Dag 22 - Dinsdag 29 juli 2008: Excursie naar Isla Holbox, snorkelen met walvishaaien!
D-day! We gaan snorkelen met walvishaaien!
We staan om 6 uur op. Gaan om half 7 weg om op tijd op het vliegveld van Playa del Carmen te zijn. Niemand lijkt ons te kunnen vertellen waar de ingang van het vliegveld is. De landingsbaan staat op onze kaart. Maar waar moet je je melden? Of ze snappen de vraag niet, of ze snappen het wel en denken: “Dat is zo’n domme vraag, ze bedoelt vast iets anders”.
Met wat ‘trial and error’ komen we waar we moeten zijn. Daar blijkt dat het vliegveld vandaag is gesloten voor onderhoud. We worden met een Amerikaans koppel (Becky en Dave) met een auto naar Cancun gebracht. Daar gaan we met een mini vliegtuigje naar Isla Holbox. De airport-tax is 18 dollar (180 pesos) p.p. in plaats van de aangekondigde 5 dollar. Een onwelkome verrassing. En dat nadat we ook al de teleurstelling hebben moeten verwerken dat we niet langs de kustlijn naar Cancun zullen vliegen. We hadden ons verheugd op dit stukje vliegen omdat het mooi over het witte strand en blauw groene water zou gaan. Nu hebben we dit stuk dus met de auto afgelegd.
In Cancun begint ons avontuur pas echt. Onze piloot is een echte gladjakker: jong, haar strak met gel achterover gekamd en met een spiegelende pilotenbril op. Maar hij is wel aardig. In zijn gebroken Engels vertelt hij Wouter dat hij tot nu toe alleen met dit soort kleine toestellen vliegt en dat hij binnenkort bij een andere vliegmaatschappij gaat werken en grote machines gaat vliegen.
Inclusief de piloot zijn we met z’n vijven. Het vliegtuig is zo klein dat we er, met onze tassen, maar net in passen. Wouter mag naast de piloot zitten, maar mag niet aan de knopjes of het stuur zitten. Daarachter zitten Becky en ik. Achterin zit Dave. Hij moet wijdbeens zitten, omdat hij absoluut geen ruimte heeft om zijn knieën kwijt te kunnen. Het is zo’n ‘flying docters’ vliegtuig met een propeller. Er is vast een officiële naam of type aanduiding voor. Die is er volgens Wouter: een Cessna 182.
We zijn in ‘no time’ van de grond af. Het gaat allemaal minder wiebelig dan ik had verwacht, gelukkig. Het is mooi weer en we hangen stabiel in de lucht. Het is bijzonder om te zien dat de piloot ook op zicht oplet of hij andere vliegtuigen in de lucht ziet. Vooral rond het stijgen en dalen kijkt hij continue rond om te checken of er nog meer vliegtuigen in de buurt zijn. Hij lijkt hierin niet alleen op zijn metertjes te vertrouwen.
Het is een enorme herrie in het vliegtuig. Het is een wonder dat de vliegtoren de piloot kan verstaan en andersom. Het is grappig (echt bang word ik er gelukkig niet van) om te zien hoe eenvoudig de sluiting van de deuren en ramen zijn. Een beetje als van een simpele caravan. Ik kan door de kieren van de deur nog naar buiten kijken. We krijgen geen instructie over wat te doen bij calamiteiten. Dit bedenk ik me als we boven zee vliegen. Als we neerstorten is er waarschijnlijk geen redden meer aan. Een reddingvest zal niet meer helpen.
We vliegen een groot deel over bos, over de buitenwijken van Cancun en een stukje over zee naar Isla Holbox.
De piloot zegt dat de vlucht 10 minuten zal duren. Het voelt veel langer. Ik zal de 10 minuten in de herrie dus wel verkeerd verstaan hebben. Ik zie de grond heel langzaam onder ons voort bewegen. Het voelt alsof we 30 km per uur rijden binnen de bebouwde kom terwijl je voortdurend 120 op de snelweg hebt gereden. Dat voelt ook altijd alsof je niet vooruit komt. Ik vraag me af of we niet wat harder kunnen.
Als we op Isla Holbox aankomen, staat er een golfkarretje op ons te wachten om ons naar de haven te brengen. Volgens het excursieprogramma zouden we eerst ontbijten, maar omdat we te laat zijn is daar geen tijd meer voor. We kunnen nog even naar de wc. Daar graai ik snel wat koekjes en koffie voor ons mee, zodat we toch nog iets kunnen eten.
We gaan de boot op. Daar zitten de bootsman, de snorkelbegeleider Sidro en twee Spaanse toeristen al op ons te wachten. We varen naar open zee waar de walvishaaien ’s ochtends altijd zitten. Dit is waar twee golfstromen elkaar raken. Het is best een eind varen; eerst varen we langs het eiland (over eng blauw water en langs wit strand) en daarna een stuk over open zee.
Aan het aantal bootjes dat rond een bepaalde plek stil ligt, is te zien we bij de walvishaaien zijn aangekomen. Zo exclusief als de tour werd beschreven, is het dus niet. Voordeel is wel dat wij met zes toeristen op een boot zitten. Andere boten zijn volgeladen met twaalf toeristen. Wij krijgen zo aanzienlijk meer snorkeltijd dan zij.
We gaan in duo’s te water onder begeleiding van Sidro. Die bewijst zijn duikkwaliteiten vooraf door de zonnebril van Becky, die ze van haar hoofd zwaait het water in, opduikt uit het water. Grandioos zo snel als hij reageerde en dan ook nog met de bril weer boven komt!
De Amerikanen gaan het eerst het water in. Kunnen wij mooi even kijken hoe het allemaal gaat. Dat vind ik wel een prettig idee. Het lastige is dat de bootsman en Sidro eigenlijk alleen Spaans praten. Dat communiceert lastig. Dat blijkt als Wouter en ik aan de beurt zijn. We zitten klaar met onze snorkelspullen op/aan op de rand van de boot als er plots een mantarog (‘mantaray’) opduikt. Ze vragen ons of we daar rond willen snorkelen. Ik denk dat Sidro vraagt of ik de rog zie. Ja, ik zie ‘m. Als Wouter in het water springt (hij was duidelijk wat sneller van begrip), spring ik er snel achteraan. Tuurlijk willen we snorkelen met een mantarog! De rog is enorm! We snorkelen er een hele tijd pal boven en naast. De rog is heel breed en plat (soort ruit of vierkant) met een hele lange dunne staart. Als de mantarog me bijna raakt met zijn staart, schrik ik toch wel even terug. Hoe was de ‘crocodile hunter’ Steve Irwin ook al weer aan zijn eind gekomen? Hij raakt me gelukkig niet. Als de mantarog echt gaat zwemmen, kunnen we hem al snel niet meer bijhouden. Wat een geweldige ervaring; zo dichtbij en zo groot! En dan moet het zwemmen met de walvishaai nog komen!
Na de mantarog moeten we de boot weer in en op zoek naar de haaien. Er is er één in de buurt. Zodra de boot er goed voor ligt, moeten we met snorkel op en vinnen aan de boot uitspringen en er idioot hard op af zwemmen. Sidro grijpt me snel vast om me in de goede richting te duwen. Eigenlijk sleurt hij me zo’n beetje door het water. Onze eerste poging mislukt. De walvishaai is veel sneller dan wij. We krijgen nog een poging. Dan komen we vlakbij de haai. Ik denk dat ik ‘m aan kan raken, maar durf het niet uit te proberen. De walvishaai heeft een kop als een walvis, met een enorme brede bek om de plankton mee te vangen. Het is een mix tussen een walvis en een haai. De achterkant is van een haai: een echte haaienstaart die omhoog het water uit steekt. Als we naast/boven zijn staart hangen, raakt hij me met zijn staart. Het is absoluut niet hard. Zijn huid voelt zelfs zacht en glad aan.
Na ons zijn de Mexicanen/Spanjaarden aan de beurt en dan weer de Amerikanen. We rouleren tot wij 3x met walvishaaien hebben gezwommen en dus 1x met een mantarog. We komen alle drie de keren echt heel dichtbij.
De derde keer zwem ik lang boven zijn kop; een enorme brede bek! Om het allemaal nog wat spannender te maken, verliest Wouter het luchtpijpje van zijn snorkel. Gelukkig valt de zon door het water op het pijpje, zodat hij hem snel terugvindt en kan opduiken. Dan weer snel naar de walvishaai zwemmen. Je moet echt enorm hard flipperen/zwemmen om zo’n haai bij te houden. Het ziet er sloom uit, zoals de haai zwemt, maar hij gaat best hard. Ik word er bekaf van.
Elke keer als we het water inspringen, grijpt Sidro me bij mijn arm. Erg prettig dat hij dicht in de buurt is, zodat ik weet waar ik naar toe moet zwemmen en hoe dichtbij ik kan komen. En dat is dichterbij dan je denkt!
Het is grappig om te zien hoeveel visjes om de grote haai heen zwemmen. Ze eten van zijn huid of ze zwemmen in zijn stroom mee.
Thuis hebben we gelezen dat een walvishaai gemiddeld 10 meter lang is en wel 300 kg zwaar kan worden. Het is dus een enorm beest, met een enorme bek en enorme kieuwen. Toch, als je erbij zwemt in het water valt het eigenlijk wel weer mee. Ik had van te voren gedacht dat ik het eng zou vinden om met zo’n enorm dier te zwemmen. Dat is het absoluut niet. Het is vooral geweldig! We komen steeds helemaal opgetogen uit het water.
Als we allemaal moe en voldaan zijn, varen we terug naar Isla Holbox. We zien nog drie dolfijnen die naast de boot komen zwemmen. Nu hebben we echt de ‘full monty”: mantarog, walvishaaien en dolfijnen!
Terug op het eiland kunnen we aanschuiven bij een lunchbuffet. We hebben maar 20 minuten de tijd, dus we moeten wel een beetje dooreten.
Als we klaar zijn om terug naar Cancun te vliegen, hangt er een enorme bui klaar om los te barsten. Hmmm…. Willen we zo wel de lucht in? Volgens de piloot is er niets aan de hand, omdat we de andere kant op zullen vliegen. Dus we gaan gewoon de lucht in. Wat nog wel even leuk is om te melden is dat de landing/startbaan op Holbox van gravel is gemaakt. Het voelt echt avontuurlijk om hierop met zo’n mini-vliegtuige te taxiën enzo.
De terugvlucht is een stuk ruwer dan heen. Er zijn meer wolken en we schudden regelmatig heen en weer van de luchtzakken. We komen ‘heel’ in Cancun aan natuurlijk.
Daar staat Antonio weer met de auto klaar om ons terug te brengen naar Playa del Carmen. We zijn rond 4 uur terug.
We hebben geen puf meer om naar het strand te gaan. We gaan lekker douchen en we bekijken de foto’s die we hebben gemaakt. Later gaan we uit eten bij “100% natural” aan de 5th Avenida. Een aanrader!
Dag 23 - Woensdag 30 juli 2008: Luieren aan het strand
Wouter is nog steeds aan de diarree. Dat duurt nu toch echt veel te lang. Hij eet en drinkt wel gewoon, maar het loopt er in etappes gewoon weer uit. Voor we naar het strand gaan, gaan we dus eerst naar een drogisterij om pillen te kopen. Ook brengen we wat was naar de wasserette, zodat we in schone kleren naar huis kunnen vliegen op vrijdag.
Dan nestelen we ons lekker onder een parasol op een bedje op het strand. We doen van half 11 tot 6 uur niets anders dan lezen, lopen, zwemmen en mensen kijken. Ja, het leven is een feestje! De zee is vrij ruw vandaag. Het waait behoorlijk en er zitten witten koppen op het water. Toch is het in de schaduw 35ºC en in de zon 45ºC. Je begrijpt; wij blijven strak in de schaduw onder de parasol. En we kijken met verbazing naar de mensen die vol in de zon liggen de hele dag. De één wordt er rood van, een ander dat niet eens.
Het is in Mexico bij wet verboden om je bloot of topless in het openbaar te vertonen. Je kunt er een fikse boete voor krijgen Toch liggen er twee vrouwen topless op de eerste rij bedjes, vol in het zicht. Ze trekken heel wat bekijks. De mannen zijn duidelijk geïnteresseerd. Eén man staat ze zelfs zonder schroom te filmen!
Benzinepomp trucs
Wouter heeft in de ‘lonely planet’ gelezen welke geldtrucs de bedienden van benzinepompen met toeristen uithalen. Hij is er elke keer als we tanken als de kippen bij om op te letten dat ons geen loer gedraaid wordt.
Wouter zet de auto bij de pomp en stapt eerst uit, kijkt of de meters van de benzinepomp op 0 staan en laat dan pas beginnen met tanken. Als de tank vol is, let hij goed op welk bedrag er op de teller staat voor het geval ze de teller snel op 0 zetten en ons een hoger bedrag willen laten betalen.
Bij een pomp tussen Calakmul en Bacalar heeft een groepje pompbedienden erg hun best gedaan om Wouter af te leiden met praatjes. Maar dat lukte ze niet. Wouter was een man met een missie! Jammer dat dit soort dingen nodig zijn. Gewoon een praatje maken met een pompbediende was wel zo leuk geweest.
’s Avonds storten we ons weer in de flaneer-parade’ we wandelen over ‘5 Avenida’ langs alle toeristenwinkeltjes, niet reagerend op alle winkeliers die onze aandacht proberen te trekken. We eten weer bij “100% natural”. Wouter koopt mooie slippers van het verjaardagsgeld dat hij van zijn ouders heeft gehad. We drinken koffie bij “Starbucks” en lopen weer naar ons hotel terug.
Op straat staat een man met een aapje. Je kunt tegen betaling met de aap op de foto. Dit soort dingen zou verboden moeten zijn. En waarom willen toeristen dit? Toch zijn er genoeg mensen die met de aap op de foto willen. Er staat een rij te wachten. Uit principe lopen wij snel door. Niet dat dat de aap helpt, helaas.
Dag 24 - Donderdag 31 juli 2008: En nog maar een dagje niets doen aan het strand
De vakantie is al weer bijna voorbij. We denken erover om vandaag een snorkeltrip te maken naar het rif dat hier voor de kust ligt. De zee is alleen nog zo ruw dat we ons afvragen of je wel voldoende zicht zult hebben. We besluiten het niet te doen. We regelen wel een tripje voor morgen; onze laatste dag in Mexico. Bij de “i” halen we een folder van “Hidden Worlds”. Daar kun je snorkelen in de cenote “dos ojos”. Het ligt even onder Xelha. De receptionist van ons hotel belt voor ons om een plek in de tour van 11 uur te reserveren. We hebben morgen dus een leuk laatste dagje! We vliegen dan om half 7 ’s avonds terug naar Nederland.
PSV in Mexico
Jongetjes in voetbalshirtjes; waar op de wereld zie je ze niet? Soms zijn het voetbalshirts van landen, meestal van clubs en dan staat er meestal ook een naam van een bekende speler op. We komen in Mexico opvallend veel Mexicaanse jongetjes met PSV shirts aan tegen. PSV? Wat maakt PSV voor de Mexicaan interessant? We komen er achter aan het einde van de vakantie als we anti-diarree pillen voor Wouter kopen in een drogisterij. De drogist begint Nederlandse voetbalclubs op te noemen. Hij vraagt waar we in Nederland vandaan komen en welke voetbalclub daar speelt. Dit is onze kans om het mysterie van de PSVshirts op te lossen….
Speelt er een Mexicaanse speler bij PSV? “Jawel, Salcido” zegt de drogist trots. Natuurlijk Salcido! Grappig dat één zo’n speler de interesse van vele Mexicanen voor het Nederlandse voetbal kan oproepen.
Tevreden dit geregeld te hebben, gaan we weer naar het strand. Lekker nog een dagje luieren.
Hier zijn de muzikanten alweer hard aan het werk. In andere landen komen er verkopers van frisdrank en sieraden langs lopen terwijl je van de zon geniet. Hier lopen muzikanten over het strand om te vragen of ze iets voor je mogen spelen. Dit kan een man alleen zijn met een gitaar, maar ook duo’s of een groep van vijf. Wat het zo bizar maakt is dat ze zelfs met een accordeon en een harp (!) over het hete strand lopen te zeulen. En ik zeg heet, het is echt heet. Vandaag meten we 35ºC in de schaduw en meer dan 50ºC in de zon! Onze thermometer geeft niet meer dan 50ºC aan en het rode streepje is hier voorbij geschoten.
We lunchen in een eettentje op het strand. ’s Avonds pakken we alvast wat spullen in zodat we morgenochtend op tijd op pad kunnen.
Dag 25/26 - Vrijdag 1 en zaterdag 2 augustus 2008: Snorkelen in de cenotes van "Hidden Worlds" – Terugvlucht van Cancun naar Amsterdam
Het is alweer onze laatste vakantiedag. Vanavond om half 7 vliegen we terug naar Nederland. Maar voor we gaan, gaan we nog iets leuks doen: snorkelen in druipsteengrotten!
We ontbijten in ons hotel om tijd te winnen. Dan pakken we de tas en checken uit. Rond half 10 zijn we op pad.
We gaan vanuit Playa del Carmen naar het zuiden, richting Tulum. Even ten zuiden van Xelha ligt aan de westkant van de weg “Hidden worlds”. Hier kun je allerlei activiteiten doen. Dat schijnt hier nogal hip te zijn. Er zijn allerlei attractieparken met uiteenlopend vertier. Waarschijnlijk om de verveelde strandbezoekers van Playa del Carmen bezig te houden met bereikbaar, commercieel vertier. Nou, wij gaan er even lekker aan mee doen! Tot nu toe zijn we niet zo onder de indruk van de ‘cenotes’ in Mexico. In Yucatan is een groot grottenstelsel onder de grond te vinden. Ooit was het oceaan en toen het land werd zijn er grotten onder de grond gevormd. Een aantal zijn toegankelijk voor toeristen. Sommige kun je alleen bekijken, maar in veel grotten/cenotes kun je zwemmen. Soms mag je er in snorkelen of duiken. Wij gaan vandaag snorkelen. Ik ben benieuwd wat we zullen zien!
We hebben gisteren een plek gereserveerd voor de ‘tour’ van 11 uur van vanochtend. We komen er mooi op tijd aan. We melden ons om half 11 bij de balie en we kunnen gelijk opstappen in een auto met open laadbak. De laadbak is niet het enige dat ‘open’ is aan de auto. Ook het motorblok, accu, et cetera ligt helemaal open. Het is nogal een merkwaardig voertuig. Het brengt ons door de bossen over hele hobbelige onverharde wegen naar de grot. Ergens in het bos zien we een gat in de grond. We krijgen een zwemvest aan, nemen onze snorkels mee en dalen met een gids de trap af de grot in.
Het is een echte druipsteengrot met hoge gewelven en veel stalactieten en stalagmieten. Het water is bijzonder frisjes. Veel kouder dan de zee of meertjes waar we eerder in gezwommen hebben. De grot is niet heel omvangrijk. We zwemmen achter de gids aan de grot door. Het is bijzonder om te zien dat de grot onder water eigenlijk eenzelfde vorm heeft als daarboven. Er zijn ook verschillende dieptes (hoogtes), spleten, stalagmieten en veel afgebroken stalactieten. Het is moeilijk om te kiezen waar je kijkt: boven water naar de bovenkant van de grot, of onder water naar de wondere wereld daar. We zijn de enigen in de grot en hebben alle tijd om op ons gemak rond te snorkelen. Als er andere groepen arriveren, besef ik pas hoe speciaal het is dat we hier met z’n tweeën zwemmen. De rust is verstoord door het gepraat van de anderen. Prettig dat wij toch niet met een groep mee hoefden. Zodra de anderen het water in gaan, moeten wij het water uit.
Boven blijkt dat onze ‘tour’ uit twee grotten bestaat. We gaan dus nog een grot in! De ‘jungle-mobiel’ brengt ons er weer heen. De tweede grot is heel anders dan de eerste. Het is wel een druipsteengrot, maar veel lager. Het is een labyrint van gangetjes tussen de stalactieten door. Op sommige plaatsen moet je echt met je snorkel onder water, anders zit je klem tegen het plafond. Ik blijf ook af en toe met mijn snorkel-pijp achter de stenen haken en moet even wrikken om weer verder te kunnen. Het is donker in deze grot. De gids en ik hebben beiden een zaklamp. Hiermee kan ik mooi de diepte in schijnen en vissen pesten door recht op ze af te schijnen. Er zijn best grote vissen en een heleboel kleintjes. Hoe komen zij hier? Ook in deze grot zijn wij de enigen. Heerlijk rustig en stil. Je hoort alleen ons gespetter en het gedruppel van de grot. Heel bijzonder om op deze manier in een druipsteengrot te zijn!
Als we ook hier een rondje gezwommen hebben, komen we weer boven de grond en zijn gelijk voer voor alle muggen. Bah!
De ‘jungle-mobiel’ brengt ons terug naar het begin. Daar trekken we droge kleren aan en maken ons klaar voor de terugreis naar huis.
Het is ongeveer half 1. De ‘tour’ duurt dus korter dan in de gids stond aangegeven. Daar stond 3 uur. We vermoeden dat dat inclusief de heen/terugreis is (als je opgehaald wordt in je hotel) of dat het inclusief andere activiteiten bij “Hidden Worlds” is. Het komt ons goed uit dat het wat korter duurt. Nu zijn we mooi op tijd om terug naar Cancun te rijden, te lunchen, de auto in te leveren en op tijd in te checken op het vliegveld.
We lunchen iets minder Mexicaans dan we van plan waren. We kunnen geen geschikt restaurant vinden langs de weg. We belanden bij de “Burger King”; ook lekker. We leveren de auto in op het vliegveld en zijn dan inderdaad mooi op tijd om in te checken. Er zijn meer mensen mooi op tijd. We staan een uur in de rij voor we daadwerkelijk ingecheckt zijn.
Bij de tax-free winkels zien we vrijwel meteen Anneloes. Anneloes is een nicht van Wouter en zij is stewardess bij Martin Air. Zij zit op dezelfde vlucht als wij. We hebben haar voor onze vakantie onze vluchtgegevens doorgegeven en zij heeft kunnen regelen dat zij op onze vlucht kon worden ingezet. Leuk! We praten even bij voor we het vliegtuig in moeten. Tijdens het vliegen komt ze geregeld langs ‘in functie’ en ook voor een gezellig praatje. Als het licht uit is en veel mensen slapen of een film zitten te kijken, komt ze langs met een klein flesje champage en chocolaatjes. We krijgen een VIP behandeling. Lekker!
Het is 9 uur en een kwartier vliegen terug. We hoeven gelukkig niet meer via Brussel. We landen rond 10.45 uur (Nederlandse tijd). Bij het uistappen blijven we nog even met Anneloes kletsen. De koffers moeten toch nog uitgeladen worden. Als we bij de bagageband komen, worden er al koffers rondgedraaid. We staan hier toch nog lang te wachten, omdat mijn tas als allerlaatste de band op komt.
Marcel en Roos staan al een tijdje op ons te wachten als we door de deuren komen. Zij komen ons gelukkig ophalen. Lekker dat we niet met de trein naar huis hoeven. Thuis wacht ons een prachtig bloeiende tuin (het is nogal vochtig weer geweest tijdens onze vakantie) en een poes die heel veel aandacht nodig heeft.