m.) en Rurrenabaque (274 m.) de oorzaak is. Wouter denkt dat ik vergeten ben mijn batterijen op te laden. Feit is wel dat ik onderweg op de boot geen foto’s kan maken van de mooie landschappen waar we door varen.

Het is al bijna 18.30 uur als we aanleggen. Dan moeten we nog 2 km lopen naar de Chalalan lodge. Onderweg zien we green red macaws en blue yellow macaws. Gaaf! Het is al donker als we bij de lodge aankomen. Wij hebben het achterste hutje op palen. Er is elektriciteit, een eigen badkamer en wc, twee bedden met klamboe. Helemaal goed!

Het is hier erg warm en klam en de hele dag zijn we veel zweet verloren. Het is wennen aan de hitte na de koelte van La Paz. We hebben net tijd om al het zweet van ons lijf te spoelen en dan is het dinner time. Op de vlonder bij het meer luisteren we in het donker naar de stilte van de jungle waar krekels en kikkers een luidruchtig concert geven. Een soort oorverdovende stilte waar je alleen maar van kunt genieten.

 

Death road

We zitten aan tafel met onze gids en Félip en Paula, twee Chileense toeristen van middelbare leeftijd. Félip vertelt vol vuur over hun fietstocht over de death road. Deze weg staat bekend als de meest gevaarlijke weg ter wereld en ligt in het gebied rond La Paz. Er hebben veel dodelijke ongelukken plaatsgevonden waarbij auto’s, vrachtauto’s en bussen van de bizar smalle en slechte weg in de diepe afgronden stortten. Sinds 2006 is de weg gesloten voor doorgaand verkeer en is het uitgegroeid tot een ware toeristenattractie voor iedereen die zijn lijf en leden graag in de waagschaal legt. De adrenaline spuit nog uit de oren van Félip. Het was amazing! Je racet naar beneden over losse kiezels met steile afgronden om je heen. De omgeving waar je door fietst was géwéldíg! Alleen tijdens de stops hadden ze tijd gehad om om zich heen te kijken. Het parcours vereiste alle aandacht, lef en stuurmanskunst. Félip en Paula waren de oudsten geweest, maar dat was geen enkel probleem. Ze konden prima meekomen. Iedereen zou dit moeten meemaken. Dit mag je niet missen! Amazing!

Félip spoort ook ons aan om de afdaling over de death road te maken. Wouter houdt wijselijk zijn mond. Met iemand die zo overtuigd is van zijn eigen gelijk, valt niet te discussiëren. Ik laat me verleiden tot een weerwoord en het uiten van bedenkingen. Tegen dovemans oren natuurlijk. Félip is niet tot bedaren te brengen.

 

Dan vertelt onze gids, zachtjes en met enige terughoudendheid, over zijn ervaringen met de death road. We hadden al wel gezien dat hij mank loopt en hij had ook vertelt dat zijn eerste vrouw was overleden. Maar welke gruwel daaraan vooraf was gegaan, wisten we niet. Hij zat met zijn vrouw in een bus op weg naar La Paz, over de death road, toen de bus verongelukte en in het ravijn stortte. Er waren slechts vier overlevenden, onze gids en drie anderen. Hij heeft jaren lang moeten revalideren om weer te kunnen lopen. We moeten goed luisteren om hem te kunnen verstaan boven de muziek in de eetzaal uit. Een hap van het dessert blijft in mijn keel steken.

Wat mij niet lukte, lukt de gids wel. Félip is er stil van.

 

Donderdag 19 september

Gewekt door brulapen

Waar we op hoopten, gebeurt. We worden gewekt door brulapen. Hun bijzondere geluid kaatst door de jungle. Dit is zo vroeg, dat we daarna weer rustig verder slapen.

Vandaag gaan we aan de wandel door de jungle en over het meer kanoën. Na het ontbijt starten we met de wandeling. Rond de lodge lopen veel verschillende paden die aan elkaar gekoppeld kunnen worden tot een langere route. We zijn van ongeveer 8.30 – 12.00 uur op pad. We zien weer van alles: van klein (veel verschillende soorten mieren, spinnen, rupsen) tot groot (blue yellow macaw, green red macaw, brown howler monkeys). Onze gids is opgegroeid in de jungle en weet van alles over medicinale planten en jungle handigheden als het tappen van drinkwater uit de stam van een boom. Bijzonder dat ze van oudsher allerlei natuurbronnen gebruikten als medicijn. Wie heeft voor het eerst ontdekt dat je darmen tot rust komen als je dit speciale blad kauwt? Hoeveel mensen zijn er omgekomen die op het verkeerde blaadje aan het kauwen waren voor ze de goede ontdekten?

Na de lunch is er siësta waarin wij proberen vlinders te fotograferen. Maar ook zij houden siësta. Ze zijn nergens meer te bekennen, terwijl er eerder op de ochtend heel veel waren. Dan zoeken ook wij maar de hangmat op. Ook lekker. ’s Middags gaan we in een bootje het meer naast de lodge op. Onze gids peddelt en wij, plus twee Chilenen (Paula en Félip) hoeven alleen maar te zitten en rond te kijken. Heerlijk relaxed in deze hitte. Het is heel heet! Langs de waterrand zien we heel veel hoatzins, pygmee ducks, ijsvogels (ook een hele kleine!) en apen. Een groep yellow spider monkeys trekt over de oever voor onze boot. Er komt een eindeloze stoet apen langs, hoppend van tak naar tak. Ik weet gewoon niet waar ik moet kijken. Wat een pret! We dobberen de rest van de middag het meer rond. Dan is er tijd om te douchen. Dat is een bijzondere uitdaging, want het water is gloeiend heet en het is geen mengkraan. Er is alleen een kraan voor aan en uit; heet water of niets dus. Leuk zo’n systeem waarbij ze water met de zon opwarmen. Nu het zo warm is, zou een koude douche lekkerder zijn.

Het avondeten is om half 8. Daarna neemt de gids ons mee voor een nachtwandeling door de jungle rondom de lodge. We zien heel veel kleine veelpotigen met mooie kleuren: torren, spinnen, padden. En we horen nog veel meer. Als we ons licht uit doen is het echt aardedonker. Ik weet dat Wouter naast me staat, maar kan hem absoluut niet meer zien. Het voelt heel onwerkelijk. Ik doe mijn best om stil te blijven staan, wat niet eenvoudig is omdat ik zowel mijn richtinggevoel als evenwichtsgevoel lijk te verliezen, en tegelijkertijd bang ben op levende have te gaan staan. Na dit nachtelijke avontuur gaan we richting bed.

 

IJskonijn

Het is warm in de jungle, heel erg warm: 35-40°C. Er staat weinig tot geen wind en de luchtvochtigheid is hoog. Het is klef weer.

Bij mij staan alle poriën wijd open. Het zweet loopt in straaltjes langs mijn lijf. Als ik tijdens de wandeling het zweet van mijn gezicht sta te deppen om te voorkomen dat het van mijn wenkbrauwen mijn ogen inloopt, zie ik Paula en Félip (de twee Chilenen in ons groepje) omarmd tegen elkaar staan. Ik moet er niet aan denken om nu strak tegen Wouter aan te moeten staan. Ik ben al over verhit. Wouter is ook een zwetende kachel op twee benen. Ik houd liever een metertje afstand. Ik voel me net een ijskonijn in vergelijking met het innige stel. Als ik dit aan Wouter beken, zegt hij: “Gelukkig wel, een ijskonijn in deze hitte is best lekker”. De schat.

 

Vrijdag 20 september

Biertje bij het zwembad

We zijn al vroeg op om de zonsopkomst bij het meer mee te kunnen maken. De lucht krijgt een bijzondere gloed en aan het aanzwellende geluid van apen en vogels merk je dat de natuur wakker wordt.

Na het ontbijt van 7.30 uur gaan we wandelend op pad langs het meer naar een uitkijkpunt. De klim naar het uitzichtpunt maakt veel zweet bij ons los. Net als ik mijn verrekijker heb gericht op twee felgekleurde kleine papegaaiachtigen, komen vliegen in grote getalen op ons zoute zweet af. We blijven slechts kort op het uitkijkpunt, weggepest door de vliegen. Van het uitkijkpunt lopen we naar de rand van het meer waar een kano voor ons klaar ligt, waarin we terug naar de lodge varen.

Omdat de tourorganisatie nogal bang is voor het lage water in de rivier waardoor de terugreis weer net zo’n worsteling kan worden als de heenreis, willen ze vroeg vertrekken richting Rurrenabaque. We lunchen al rond 10.45 uur en hebben kort de tijd om te douchen en onze tas te pakken. Om 11.30 uur verlaten we de lodge om aan de 2 km wandeling naar de boot en de ruim vier uur durende terugtocht over de rivier te beginnen. De terugvaart gaat aanzienlijk eenvoudiger dan heen. We hebben de stroom mee en dat zorgt ervoor dat we nu óver de rivierstenen heen reutelen, waar we eerder muurvast kwamen te liggen. We zitten een stuk relaxter. In Rurrenabaque kunnen we lopen naar ons hotel: Hotel Maya Amazonia.

Tot onze grote verrassing blijkt het hotel te beschikken over een zwembad. Yeah! Drie keer raden wat wij gedaan hebben. Het lijkt wel vakantie: zwemmen, ligbed, palmbomen, koud drinken, ondergaande zon, …. Helemaal goed. Bij het avondeten verkijken we ons weer eens op de grootte van de bestelde pizza. Twee medium pizza’s is hier toch echt wel genoeg voor een lichte avondmaaltijd voor vier personen. We hebben dus genoeg.