Spitsbergen

en Oslo (2022)

Reisverslag Spitsbergen - 2022

en Oslo

/reisverslagen/europa/spitsbergen-en-oslo/reisverslag/12-13-juli-2022/

(c) Wouter en Carin van de Weerd


Oslo: Vigelands Parken, Astrup Fearnly Museum en houten huizen - vertrek naar Spitsbergen

Dinsdag 12 juli – Mix van oud en nieuw

We hebben vandaag een actieplan dat zich over grote afstand uitstrekt. Daarom verdiept Wouter zich in de OV mogelijkheden. We kopen een dagkaart voor het OV voor €11,70 p.p. via de "Ruter app" op onze mobiele telefoon.
We nemen tram 12 voor ons hotel en rijden daarmee naar Vigelands Parken (vrije toegang). Kunstenaar Vigeland (1869-1943) maakte 212 beelden in zijn laatste 22 jaar en liet die na aan Oslo, in ruil voor een atelier en een park om alles in ten toon te kunnen stellen. Hij verwerkte zijn traumatische jeugd in zijn kunst, vooral zijn moeilijke relatie met zijn vader. Waar een moeilijke jeugd je al niet toe kan brengen.
Het is zonnig en warm en wij nemen af te toe een schaduwroute onder de bomen. Het zijn mooie robuuste beelden, bijna allemaal van mensen. Zoals het jeugdtrauma van Vigeland al doet vermoeden, zijn het veel vaders, moeders en kinderen. De hoeveelheid en de opstelling van de beelden is indrukwekkend.

Rond half één hebben we het wel gezien en nemen we tram 12 naar Aker Brygge. Daar scoren we een enorme mok mokka koffie met een blue berry muffin.


Vervolgens gaan we naar het Astrup Fearnly Museum (€15 p.p. toegang). Het gebouw waarin het museum is gehuisvest kostte meer dan 90 miljoen euro, heeft de vorm van een groot glazen zeil en is een ontwerp van de Italiaanse architect Renzo Piano (ook bekend van Nemo in Amsterdam). We zien moderne kunst in verschillende uitingsvormen. Het varieert van bijvoorbeeld wandtapijten van SynØve Anker Aurdal en dode beesten op sterk water van Damien Hirst tot een beeld van Michael Jordan en een aap van Jeff Koons.

Rond half vier zijn we er uitgekeken. Het is inmiddels bewolkt, winderig en frisser geworden. Tram 11 brengt ons terug naar het hotel, waar we warmere kleren aan doen en bij de balie onze fitheids verklaringen laten printen. Dan gaan we met tram 17 naar een wijk met 178 bewaarde houten huizen (halte Carl Brenner Plass, straten TrØmsogata, Solhauggata en Langgata). Na alle moderne architectuur is het leuk om oude houten huizen te zien. Het zijn gezellige straatjes met veel bloemen en veel verschillende kleuren. We lopen wat kriskras door de wijk, soms over smalle wandelpaadjes. Mooi stukje Oslo.

Voor ons avondeten gaan we naar een BBQ restaurant aan de Olav Ryes Plass. Dit is hetzelfde plein waar we op de eerste avond hebben gegeten in Grünerlokka.

Terug bij het hotel pakken we alvast onze tassen, zodat we morgenochtend snel klaar zijn. Ik doe een COVID zelftest. Eigenlijk hadden we allebei een PCR test op Oslo Airport moeten doen. Maar dat vonden wij onzin, omdat we met onze recente corona besmetting vrijwel zeker positief zouden testen. Beluga en Albatros Adventure waren het gelukkig met ons eens. Maar nu moeten we wel de avond voordat we aan boord gaan van de cruiseboot in Spitsbergen, een zelftest doen. Vervolgens moeten we onszelf met die test op de foto zetten. Bij het aan boord gaan, zouden we deze foto’s moeten laten zien. Complete nonsens natuurlijk, maar we doen het braaf. Nou ja, braaf … Alleen ik doe de test en we gaan allebei met die test op de foto. Knappe kop die dat doorheeft.
Verrassend is wel dat ik negatief test. Dat toont maar weer aan hoe onbetrouwbaar een zelftest in, want het virus heeft mijn lichaam niet verlaten ook al ben ik niet meer besmettelijk na elf dagen.

 

Wat een rust

We verbazen ons in Olso over de rust. Er is veel groen, veel parken en een groenstrook met wandelpad langs de rivier Akerselva. Op straat zijn opvallend veel elektrische auto’s die geluidloos langs komen zoeven. De vele elektrische stepjes en huurfietsen met onwennige toeristen daarop zorgen nog voor enige commotie. Maar herrie maken ze niet.

Na twee dagen hier rondgelopen te hebben merkt Wouter op wat er níet is in Oslo: scooters en brommers. We hebben er helemaal geen één gezien. Wat een heerlijkheid, wat een rust en wat een schone lucht. Dat zouden ze in Utrecht en omstreken ook in moeten voeren!

 

Woensdag 13 juli – Over winterjassen en een special room

Onze vlucht is uitgesteld tot 11.10 uur en daarom gaat de wekker iets later. Het latere vertrek is wellicht om zo veel mogelijk mensen mee naar Spitsbergen te krijgen nu SAS niet vliegt. We lopen van het hotel naar het station, nemen de Flytoget naar het vliegveld en zijn keurig op tijd voor de check-in. Tot onze verrassing worden we omgeven door Aziaten (mét mondkap) en er zijn ook opvallend veel ouderen die niet allemaal even vlot ter been lijken. We hadden een ander type reiziger naar Spitsbergen verwacht: jonger, fitter en met meer outdoor uitstraling. We voelen ons jong tussen onze medereizigers, tot Wouter constateert dat wij natuurlijk ook wel echt 56 en 53 jaar zijn inmiddels.

We krijgen meal vouchers bij het inchecken die we kunnen gebruiken op het vliegveld. Bijzonder, maar wel makkelijk. We hebben 2x 154 Noorse Kronen te besteden. Dit blijkt genoeg voor twee sandwiches, twee cola’s, twee grote mokka koffie en een appel muffin. We boarden redelijk volgens schema rond 11-11.30 uur. Maar dan volgt de vertraging. We moeten nog op drie medereizigers wachten, waaronder twee gidsen van onze boot. De vlucht duurt 2 uur en 40 minuten. We vliegen al snel door en boven wolken, dus veel fjord kust zien we helaas niet.

Boven Spitsbergen is wat meer zicht. Mooie met sneeuw bedekte bergtoppen!

We worden met bussen van het vliegveld naar het plaatsje Longyearbyen gebracht, waar we ongeveer 1,5 uur hebben voor we met de bus naar de haven worden gebracht. We lopen een rondje door het container dorp, kopen en posten ansichtkaarten naar beide moeders en zien de eerste arctische bloemetjes: arctic poppies. Het miezert en is grijs weer, weinig inspirerend.

Onze cruiseboot ligt in de haven, maar niet aan de kade. Daarom worden we met zodiacs naar ons onderkomen voor de komende tien dagen gebracht: the Ocean Atlantic. Dit is een expeditieschip, wat betekent dat het een versterkte romp heeft en we door ijsschotsen kunnen varen. Dit wordt ons door de gids vertelt die de zodiac bestuurt. Over een paar dagen zullen we twijfelen aan deze woorden, maar op dit moment geeft dit ons een goed gevoel. We gaan op expeditie!

Aan boord wacht ons een verrassing. De dames van de receptie kirren al dat we de special room hebben, als ze ons de sleutel geven. Wij denken dat ze dit tegen iedereen zeggen en nemen hen niet echt serieus. Maar bij het openen van de deur van onze ‘suite’ valt de mond toch even open. Onze kamer (701) is een hele grote kamer, met twee ramen en een zitje. Het is ongeveer 2x groter dan we verwacht hadden. Wat een luxe!

Onze eerste avond aan boord bestaat uit veiligheidsbriefings en we verkennen de boot. We hebben moeite om ons te oriënteren: Wat is de voor- en wat is achterkant van de boot? Waar is onze kamer en hoe komen we via de kortste route bij de receptie? Alleen het restaurant en de koffiebar kunnen we feilloos vinden. Met de koek en sopie komt het dus wel goed deze reis. Daarvoor kunnen vanuit onze kamer gelijk de trap af, één etage naar beneden.

In alle informatie en presentaties die we te horen krijgen, ontbreekt één ding: informatie over de gratis parka die we aan boord zouden krijgen. Onze tafelgenoten bij het diner (twee Amerikaanse dames op leeftijd uit Californië) zeggen dat een jas niet inclusief is. Ai, dat zou een koude tegenvaller zijn. Navraag bij de receptie bevestigt dit. Je krijgt alleen een jas als dit expliciet in je boeking is opgenomen.
De receptioniste checkt haar administratie, maar daar staat geen jas voor ons geregistreerd. Als we aan kunnen tonen dat we er al voor hebben betaald, kunnen we een jas krijgen. Anders niet.

Helaas ligt de brief die ons kan redden thuis in de kast. We varen net de haven uit en we hebben geen contact meer met internet zodat we de reisbeschrijving van Beluga niet meer kunnen downloaden. Roos appen of bellen om ons een foto te mailen of appen, kan dus ook niet meer. Kortom: we moeten het komende tien dagen doen met onze regenjasjes. Hopelijk wordt het niet té Arctisch weer!