Australië

Het noord-westen: van Broome naar Darwin (2011)

Reisverslag Australië - 2011

Het noord-westen: van Broome naar Darwin

/reisverslagen/oceanie/australie-noord-west/reisverslag/15-17-juli-windjana-gorge-fitzroy-crossing-geiki-gorge/

(c) Wouter en Carin van de Weerd


Windjana Gorge, Fitzroy Crossing, Geiki Gorge

Vrijdag 15 juli - Van King Leopold Ranges naar Windjana Gorge

We willen vandaag van de King Leopold Ranges naar Windjana Gorge reizen. Dat is niet zo ver. Dat geeft ons de tijd om rustig op te staan, een wandelingetje te maken vanaf de camping en in het zonnetje koffie te drinken. Vlakbij de camping loopt een klein riviertje met een mini-waterval. Daar ‘speelt’ Wouter lekker met zijn nieuwe foto-gadget: een filter waarmee hij water ‘wollig’ kan maken.

We vertrekken om half 11 vanaf de camping in de King Leopold Ranges en komen rond 2 uur op de camping in Windjana Gorge aan. Het is inderdaad niet ver rijden.
Op deze camping zijn niet veel bomen. We zoeken een strategische plek om de camper neer te zetten, maar dat valt niet mee. De zon draait meedogenloos om ons heen. Het is heet: 32-35°C.
We zijn benieuwd hoe de kloof van Windjana Gorge eruit ziet, maar we besluiten te wachten tot het minder heet is. De kloof ligt op een kleine kilometer wandelen vanaf de camping.

Rond 3 uur gaan we op pad. De kloof is uitgesleten door de Lennart River. Deze stroomt er nog doorheen, maar is zo rustig en staat zo laag, dat ik me moeilijk voor kan stellen dat deze rivier door zoveel steen een weg kan slijten. De rotsen zijn zo’n 360 miljoen jaar geleden gevormd tijdens de Devonian periode. Toen was het een rif in de zee. Nu vormt het oude rif een rotspartij die 100 meter boven de Lennart River uitsteekt. Omdat het ooit een rif in zee was, zijn er veel fossielen van zeediertjes in het steen te vinden.
Op de borden staat dat zwemmen in de rivier wordt afgeraden wegens gezondheidsrisico’s. Dat blijkt een bijzondere omschrijving voor ‘levensgevaarlijk’, want even verderop zien we de eerste krokodil op de rivieroever liggen. Het is een zoetwaterkrokodil en hij is niet zo groot (lijf van ongeveer 1 meter, staart van ongeveer 1-1,5 meter). Ze schijnen krabbetjes en dergelijke te eten en geen mensen. Toch blijven we op veilige afstand. De lust om te zwemmen verdwijnt terstond.
Zo aan het einde van de middag staat er een mooi zacht licht in de kloof en op de rotsen. We maken een korte wandeling de kloof in. Morgenochtend willen we een lange wandeling door de klif maken. We zien naast de krokodillen veel rainbow bee-eaters.

Er is, tot ons grote genoegen, een douche op de camping. We spoelen het rode zand en zweet van ons lijf en gaan vroeg slapen. Morgen weer vroeg op.

Zaterdag 16 juli - Van Windjana Gorge naar Fitzroy Crossing

De wekker staat op half 6 en we zijn om half 7 op pad voor een wandeling van 7 km door de kloof. Er valt mooi licht op de steile rotswanden. De rainbow bee-eaters zijn al actief op dit vroege uur. De freshies liggen op te warmen in het zonnetje op de zanderige rivieroevers. De vlinders komen langzaamaan in actie. En er suizen vele, niet nader te definiëren, kleine vogeltjes boven onze hoofden. Het wandelpad is na een paar kilometer versperd. De wilde waterstromen in de natte periode hebben zo’n ravage aangericht dat doorlopen geen optie is.

We zijn rond half 10 terug bij de camper. Na een kop koffie (zonder cafeïne kunnen we niet op pad) vertrekken we richting Fitzroy Crossing.
De route loopt over een onverharde weg (zoals overal in dit gebied) en door een prachtige omgeving. We rijden langs het de Devonian Reef Range. Een strook rotsen die boven het verder vlakke land uittorent. Op de flanken van de bergrug groeien baobaps, waarvan de zilveren stammen blikkeren in de zon.

Bij Tunnel Creek onderbreken we onze tocht. Tunnel Creek is een tunnel die onder de Devonian Reef Range doorloopt. Je kunt er doorheen lopen. Het is alleen wel pikkedonker en je moet voor het grootste deel door water waden. Ik hijs mezelf in mijn badpak. Uiterst praktisch. Verder lijkt niemand zo’n subliem idee te hebben gehad. Andere mensen lopen in gewone kleren en een korte broek. Ik krijg meerdere opmerkingen in de trant van: jij bent op alles voorbereid en dergelijke. Ik ben inderdaad op alles voorbereid. Ik vind het spannend. In het donker kun je niet zien hoe diep het water is of wordt en ook niet of er zand of stenen onder het wateroppervlak liggen. We lopen van zandbank naar zandbank en proberen te voorspellen waar het het minst diep is. Soms klopt onze voorspelling. Soms ook niet. Het water komt gelukkig niet verder dan kruis-hoogte. Ik kan mijn fototoestel en tas met waardepapieren makkelijk droog houden. Bij de ingang stond op het bord dat er zoetwaterkrokodillen in het water in de tunnel zouden kunnen zitten. Die zien we gelukkig niet. Al hoewel. We zien wel vele paren rode oogjes tegen de rotsen. Het lijkt op kattenogen in de nacht, maar dan in het rood. Zijn het kikkers? Of toch krokodillen?

Van Tunnel Creek naar de Northern Highway is het erg rustig. De weg is onverhard en erg slecht. Hierbij vergeleken is de Gibb River Road als een skate-baan zo glad. De omgeving maakt veel goed. Er zijn meerder floodways en watercrossings. De baobaps staan tussen de gele graspollen en bloeiende gele kapoc trees.
Als we de Northern Highway bereiken, stijgt er een voorzichtig gejuich op uit onze camper. Asfalt! De weg naar Fitzroy Crossing verloopt verder gladjes. Saai haast, nu Wouter geen gaten meer hoeft te ontwijken en er zijn nauwelijks bochten.
Na de luxe van het asfalt baden we ons in de luxe van een ****camping (Fitzroy River Inn). Na een week van eenvoud: pit toilets, soms een enkele douche in een houten hutje waar je naar buiten kon kijken tussen de planken door en verder alleen stromend water uit kraantjes die verspreid stonden over de camping. Dan is een betegeld toiletgebouw met warme douches, wastafels (dus niet meer tandenpoetsen met een bekertje water naast een boom achter de camper) en zelfs föhns, een enorme luxe. Om mij heen genieten anderen ook. Meisjes giechelen voor de spiegels als ze hun haar en make up doen. En als ik terug naar de camper loop kom ik een brede stoere Australiër tegen met ontbloot bovenlijf, een handdoek om zijn middel geknoopt. Hij loopt met een hupje in zijn stap richting de douches, met een douche-puf in zijn hand. Zich zichtbaar verheugend op een warme douche en veel schuim. De schattige douche-puf contrasteert met het stoere brede lijf. Ik probeer niet al te opvallend te lachen om dit bijzondere beeld. Helaas waren de campeerplekken met stroom allemaal bezet. We zijn dus weer niet in staat om onze batterijen (fototoestel, e-book, GPS) op te laden. Mijn e-book begint zijn einde te naderen.

Bij de camping is een restaurant. We bezwijken voor de luxe van een barhap. We mengen ons tussen de andere toeristen en een enkele Aboriginal. Wij gaan zitten aan een lege tafel. Deze leek niet bezet, maar even later komt een Aboriginal vrouw terug van de bar waar ze een biertje heeft gekocht. We mogen wat haar betreft best blijven zitten. Als ze ons vertelt dat ze op haar vrienden zit te wachten en ze duidelijk niet aan haar eerste biertje bezig is, voelen wij ons een beetje ongemakkelijk. Twee biertjes verder zijn de vrienden nog niet op komen dagen. Heeft zij verzonnen dat ze op vrienden zit te wachten om minder alleen te lijken? Of komen haar vrienden niet opdagen? We zullen het nooit weten. In beide gevallen is het triest. De receptie belt een taxi voor haar om haar naar huis te brengen. Wij hebben gelukkig de tafel voor onszelf als ons eten wordt geserveerd.

Zondag 17 juli - Van Fitzroy Crossing via Geiki Gorge naar Bungle Bungles NP

De wekker staat op 5.45 uur. Als ik mijn hoofd buiten de camper steek, zie ik tot mijn verbazing dat bijna iedereen al wakker is. Ook in het toiletgebouw is het een drukte van belang.
Wij zijn vroeg op omdat we met de bootcruise van 8 uur mee willen door Geiki Gorge (28A$ per persoon. D.E.C.). Deze kloof is ongeveer 20 minuten rijden van de camping, 18 km over een asfaltweg.
8 uur blijkt een mooie tijd voor dit tochtje over de Fitzroy River door de Geiki Gorge. De boot is niet helemaal vol, zodat we nog een beetje bewegingsruimte hebben. Geiki Gorge ligt, net als Tunnel Creek, in het Devonian Reef.
We kopen kaartjes onder een half open afdak. Het dak zit op ongeveer 4 meter hoogte. In de nok staat aangegeven hoe hoog het water tijdens de afgelopen natte periode is gekomen: 5 meter boven de nok. Op de boot wijst de gids de waterlijn ook op de rotswanden aan. Een witte rand geeft aan hoe hoog het water heeft gestaan. Het is een bizar idee. Een deel van het jaar staat het water zo hoog, dat veel van wat wij nu om ons heen zien, verdwijnt onder een kolkende watermassa. We zien veel zoetwater krokodillen, zwaluwen die hun ronde kleinestjes tegen de overhangende rotsen hebben gemaakt, twee brolga’s (soort kraanvogels) en een schildpad. Het is een leuk ontspannen boottochtje.
Het is mogelijk om wandelingen te maken door de kloof. Wij besluiten na de boottocht gelijk door te rijden. We willen vandaag een behoorlijke afstand afleggen richting Bungle Bungles en moeten ook nog inkopen doen. De supermarkt in Fitzroy Crossing is op zondag beperkt open. Als we daar te laat zijn, kunnen we geen eten inslaan voor vanavond en de komende nachten in Bungle Bungles.

Onderweg stoppen we voor de lunch op een parkeerplaats met uitzicht op de Ngumpan Cliffs. Dit zijn geweldig rode rotsen die plots uit de vlakte omhoog komen.
De omgeving waar we doorrijden vandaag is afwisselend. Delen zijn vlak en saai. Andere stukken zijn weer prachtig: glooiend, bloeiende bomen en rode rotsen. We zien een aantal keren brolga’s en we passeren vele koeien. Dat lijken wel de impala’s van Australië. Bij de eerste koe die je los langs de weg ziet lopen, ben je nog opgetogen: Hé een loslopende koe! Maar als je er ontelbaar veel langs en op de weg hebt gezien, wordt de attractie een stuk minder. Onze route voert ons de hele dag over asfaltwegen. Daar moeten we nu met volle teugen van genieten. De komende dagen zullen we weer op de hobbelige wegen rijden van Bungle Bungles National Park. Op het asfalt komen we ook andere voertuigen tegen dan we gewend zijn. Dachten wij rond de Gibb River Road dat elke Australiër in een 4WD rijdt, nu blijken er ook gewone auto’s te bestaan hier. We passeren diverse roadtrains; een vrachtwagen met vier grote opleggers.
Dan stuiten we op een bijzonder transport. Twee vrachtwagens vervoeren een enorme ijzeren constructie. Ze vullen de gehele breedte van de weg. Tegenliggers worden gewaarschuwd door auto’s met zwaailicht die voor deze kolossen rijden. Ze moeten in de berm gaan staan. De auto’s en vrachtauto’s hebben contact met walkie-talkies. Als de weg wat breder wordt en de berm vlak, krijgen wij een teken. We mogen passeren. Wat een operatie om zoiets over de weg te vervoeren.
We tanken in Halls Creek en bezwijken voor een magnum with peppermint. Heerlijk chocolade-ijs met pepermuntvulling. Waarom verkopen ze dit niet in Nederland?

Om half 5 (een half uur voordat het hier donker wordt) komen we aan bij Leycesters Rest. Dit is een parkeerplaats langs de Northern Highway waar je ook mag overnachten. Het is vlakbij de afslag naar Bungle Bungles. We vreesden als eenzame camper langs de snelweg te moeten overnachten. Die vrees blijkt ongegrond. Het staat hier bijna vol en we moeten even zoeken voor we een plekje hebben gevonden. Er zijn veel kampeerders en toch is het heerlijk rustig. Geen huilende babies, geen radio’s of luidruchtige groepen. Helaas zijn er wel veel vliegen. In alle soorten en maten.