Mexico

Yucatan (2008)

Reisverslag Mexico - 2008

Yucatan

/reisverslagen/midden-amerika/mexico/reisverslag/14-16-juli-2008/

(c) Wouter en Carin van de Weerd


Uxmal, zwembad, Puuc-route en Campeche

Dag 7 - Maandag 14 juli 2008: Uxmal bekeken, en drie keer raden: juist..., weer lekker bij het zwembad gelegen

Na het overheerlijke Maya ontbijt (vers fruit, fruitsap met chaya, omelet met champignons/mozzarella/chaya en koffie) gaan we naar de ruïnes van Uxmal.

 

 

Uxmal maakt deel uit van de zogenaamde puuc route. Het was een belangrijke Maya stad van 600-900 na Christus. Het is anders dan Chichen Itza omdat dit in de heuvels ligt (puuc betekent heuvels) en er zijn veel reliefs bewaard gebleven. Als we het terrein opkomen, stuiten we direct op de ‘casa del advino’: een 39 meter hoge tempel met ovalen vorm. Het is gigantisch!

 

Daarachter ligt een paleis bestaande uit vier muren/tempels en een groene binnenplaats. Hier zal vanavond de ‘sound & lightshow’ zijn. De wanden zijn hier nog prachtig versierd. Chac (de regengod met zijn enorme neus) is overal terug te vinden en ook de slang is op veel plaatsen herkenbaar. Alles is versierd met puuc-motieven. Dit zijn grafische figuren zonder verdere betekenis (volgens mij). Er is natuurlijk weer een ‘juego de pelota’ (sportveld) met een ring waar een speer of bal door gegooid moest worden.

Dan gaan we naar de ‘gran piramide’. Dit is de belangrijkste tempel. Aan de noordkant is de trap omhoog mooi gerestaureerd. Hier gaan we omhoog. Ik ook. Het is 32 meter hoog. Het uitzicht vanaf de piramide over de jungle en de rest van Uxmal is prachtig. Alleen heb ik niet echt de rust om om me heen te kijken en te genieten. Ik moet namelijk ook weer omlaag en het is heel steil! Ook dat overleven we weer. Al kost het ons wel heel wat zweetdruppels.
Tot slot lopen we nog een rondje om het regeringspaleis en achter de piramide langs. Daar is het allemaal nog jungle-achtiger en is het niet gerestaureerd.
Een belangrijk symbool van de Maya’s, de dubbelhoofdige jaguar, gaat nog even op de foto. En dan is het mooi geweest. We hebben er dan ruim 3,5 uur rond gelopen. We hebben behoefte aan een lunch en een zwembad. In die volgorde.

 

 

We lunchen in Uxmal. Daar kopen we en-passant ook onze eerste souvenirs: een magnetisch fotolijstje voor op de koelkast en een stripboek over de Maya’s. Daarin wordt op grappige wijze de geschiedenis en alle wetenswaardigheden van de Maya’s beschreven. Nu kunnen we studeren vanmiddag aan het zwembad!
We ‘snellen’ naar het hotel en plonzen in het zwembad. Pss…. Lekker afkoelen!
We proberen de rest van de middag het hoofd en lijf koel te houden door te zwemmen en door in de schaduw van een stam van een palmboom te liggen. Dat lukt mij beter dan Wouter. Hij verbrandt zijn buik.

Fietsen

Nederland heet een ‘fietsland’ te zijn. Nou, de Mexicanen kunnen er ook wat van! De fiets lijkt hét transportmiddel van de arme Mexicaan die zich geen auto kan veroorloven. Het zijn over het algemeen gammele brikkies. In de bergen rond San Cristobal hebben ze luxere fietsen met versnelling. Dat mag ook wel want hier is het bijzonder steil.
Op het vlakke land (rond Valladolid, Pisté, Uxmal, ….) zien we veel bakfietsen. De bak is hier een soort metalen geraamte. Daar vervoeren ze van alles in. Langs de wegen zie je ze vol geladen met brandhout (verzameld in de bossen langs de weg). In de plaatsjes zien we ze volgeladen met boodschappen en ook als fiets-taxi’s (een soort riksja) met hele gezinnen erin. Zo handig, zo’n bakfiets!

 

We gaan op tijd eten om op tijd bij de ‘sound & lightshow’ van Uxmal te kunnen zijn. Daar komen we om half 8 aan. Het is dan nog even wachten voor de loketten open gaan waar ze ook de koptelefoons met vertaling uitgeven. Tot onze verrassing moet je daarvoor niet alleen betalen, maar ook een identiteitsbewijs achterlaten. Dat hebben we niet bij ons. Alle waardevolle spullen liggen in de kluis op onze kamer. Geen koptelefoons dus. We zijn weer overgeleverd aan onze deplorabele kennis van de Spaanse taal.

We lopen als één van de eersten de site op en kunnen op de eerste rij stoelen zitten. We hebben een geweldig uitzicht! De setting is heel mooi. Je kijkt uit over het paleis met zijn binnenplaats. Aan de linkerkant zien we de ‘casa del advino’ en recht vooruit de ‘casa de tortugas’ en de ‘gran piramide’.
Het licht en het verhaal spelen zich met name rond het paleis af. De piramide is maar een paar keer verlicht. Jammer. Van wat ik er van heb begrepen is dit een leuker verhaal dan in Chichen Itza. Daar waren alleen de lichteffecten weer afwisselender.
In deze show voeren ze rituelen uit om regen te laten komen. Er wordt veelvuldig ‘Cha..aak’ geroepen, de regengod. Wij zien de komst van Chak met angst en beven tegemoet. Er zijn veel wolken, na regen is het net weer droog en in de verte zie je de onweersflitsen in de lucht. We houden het gelukkig de hele show droog (3 kwartier).

 

 

 

Dag 8 - Dinsdag 15 juli 2008: Puuc-route gereden (dorpje Ticul en Maya-ruines Labna en Kabah)

We staan rustig op en na het ontbijt zijn we rond half 10 klaar om op pad te gaan. We gaan de ‘puuc route’ rijden. Deze gaat langs 4 ruïnes uit de periode dat de Puuc er woonden. Karakteristiek voor Puuc zijn tempels met veel pilaren/zuilen en geometrische figuren.

Maar eerst gaan we naar Tikul. Dit is een plaatsje waar volgens de receptionist van het hotel een leuke markt is. In Tikul parkeren we bij het centrale plein en lopen door het centrum een rondje naar de markt heen en weer. Langs de straten staan ter verfraaiing mooi nagemaakte Maya beelden.

 

 

De markt is overdekt en niet groot, maar wel authentiek en leuk om te zien. Ook al zijn we de enige blanken en enige toeristen die er rondlopen, hebben we niet het gevoel dat we vreselijk opvallen. Of dat ze erg op ons letten. We kunnen er rustig rondkijken. Het is leuk om te zien hoe ze er met eigen gekweekte waar zitten. Een ‘senora’ verkoopt groene pepertjes. Ze heeft er niet veel. Maar ze heeft ze wel mooi opgestapeld in stapeltjes van 5 pepertjes. Meer dan 5 stapeltjes heeft ze niet. Wij kopen 2 mango’s bij een oud vrouwtje voor 8 pesos. Deze zijn voor de lunch.

 

 

Terug op het plein is het nog even dikke pret, vooral voor mij. Wouter vraagt aan 3 dames op leeftijd, die in traditionele kledij op een bankje zitten, of hij een foto mag maken. Hij krijgt veel gelach en een heel verhaal in het Spaans terug. Què? Mag het nu wel of mag het niet? Hij snapt er niets van! Uiteindelijk begrijpen we dat hij wel een foto mag maken, maar dat de dames er een flesje cola als beloning voor willen hebben. Omdat we in de nabijheid geen plek zien om cola te kopen, laten we deze fotokans voorbij gaan. Jammer, ik vond ze erg grappig; de 3 dames. Zelf hebben ze zo mogelijk nog meer pret. Ik heb het tafereel van een afstandje op de foto gezet.

 

 

Als ik bij het plein een foto sta te nemen van een Maya beeld, word ik aangesproken door een jong meisje. Ze gaat er echt even voor staan en vraagt dan in het Engels hoe ik heet. Twee oudere dames (later blijken dit haar moeder en oma te zijn) knikken haar bemoedigend toe. Zij heet Monica en is 10 jaar en ze wil graag haar Engels oefenen. Ook dit is een erg leuke ontmoeting. Oma moedigt mij aan om meer Engels te praten omdat haar kleindochter moet oefenen. Ik moet zeggen, voor een 10 jarige spreekt ze het al aardig goed! Erg leuk dit soort dingen.

Het is al 12 uur geweest als we Tikul verlaten. Dan moet de puuc-route nog beginnen. Dit levert nog wel wat problemen op omdat we in een stadje de weg kwijtraken. Als we het echt niet meer weten, stopt er een taxichauffeur naast ons. Hij spreekt vloeiend Engels en wijst ons de weg. Dank, dank, dank!

Onze eerste stop is de ruïne Labná. Daar eten we eerst onze lunch op: heerlijke rijpe mango’s, zakje tortillachips en cola.
Dan gaan we het complex bekijken. Labná heeft één van de breedste gebouwen die er in de Maya regio zijn. Het geheel is behoorlijk vervallen. Er voor ligt een groot grasveld die het geheel een mooie aanblik geeft. Mot mots en zwaluwen vliegen af en aan bij de ruïne. Vaak met een prooi in de bek (salamandertjes). In Labná is ook een boog die mooi in tact is (of te wel: gerestaureerd).
Labná schijnt de mooiste van de puuc-ruïnes te zijn. Voor ons, nadat we Chichen Itza en Uxmal al hebben gezien, valt het wat tegen.

 

 

Omdat het al 3 uur is, erg heet is en het zwembad lonkt, besluiten we 2 ruïnes over te slaan (Sayil en Xlapak). We gaan alleen nog naar Kabah.

Kabah heeft een behoorlijke oppervlakte. Wij beperken ons tot het oost-deel van het complex, waar nog de mooiste en meest herkenbare gebouwen staan. In Kabah is ‘El palacio de los Mascarones’ het opvallendst. Dit is een façade met 300 maskers/afbeeldingen van de regengod Chac. Regenwater was hier duidelijk erg belangrijk om te kunnen overleven. Het water vingen ze op in ondergrondse reservoirs. Deze zijn in Kabah ook nog te zien. Ook op andere plekken in deze regio trouwens.

Na Kabah snellen we terug naar het hotel en gaan we lekker zwemmen.
’s Avonds gaan we uit eten bij de ‘buurman’: een 5 sterren hotel naast het onze. De bediening is erg vriendelijk en het eten (kip fajitas) is erg lekker.

 

 

 

Dag 9 - Woensdag 16 juli 2008: Rijden naar Campeche en het stadje bekeken

We hebben het idee dat we een behoorlijke auto-dag voor de boeg hebben. De receptionist wijst ons de beste route aan op de kaart en zo valt het eigenlijk allemaal best mee. We verlaten het hotel rond half 10. Jammer dat we hier weg moeten, het is hier heerlijk. Vriendelijk personeel, prettige ruime kamer, mooi zwembad, een goed restaurant en dit alles op loopafstand van de ruïnes van Uxmal. Het is bijzonder prettig om hier heen te kunnen lopen in plaats van eerst weer de auto in te moeten. Afijn, het zit er hier op. We gaan verder.


We rijden via Muná naar Campeche, waar we rond 12 uur aankomen. Eigenlijk rijden we rechtstreeks naar het centrum van deze drukke stad. Totdat we ‘Avenida Central’ aangegeven zien staan op de borden. Omdat we naar het centrum willen, volgen we deze borden. ‘Avenida Central’ dat moet toch in het centrum liggen?! Fout, we rijden er nu juist vanaf. Keren en opnieuw proberen. Daarna rijden we foutloos naar het beoogde hotel: “Hotel America”. Pal in het centrum. Het is overal hartstikke druk. De smalle straten staan vol geparkeerde en rijdende auto’s. Bij het hotel kunnen we niet parkeren. De oplossing is dat ik eruit ga en een hotelkamer ga regelen en Wouter rondjes blijft rijden om het hotel. Er is gelukkig nog plaats in het hotel (510 pesos voor 1 nacht, inclusief ontbijt). Niet gek!

Als Wouter weer voor het hotel langs komt, is er gelukkig een plaatsje om even stil te staan. Hup, tassen uit de auto en snel naar de kamer brengen. Het hotel heeft parkeerplaatsen 3 blokken verderop. We parkeren de auto daar en beginnen aan de stadswandeling die in de Lonely Planet is beschreven.

Het centrum van Campeche is recent helemaal opgeknapt en gerestaureerd. De huizen zijn in mooie kleuren geschilderd. Dit geeft een heel fleurig en frisse uitstraling. Het is leuk om hier tussendoor te wandelen. Bijna alle huizen hebben prachtige gevels.

 

Wat Campeche ook speciaal maakt, zijn de overblijfselen van de verdedigingswerken tegen de piraten. Dit stamt uit 1600-1700. Delen van de muur en verdedigingstorens (baluartes) zijn bewaard gebleven. In één van deze torens is een botanische tuin. De entree hiervoor is 10 pesos p.p. en is eigenlijk het geld niet waard. De tuin is heel klein qua oppervlak en er bloeit niet veel. Jammer.
De wandeling is in totaal 2 km en ze zeggen dat dit ongeveer 2 uur duurt. Wij doen er met allerlei fotostops en een lunchstop de rest van de middag over.

 

 

We komen oververhit weer bij het hotel terug. Het is strak zonnig en snikheet in de stad. Ik gok wel 40ºC en dan overdrijf ik echt niet. Terug in het hotel leg ik de thermometer voor onze deur. Dit is in de schaduw in de buitenlucht: 32 ºC. Dan is mijn 40 ºC in de zon wellicht nog een voorzichtige schatting geweest. Onze kamer voelt als een koelkast. We hebben de airco de hele middag laten draaien op 24 ºC. Het is alsof je een koelcel binnenstapt. Van de douche frissen we ook weer lekker op.

’s Avonds gaan we weer uit eten en daarna gaan we naar ‘Plaza Principal’. Het wordt al aardig donker en de lucht heeft een rozige gloed. Dit geeft met de verlichte gebouwen langs het plein een mooi gezicht. Op het plein is het een gezellige boel. De temperatuur is in middels aangenaam en iedereen komt te voorschijn. Wij zitten een tijdje tussen de flanerende Mexicanen lekker een ijskoffie te drinken en rustig mensen kijken; een heerlijk tijdverdrijf.