Australië

Het noord-westen: van Broome naar Darwin (2011)

Reisverslag Australië - 2011

Het noord-westen: van Broome naar Darwin

/reisverslagen/oceanie/australie-noord-west/reisverslag/23-25-juli-keep-river-np-flora-river-nature-park-en-mataranka/

(c) Wouter en Carin van de Weerd


Keep River NP, Flora River Nature Park en Mataranka

Zaterdag 23 juli - Van Kununurra naar Keep River National Park

Als we de luxe van het Kimberley Holiday Park verlaten, zijn nog niet alle batterijen opgeladen. Wouters scheerapparaat moet nog. Zou hij dat echt erg vinden?
We mailen naar huis. We hebben een mail van pap en mam. Ze kunnen het niet waarderen dat ze nog niets van ons hebben gehoord: “Jullie zijn nu al 2 weken weg en we hebben nog niets gehoord en dat vinden we niet leuk”. Een heldere boodschap. Hier mailen is moeilijker dan we van te voren hadden gedacht. We overnachten op spartaanse campings zonder stroom en passeren weinig plaatsen. We zijn nog niet echt op zoek gegaan naar internetcafés, maar hebben die ook nog niet gezien.

We rijden verder naar het oosten, naar Keep River National Park. Hierbij verlaten we West Australia (WA) en komen Northern Territory (NT) binnen. Bij deze grensovergang moet de klok 1,5 uur (ja echt, anderhalf uuur) vooruit gezet worden. Als je van NT naar WA reist moet je al het fruit, zaden en noten inleveren. Wij reizen gelukkig de andere kant op en mogen de etenswaren, die we net in Kununurra hebben ingeslagen, houden.

Keep River NP is dusdanig dichtbij Kununurra dat we rond koffietijd al in het park zijn. We zetten koffie bij het visitor center, met uitzicht op de Cockatoo Lagoon. Het is een heerlijk rustig plekje en er zijn veel vogels te zien: lepelaar, kleine witte reiger, tiger heron, red tailed black cockatoo, corella, sulpher crested cockatoo, bruine eenden, jacana en diverse kleine vogeltjes.

We rijden door naar de Gurrandalng Campground (A$6,60 per nacht) en zoeken een mooi schaduwrijk plekje uit die ook de mogelijkheid biedt om in het avondzonnetje en ochtendzonnetje te zitten. Heel strategisch. De andere camping in het NP (Jarnem) is gesloten vanwege waterschade uit de winterperiode.

In Keep River NP maken we een wandeling van ongeveer 3 km (Jinimum walk). De wandeling leidt ons langs een drooggevallen stroompje naar diverse overhangende rotsen met Aboriginal rotstekeningen. Er zijn in totaal vier shelters. Waarvan drie shelters misschien niet voor de toeristen bedoeld waren. Er lopen smalle uitgesleten paadjes heen die niet makkelijk zijn te zien en die ook niet eenvoudige te belopen/beklimmen zijn. De eerste en derde shelter hebben de mooiste en meeste schilderingen. We herkennen veel handen, maar ook kangaroes, slangen, schildpadden, brolga’s en mensen. Het is mooi om nu eindelijk iets positiefs van de Aboriginals te zien in Australië.
We zijn rond half 5 terug op de camping waar we heerlijk in het zonnetje kunnen zitten voor de zon ondergaat. ’s Avonds wordt het zo fris dat we besluiten in de camper koffie te drinken, in plaats van buiten. We hadden niet verwacht dat het in deze streek zo zou afkoelen.

Zondag 24 juli - Van Keep River National Park naar Flora River Nature Park

We beginnen de dag met een wandeling vanaf de camping: Gurrandalng walk, 2 km. We vertrekken met de hoop zo vroeg op de dag nog wallabies en vogels te zien. Die zien we niet/nauwelijks. Wel zien we dat de rode rotsen verlicht worden door de vroege ochtendzon. We lopen door en over rode rotsen, uitgesleten in bijzondere vormen en versierd met een enorme hoeveelheid Kimberley Heath. Dit is een uitbundig bloeiend struikje met roze bloemen.

Voor we het NP verlaten, bekijken we een merkwaardig bouwsel bovenop een bergje/heuvel. Op dit uitzichtpunt hebben de Aboriginals een constructie gemaakt waarmee zij op vernuftige wijze roofvogels vingen. We staan er met twee Australiërs. Ook zij staan vol ongeloof naar de stokjes te kijken: dat kan toch nooit werken?
Op deze heuvel zien we een grote groep spinifex pigeons. Dit is een smal duifje met een knalrood oog, een blauwe bril en een kuif die als een antenne op zijn kop staat. Een mooi beestje. En ze doen hun naam eer aan: ze lopen tussen pollen stekelige spinifex.

We drinken, net als gisteren, koffie bij de Cockatoo Lagoon met uitzicht op de plas en de vogels. Ons idyllische kopje koffie wordt verstoord door bezoek van een gladjakker. Een dunne zwarte slang van rond de 1,5 meter glibbert voor ons over het pad en onder het bankje waar we op zitten. Ieks! Met onvermoede lenigheid zwiepen we onze benen omhoog.
Bij het Visitor Center is een groot wc hok (een échte wc in een immense ruimte) waar ook een wastafel met spiegel is. Daar wassen we onszelf uitgebreid en opgefrist gaan we op pad naar Flora River Nature Park. Dat blijkt verder rijden dan we dachten.

We rijden door Timber Creek en Victoria River Road House. De eerste plaats wordt bewoond door Aboriginals. Het dorp is afgescheiden van de weg door een hek. Het is duidelijk niet de bedoeling dat je hier als toerist gaat rondlopen. Het benzinestation en naastgelegen supermarkt zijn armetierig en ogen verlaten. Als we de deur van de supermarkt proberen, blijkt die toch open te zijn en er zit zowaar iemand achter de kassa. In Victoria River Road House is de sfeer heel anders. Dit benzinestation naderen we over een brede oprit met groen gras dat besproeid wordt. De naastgelegen camping is vrij vol en het bijbehorende café/restaurant is druk bezocht. Alles is netjes en oogt aangeharkt. Dit alles wordt gerund door blanke Australiërs.

Een andere tegenstelling vandaag is de uitgestorven snelweg tegenover de drukte op de parkeerplaats waar we stoppen om te lunchen.
Snelwegen bestaan hier veelal uit twee rijbanen die vrij smal zijn. Deze smalle wegen lijken onzinnig als je ziet hoeveel ruimte er om heen is. Zonder bomen te kappen of boeren hun land te onteigenen zouden ze de weg best een paar meter breder kunnen maken. Het zal waarschijnlijk iets te maken hebben met de enorme hoeveelheid extra asfalt die er nodig zou zijn. We komen auto’s, campers en roadtrains tegen, maar niet veel. Het lijkt een verlaten stukje outback of Australia.

Als we een parkeerplaats oprijden om te gaan lunchen, blijkt iedereen zich daar verzameld te hebben. Met moeite vinden we er een plekje. Er heerst een gemoedelijke sfeer. Het is net alsof deze mensen hier al langer staan en elkaar kennen. Men zit voor de camper een beetje te zitten en te praten, lekker in de schaduw onder de luifel. Dan zien we opeens bij verschillende campers de mannen onrustig worden. Nerveus verdwijnen ze in de camper, klimmen op het dak, om vervolgens weer in de camper te verdwijnen. Op het dak draaien ze aan de antenne/schotel en binnen checken ze waarschijnlijk of de tv al ontvangst heeft. Bij sommige campers wordt de vrouw ingeschakeld. De man blijft op het dak van de camper en de vrouw pendelt tussen de tv en de deur van de camper om door te geven of er al beeld is. Tussen campers vindt overleg plaats over de beste stand van de schotel. Een drukte alom, totdat alles in gereedheid is gebracht. Dan wordt het weer rustig. Het is zondagmiddag. Thuis zit voetbalminnend Nederland van zeven tot acht uur aan de buis gekluisterd voor Studio Sport. Hier zit rugbyminnend Australië ’s middags in een hete camper de favoriete ploeg te volgen. Het is een spannende middag: Australië tegen Nieuw Zeeland.

Flora River Nature Park ligt een behoorlijk eind rijden van de snelweg. In het halfduister stuiteren we over een onverharde weg. De skippies komen uit het niets de weg op springen. Dit houdt ons wakker en alert. Wouter ontwijkt de gaten en ik speur de donkere wegranden af om hem te kunnen waarschuwen voor naderend gevaar. We besluiten dit nooit meer te doen. Als een Wallaby besluit voor de camper de weg over te steken, zijn we kansloos. Zonder iets te raken komen we aan op de camping. Het is inmiddels pikkedonker. We hebben geen idee hoe onze omgeving eruit ziet. Een rivier ruist in de verte.
’s Nachts vestig ik een vakantie-record: 5 meter. Als ik de camper uit ga om te plassen blijk ik neergehurkt te zijn op 5 meter afstand van een Wallaby die nietsvermoedend aan het foerageren is. Ik schrik als ik geritsel hoor dat wel heel dichtbij is en schijn ‘m met mijn zaklamp recht in zijn gezicht.

Maandag 25 juli - Van Flora River Nature Park naar Mataranka

De nacht is weer fris en vochtig. Dat alles zo vochtig is van de dauw hebben we nog niet eerder gehad.
We maken een korte wandeling in Flora River Nature Park naar de rivier en twee watervallen. In de watervallen zijn, door afzetting van mineralen (veelal kalk), tufa’s ontstaan. Het water heeft een helder groen blauwe kleur. Wij denken een soort afzettingen en dammetjes te gaan zien als in Yellow Stone (USA). Maar we hebben niet nagedacht over de watertemperatuur (in YS heet en hier koud) en het soort mineraal dat wordt afgezet (hier kalk). Het ziet er dus heel anders uit. De tufa’s zijn hier gemaakt van een grijze modderachtige substantie.
Katherine-falls vinden we mooi en sprookjesachtig. Van de andere waterval ben ik de naam vergeten. Dat kan komen omdat die geen indruk op ons maakte of omdat de naam geen belletje deed rinkelen (ik heet voluit Catharina dus voelde me enigszins verbonden met Katherine Falls).

We rijden door Katherine naar Mataranka (86 km ten zuiden van Katherine). Daar regelen we een plekje op Mataranka Homestead Resort. De camping ligt in Elsey NP. Bij de camping staat een replica van het huis dat beroemd is geworden door het boek van Jeannie Gunn We of the never never (begin 1900). Dit boek gaat over het jaar dat Jeannie Gunn op Elsey Station heeft gewoond met haar man. Het schijnt een echte Australische klassieker te zijn. (Wellicht een leestip om in de stemming te komen voor een vakantie door dit gebied?). We zijn weer terug in de beschaving. Er is een restaurant bij de camping, er zijn warme douches en de campingplaatsen zijn rechte kleine afgezette stukjes. De plek die ons is toegewezen blijkt ingenomen te zijn door een Australisch stel die (sorry sorry sorry) helemaal niet door hadden dat ze op het verkeerde nummer stonden. Toevallig staan ze nu wel vlak (in plaats van hellend richting het pad) en in de schaduw (in plaats van vol in de zon). We raken er van uit ons hum. Maar omdat zij al helemaal geïnstalleerd zijn (luifel vastgezet met haringen, zitje uitgestald op een zeiltje voor de camper) besluiten wij toch maar op hun plek te gaan staan en verder geen gedoe te veroorzaken. Dat we not amused zijn is blijkbaar helder over gekomen. Later die middag komt onze buurman een (weliswaar foeilijke) koelkastmagneet brengen. Ondanks dit kadootje komt het tussen mij en de buurman niet meer goed.

De attractie van deze camping en van Mataranka zijn de warmwaterbronnen. Vanaf de camping kun je lopen naar Rainbow Spring. Uit deze bron stroomt 3 miljoen liter water per dag (=130 liter water per seconde). Het water is 34°C. Een prima temperatuur om in rond te dobberen. Om er te komen loop je door een bos met palmbomen die worden bewoond door vleermuizen. De bron is omgetoverd tot een reuzen badkuip. De wanden zijn met cement dichtgesmeerd en je kunt er met een trappetje in en uit. Ze zeggen dat het water gezond is en rijk aan mineralen. Dat zal wel. Wij gaan er, met vele anderen, lekker in poedelen.

Waren de wallabies in Flora Nature Park nog schuw, hier komen ze op de camping om eten bedelen. De slimmeriken lijken door te hebben dat kleintjes een bepaald sentiment bij de toerist oproepen, wat meer eten oplevert. De jonkies worden vooruit gestuurd. Zodra die eten krijgen, volgen de groteren.
Wij gaat uit eten in de bistro op de camping. Er blijkt een plaatselijke held op te treden vanavond. We gaan zo ver mogelijk bij het podium vandaan zitten, maar de muziek blijkt mee te vallen. Het is country & western achtig en past wel in deze omgeving.