Argentinië - Chili - Paaseiland

(2010)

Reisverslag Argentinië - Chili - Paaseiland - 2010

/reisverslagen/zuid-amerika/argentinie-chili-paaseiland/reisverslag/24-26-juli-paaseiland-rano-raraku-tongariki-papa-vaka-te-pito-kura-anakena-orongo-en-zuidwest-kust/

(c) Wouter en Carin van de Weerd


Paaseiland - Rano Raraku, Tongariki, Papa Vaka, Te Pito Kura, Anakena, Orongo, en zuidwest kust

Zaterdag 24 juli - Paaseiland: Rano Raraku, Tongariki, Papa Vaka, Te Pito Kura, Anakena

We kunnen vanaf acht uur ontbijten en we zijn de eerste die het ontbijtbuffet aanvallen die dag. Het buffet is minder uitgebreid dan we gewend zijn. Ahum, beetje verwend zijn we wel.

Om negen uur zijn we er helemaal klaar voor; Moai - here we come!

We gaan direct naar Rano Raraku. Dit is de groeve waar de moai werden uitgehakt. Als je hier vroeg bent, ben je voor de ‘horden’ toeristen. Dat lukt ons. We zijn bijna de enigen als we tussen de uitgehakte moai doorlopen. Toegang tot het National Park Rapa Nui (dit NP beslaat eigenlijk het hele eiland) kost 30.000 Ch. pesos p.p. Het kaartje is te koop en wordt gecontroleerd bij Rano Raraku en bij Orongo.

We zijn blij dat we gisteren naar het museum zijn geweest en dat we daar wat achtergrondinformatie hebben gekregen over wat we zien op de flanken van de vulkaan. De plattegrond die we krijgen en de bordjes langs het pad van de groeve vertellen eigenlijk alleen wat je als toerist niet mag doen. Er wordt geen informatie gegeven over wat je ziet. Waarschijnlijk om te stimuleren dat je een lokale gids inhuurt om je rond te leiden.

De groeve ligt op de helling van een vulkaan. Er staan en liggen vele moai in verschillende fasen van voltooiing. Een aantal zitten nog vast in de rots. Anderen liggen ergens op de helling.

Als toerist moet je strikt op de paden blijven. Bijzonder is dat koeien en paarden gewoon los lopen. Wat betekent dat ze ook gewoon rond de moai rondstappen. Koeien en paarden lopen los over het gehele eiland. Wij vinden het raar dat we nog geen schaap hebben gezien. Van 1870 – 1877 was er namelijk een Fransman die een schapenbedrijf op Rapa Nui begon. Hij transporteerde de meeste eilanders naar Tahiti om daar te gaan werken en runde met de overgebleven bewoners van het eiland een schapenfarm. Deze minder gelukkige periode in de historie van Rapa Nui maakt waarschijnlijk dat ze hier nu geen schaap meer kunnen zien!

Wat ze met de paarden doen, behalve, erop rijden, weet ik niet. Vlees? Verkoop? Feit is dat ze hier heel veel paarden hebben. En het is grappig om te zien dat ze een paard hier gebruiken zoals wij een brommer of fiets. In Hanga Roa zien we bijvoorbeeld een groepje hangjongeren bij het voetbalveld. Eén van hen is te paard gekomen. En gisteravond, toen we van het restaurant naar het hotel terugliepen, kwam er een eilander te paard voorbij galopperen. En later deze week zullen we op het strand een man zien die te paard zijn vrouw en kind van het strand ophaalt om naar huis te gaan.

We komen er al snel achter dat ze hier koeien voor het vlees houden en niet voor de melk. De koeien twee maal daags melken zou ook lastig worden doordat de beesten verspreid over het hele eiland los lopen. Toen we gisteren naar het museum reden, kwamen we voorbij een huis waar een auto voor stond met een strak gespannen touw dat bevestigd was aan de trekhaak en dat via een boomtop loopt naar... de achterpoot van een koe. De koe hing op zijn kop. Op de heenweg hing de koe luid loeiend te bungelen. Dit leek me al geen goed nieuws voor de koe. En toen we van het museum terug reden, bleek dat te kloppen. De buik was opengesneden en het bloed droop via de kop op de grond. Hmmm, hier gaan we nog wel eens aan terugdenken als we een lekkere steak zitten te eten.

Na Rano Raraku rijden we tegen de klok in over het eiland terug naar Hanga Roa. Hier doen we de rest van de dag over, want er zijn verschillende interessante plekken onderweg met ahu’s, moai en petroglyphen. In Tongariki staan vijftien moai op een rijtje. Ze zijn begin ’90-er jaren rechtop gezet door een Japans bedrijf nadat een tsunami ze in 1960 omver had gespoeld. Ze zijn dus wel enigszins beschadigd en er zijn nog maar een paar moai die hun rode hoed (pukau) nog op het hoofd hebben. Maar als je bedenkt hoe oud ze zijn, zijn ze nog in goede staat. Ze staan heel fotogeniek op een rijtje, op een podium (ahu) met de rug naar de zee en hun gezicht richting Rano Raraku. Mooie plek!

De petroglyphen die ook op het terrein van Tongariki zijn, stellen niet veel voor. Ik zie wat groeven in de stenen, maar er is niet te zien wat het voorstelt.

Dan rijden we langs Papa Vaka (petroglyphen) en Te Pito Kura (ahu met omgevallen moai) en komen we aan in Anakena. We komen aanlopen door de palmbomen en zien eerst tussen de bomen een rij van zeven moai op een ahu staan en even later een moai apart. Direct achter de moai ligt een blikkerend wit strand. Wat een bijzondere plek! We gaan op het strand van de zon genieten. Na de dreigende wolken van eerder vandaag, schijnt nu de zon en is het heerlijk warm. Er liggen vrij veel mensen op het strand en er wordt ook door velen in zee gezwommen.

Na Anakena zit onze ‘sightseeing’ van vandaag erop. ’s Avonds eten we in restaurant ‘Le Taverne de pecheur’ allebei geen vis maar een heerlijke steak - de beste die we in Chili hebben gegeten en bijna net zo goed als in Argentinië.

Zondag 25 juli - Paaseiland: Anakena

Het is zondag en we gaan vanochtend iets doen wat we in Nederland nog nooit hebben gedaan. We gaan naar de zondagsdienst in de kerk. Er zijn diensten om negen en elf uur. Wij kiezen voor elf uur en slapen eerst lekker uit. Een kerkdienst op Paaseiland zou een bijzondere ervaring moeten zijn vanwege het gezang. Er zitten meer toeristen in de kerk en gelukkig ook veel eilanders. Vele van de eilanders komen te laat de kerk in, als de dienst al is begonnen. Het oefenen van de liederen is dan al afgelopen. Maar een eilander hoeft de liederen natuurlijk niet meer te leren; die oefensessie zal wel speciaal voor de toeristen zijn.
Voor elf uur staat een zanger op een podium voor in de kerk met een microfoon, een gitaar en een beamer waarmee hij de songtekst op een groot scherm projecteert. Ik hoor vooral een mevrouw die achter mij zit uit volle borst meezingen. Zij komt van het eiland. Naast mij (Wouter) blijft het stil. Het zingen is mooi; maar valt ons wel wat tegen. Het is niet zo swingend en sfeervol als een zwart gospelkoor bijvoorbeeld. Als we zien dat tijdens de dienst mensen blijven binnenkomen en ook weer weggaan, durven wij ook voor het einde van de mis de kerk te verlaten.

Buiten de kerk wacht een vrolijke hond ons op. Hij is zwart en heet dus Blackie. Blackie loopt vanaf dat moment trouw met ons mee door het dorp. Van een vriendelijk woord fleurt Blackie helemaal op. Hij loopt tussen ons in of twee meter voor ons uit. Als we een winkel in gaan, wacht hij ons buiten op. En we gaan vanochtend veel winkels in want we zijn op souvenir jacht. We willen een pet voor Wouter kopen en een uit hout gesneden moai voor bij onze verzameling. We kopen elke vakantie een houten beeldje van een beest dat kenmerkend is voor de streek waar we zijn geweest. Eerder deze vakantie hebben we een lama gekocht; natuurlijk niet van hout maar van wol. Nu hebben we onze zinnen gezet op een houten moai. En die zijn er in alle vormen, maten en prijsklassen.

Als we in een restaurant gaan lunchen, nestelt Blackie zich onder het naast gelegen tafeltje. Wij beginnen inmiddels te vrezen dat we Blackie voorgoed aan onze zijde hebben. Dan komt er een toeristenkoppel voorbij met lekkere blote benen. Onze Blackie is een kuitenman, dat hebben we al snel ontdekt. Hij drukt graag in het voorbijgaan even zijn natte neus tegen een blote kuit. Die van mij, maar ook van anderen die we in de winkelstraat tegen zijn gekomen. Dit toeristenkoppel heeft ook aantrekkelijk blote kuiten en Blackie besluit met hen mee te gaan. Wij zitten toch maar te zitten.

’s Middags gaan we lekker naar het strand bij Anakena. In Hanga Roa is het nog bewolkt. Hoe dichter we bij Anakena komen des te zonniger het wordt. Lekker strandweer! We houden een heerlijk rustige middag. Meer actie dan lezen, mensen kijken en een beetje splashen in de zee zit er niet in. Het zeewater is behoorlijk frisjes. Maar als je eenmaal door bent, gaat het gelukkig wel.

We eten ’s avonds iets eenvoudigs en snels, want we moeten om negen uur present zijn bij de show van Matatoa. Dit is een traditionele zang- en dansgroep. Voor we naar binnen mogen, worden we geschminkt met een rode zanderige substantie. Gelukkig ondergaat iedereen hetzelfde lot. Omdat we gisteravond al kaartjes hebben gekocht, zijn er middenvoor op de eerste rij plaatsen voor ons gereserveerd. Onopvallend in het midden van het publiek gaan zitten, lukt dus niet. Er is een live band die de muziek verzorgt. Daarnaast is er een groep dansers: mannen en vrouwen geschminkt en in traditionele kledij. Bij elke dans hoort weer een ander pakje. De dans van de mannen ziet er uit als een krijgsdans met veel stampen, spierballen-vertoon en oerkreten. Ik ben danig onder de indruk van al dit machtsvertoon. Onterecht volgens Wouter. De bevolking van Rapa Nui was immers ook niet stoer genoeg om alle verschillende overheersers te weerstaan. Ze zijn onder andere in het verleden als slaven verkocht en door Europese grootmachten elders in de wereld te werk gesteld. Als ze echt zo sterk en stoer waren, dan hadden ze dit wel kunnen voorkomen is de beredenering van Wouter.

De dans van de dames is lieflijker; wat meer aloha. Ze swingen veel en snel met de heupen en maken sierlijke hand en armbewegingen. Natuurlijk worden er ook mensen uit het publiek geplukt om op het podium mee te dansen. Als de vrouwen aan de beurt zijn, mag ik gelukkig toeschouwer blijven. Maar later wordt Wouter wel op het podium gevraagd. Onze tactiek is: als we dan toch het podium op moeten, dan doen we dat enthousiast en met verve. En dat doet Wouter zeker. Hij wordt gelukkig gekozen door de leukste danseres die zelf ook uitstraalt dat ze het leuk vindt wat ze doet.

De show duurt bijna 1,5 uur en is leuk om mee te maken. Het is wel een beetje een poppenkast en we vinden het jammer dat het niet druk is. De afsluitende cd verkoop en de fotoshoot laten we voor wat het is.

Maandag 26 juli - Paaseiland: Orongo, en zuidwest kust

Na onze rustige dag van gisteren, gaan we vandaag weer ‘echt’ op pad. We starten in Orongo. Dit is een oud (18e – 19e eeuws) ceremonieel dorp naast/op de vulkaankrater van Rano Kau. In de krater is een meer waarin eilandjes van grassen groeien. Het water zou een mooie kleur moeten hebben. Als wij er zijn is het niet zulk best weer. Naast het groen van het gras, zien we niet veel kleur. In de 18e/19e eeuw kwam de cultuur van de vogelman en het geloof in de god Make Make op. Eén van de riten was het jaarlijks bepalen wie de vogelman voor het volgend jaar zou worden. Daarvoor streed een groep jonge mannen. Degene die als eerste een vogelei van de stern van een nabijgelegen eilandje (Motu) naar Orongo bracht, had de eer om vogelman te worden. Het was een eer, maar of je er echt blij mee moet zijn, betwijfel ik. Een vogelman leefde een jaar lang afgesloten van de buitenwereld en had alleen contact met één man die hem van voedsel en drinken voorzag. Lijkt me geen pretje. Als wij in Orongo zijn is het er opvallend rustig. Waar zijn al die toeristen toch die op het eiland zitten? Wij komen ze bij onze uitjes niet tegen.

De ranger die de entreebewijzen bij Orongo controleert is een opgewekte man. Als hij hoort dat we uit Nederland komen gaat het gesprek al snel over voetbal. Hij heeft in België gewoond en weet het een en ander van het Belgische voetbal. We vragen ons al een tijdje af hoeveel voetbalclubs Paaseiland heeft. We hebben namelijk al een paar wedstrijden op het veld in Hanga Roa gezien. Hoeveel gelijkwaardige teams kun je samenstellen uit 4500 bewoners in één dorp? Kun je daar een competitie mee vullen? Er blijken tien teams te zijn. Er zijn ook teams die geheel uit Chilenen bestaan. Dat vindt de kaartjesknipper zielig, want Chilenen zijn veel kleiner dan de fysiek sterke eilanders. Niet eerlijk. Dat weten we ook weer. Volgens de ranger is voetbal niet de sport van de eilanders. Mensen op Rapa Nui zijn meer van watersporten als roeien op zee en vooral ook scubadiven. Ze doen zelfs wedstrijden wie het diepst kan duiken.

In Orongo zien we gerestaureerde huizen en petroglyphen. Deze petroglyphen zijn gelukkig wel herkenbaar. Orongo is speciaal vanwege het verhaal van de vogelman en ook vanwege de ligging.

Na Orongo rijden we via de zuidoost kust in een rondje terug naar Hanga Roa. Zo komen we langs Vinapu, Hanga Hahave en Hanga Poukura. We lunchen in een restaurantje in het dorp en vervolgen dan onze rit langs de zuidoostkust. We gaan langs Vaihu, Hanga Te’e, Hanga Hua Reva en Akahanga. Dit zijn eigenlijk allemaal ahus die grotendeels kapot zijn met daarop/daarnaast omgevallen moai. Het is allemaal nogal kapot en vervallen. Een deel als gevolg van aardbevingen en een tsunami. En ook een groot deel doordat de stammen elkaars moai omver hebben gehaald in een stammenstrijd. Deze stammenstrijd bloeide op toen de bevolking steeds meer toenam en het voedsel schaarser werd op en rond het eiland. In die tijd hadden de stammen steeds meer Manu nodig en gingen steeds meer moai plaatsen. Ze wilden dat het de andere stammen slecht zou vergaan en daarom haalden ze de moai van de andere stammen naar beneden.

Voordat we naar ons hotel teruggaan, rijden we langs Puna Pau. Dit is een groeve met rood steen waar de hoeden van de moai werden uitgehakt.

Het was vandaag een winderige en grotendeels bewolkte dag. Het is daarom extra lekker als we aan het einde van de middag nog een uurtje in de zon op de patio voor onze hotelkamer kunnen zitten.