Dag 13 - Dinsdag 31 juli: Godafoss en Urban knitting
De wekker, of beter gezegd Wouters wekker, staat op half 4. Hij wil bij zonsopkomst de waterval fotograferen. De zon gaat hier belachelijk vroeg op. Wouter dus ook.
Als hij, gewapend met statief en fototoestel de camper uitklautert, draai ik me nog eens om en slaap lekker verder.
Even een uurtje fotograferen loopt uit de hand. Wouter komt om kwart over 7 terug in bed.
Rond zonsopkomst is het bewolkt. Als ik bij mijn positieven kom, is het strak blauw en zonnig.
’s Ochtends hebben we spijt dat we 2000 kronen hebben betaald voor de camping. De camping-wc blijkt een toilet dat toegankelijk is voor iedereen. Alle dagjesmensen uit de touringcars maken er dankbaar gebruik van. Gratis. Een plek om af te wassen is er niet. Wij wassen af bij de wasbakken in het wc-hok, omringd door Fransen. Het vallende water heeft hen geïnspireerd en de busgangers moeten massaal naar de wc. Er is één douche en deze hangt in een hokje dat is aangebouwd bij een vervallen schuur. Wouter durft het aan. Een heerlijke douche, als ik hem mag geloven.
Na het ontbijt wil ik de waterval ook nog even zien voor we verder gaan. Aan de kant van het benzinestation (zuid oost?) kun je aan de onderkant van de waterval komen. Dit geeft een mooi perspectief op die muur van vallend water. Aan water is hier in IJsland geen gebrek. Er komen enorme hoeveelheden via de watervallen omlaag stromen. Er zijn veel watervallen. De bekende die op de kaart staan. Maar er zijn ook vele kleine watervalletjes die je vanaf de weg kunt zien en die niet aangekondigd worden op de routekaart.
Rond half 12 gaan we op pad, voor wat eigenlijk een autodag zou moeten worden. We gaan via de rondweg naar het westen. Ons doel is Pingvellir, maar dat zullen we vandaag niet meer halen. Zeker niet als de stadse verleidingen van Akureyri ons te veel worden. Gedachten aan luxe koffie met taart zorgen ervoor dat we de camper parkeren en het stadshart in wandelen. Daar genieten we van een goede kop cappuccino met een heerlijk stuk chocoladetaart. Nu we er toch zijn nemen we een kijkje in de kerk. Deze is gemaakt door dezelfde architect als de bekende kerk van Reykjavik en heeft mooie glas in lood ramen. Op weg naar de kerk zie ik voor het eerst ‘urban knitting’ in het echt. Ik had in tijdschriften gelezen over dit fenomeen, maar kon me niet voorstellen dat er echt mensen zijn die lapjes om openbare bankjes en prullenbakken breien. Hier is een artistiekeling aan de slag gegaan met een lantaarnpaal. Ik twijfel eraan of ik het lollig of een nieuwe vorm van vervuiling vind.
We lunchen op een bijzondere plek: naast het kerkje van Silfrastadir. Dit is een typisch rood/wit IJslands kerkje. Het ligt tegen een kale berg bij een huis en een kleine begraafplaats. De kerk lijkt van een afstand wit bepleisterd, maar dit blijken wit geschilderde ijzeren platen te zijn. In IJsland staan veel kleine kerkjes. Vaak slechts omringd door één tot vijf huizen en wat boerenschuren. Wie zou in al deze kerkjes de zondagmis leiden?
’s Middags stoppen we nog een keer om even de benen te strekken: Gauksmyri. Dit ligt vlakbij Laugarbakki. Het is een klein natuurgebied dat links van de weg ligt en waar een vlonderpad naar een vogelkijkhut leidt. Tot onze verrassing staat er in de hut een telescoop. De telescoop is gezekerd aan de grond met een schlemielig ijzeren kettinkje. Dit zou in Nederland nooit kunnen! Helaas is de telescoop van een matige kwaliteit. Ik kan door mijn verrekijker meer zien. Zou hij er daarom nog staan?
Het is inmiddels half 7 als we weer in de auto stappen. Wouter zegt dat hij, ondanks de korte nacht, nog fris genoeg is om een uurtje door te rijden. Dat doen we dus. Het weer lijkt om te slaan. Er staat een fikse wind en de wolken hangen steeds lager.
We willen kamperen in Birfrost. Dat blijkt een universiteitscampus te zijn, waarvan de studentenkamers in de zomer worden verhuurd als hotelkamer. Het ziet er troosteloos en saai uit. Er is geen camping. Even verderop is gelukkig wel een camping. We overnachten in Munadarness.
We belanden in een restaurant bij een vakantiepark met huurhuisjes, waar we patat en een hamburger eten. Als ik vraag waar de camping is, wordt me verteld dat we terug moeten rijden richting de hoofdweg. We moeten doorrijden tot een bocht waar een bord staat met een ‘ugly poodle’ erop. ‘A strange sign with an ugly poodle, but we like it’. Daar moeten we naar links een weggetje in. Dit brengt ons inderdaad bij een ‘camping’. Waar we moeten betalen? Geen idee. Dat doen we dus, geheel tegen onze gewoonte in, niet. Er is een hokje met twee wc’s. Er is geen douche. Er zijn wel twee vieze wasbakken buiten met alleen koud water. Maar de wc’s zijn verwarmd, dat maakt veel goed. Kortom: geen luxe camping. Maar na een lange dag hoor je ons niet klagen. Het is inmiddels half 10.
Dag 14 - Woensdag 1 augustus: Boeddhisme op IJsland
Uitgebreid toiletteren zit er niet in op deze ultra eenvoudige camping. We zijn daarom op tijd op pad. Zo op tijd dat de supermarkt in Borgarnes nog niet open is. Deze gaat pas om 10 uur open.
We rijden vandaag naar Pingvellir en rijden via de rondweg door de tunnel (tol 1300 of 1400 IJslandse kronen).
In Pingvellir stoppen we bij het eerste visitorcenter en smachten naar een kop koffie en wat lekkers. Maar dat hebben ze niet. We rijden door naar het tweede visitorcenter. Daar is een klein cafetaria met een terras in de zon. Het is mooi weer vandaag. De basistemperatuur is wel lager dan in het noorden bij Myvatn en er staat een frisse wind. We rijden naar een P in het centrum van het nationaal park. Daar wandelen we langs een aardscheur naar een waterval. Pingvellir is bekend mede omdat het ligt op twee verschillende continentale platen. Deze platen schuiven langzaam uit elkaar en in de scheur is nieuw land ontstaan. In Pingvellir werd vroeger de landraad gehouden. Alle bewoners van IJsland kwamen hier samen om wetten op te stellen en er werd recht gesproken.
Als we naar de camper teruglopen zien we iets bijzonders: een groep Boeddhistische monniken loopt door het park en in de stroompjes met koud water. Kale hoofden en oranje doeken als kledij. Ze hebben de grootste lol. Onverwachte verschijningen in IJsland.
Landschappelijk vinden we Pingvellir niet zo indrukwekkend. Het is meer het verhaal eromheen dat het gebied interessant maakt (landraad, twee continentale platen).
We zoeken een plekje op de camping bij de tweede visitorcenter. Het waait inmiddels flink en buiten zitten is daardoor niet lekker meer. Als de zon onder is (11 uur) gaat de wind weer liggen. Beetje laat.
Dag 15 - Donderdag 2 augustus: de geiser Geysir
De camping heeft goede douches (yeah!). Helaas maar twee voor de gehele camping. De wastafels zijn in de wc’s. Er staat dus én een rij voor de douches én een rij voor de wc’s. Ons ochtendritueel duurt hierdoor aanmerkelijk langer dan gebruikelijk.
De zon schijnt weer en de wind houdt zich nog koest. Voor we vertrekken drinken we een kop koffie voor de camper. Om 12 uur hebben we geen smoes meer om nog langer in de zon te blijven zitten. Chop, chop op naar Gullfoss.
Gullfoss ligt op een klein uurtje rijden. We zijn er niet de enigen. De parkeerplaats staat vol met bussen. We zien mensen met stickers op hun jas; bus nummers variërend van 1 t/m 7. En dat is dan nog maar één van de vele reisorganisaties die hier rondlopen.
De waterval is enorm breed en groot. Breder dan de andere watervallen die we hebben gezien op IJsland, zo lijkt het. Om bij een bepaald uitzichtpunt te komen, moet je door een splashzone van de waterval. Als je een beetje pech hebt en de wind wappert net verkeerd, dan kun je er behoorlijk nat van worden. Dat worden we dus ook.
Er is een uitgebreid restaurant en een winkel. Deze waterval blijkt een ware toeristische attractie te zijn. We lunchen op een parkeerplaats bij de waterval. En als we daar weg willen rijden (half 3) staat de zon net zo dat er een regenboog voor de waterval is te zien. Eerder was dat nog niet het geval omdat de zon nog niet loodrecht/voor de waterval stond. Toch maar weer even een fotootje maken dus.
Dan rijden we naar Geysir. Daar zijn we op de heenweg naar de waterval ook al doorgereden. Hier zoeken we een vlak en windstil plekje op de camping. Beide lukt niet. De camper staat scheef (net als vele nachten hiervoor). Dit keer rol ik naar Wouter toe in bed. Meestal was het andersom. Uit de wind zitten, lukt alleen als we strak met ons rug tegen de camper aan gaan zitten bij een band. Helaas zit je dan ook in de schaduw. Optimaal is het dus niet. We lezen wat en wachten af tot de toeristenstroom Geysir verlaat. Rond half 7 gaan we de geisers Geysir en Stokkur bekijken. Geysir spuit niet meer. Stokkur wel. De tussenpozen tussen de uitbarstingen zijn onregelmatig en hij spuit ook niet elke keer even heftig. Een uitbarsting voorspellen is lastig, zodat we met het nemen van een foto te vroeg of net te laat zijn. Na drie spuitrondes houden we het voor gezien. Op naar het restaurant.
We hebben een tafeltje besproken in het restaurant van hotel Geysir. Daar eten we een voortreffelijke biefstuk. Echt een traktatie na twee weken macaroni met gehaktballen, rijst met kipnuggets, hamburger en pizza. We eten met uitzicht op de spuitende geiser. Top!
Dag 16 - Vrijdag 3 augustus: Een schoon afscheid
Ik slaap onrustig. De tweede helft van de nacht begin ik alvast met inpakken en schoonmaken van de camper. Ik krijg het er onder mijn dikke dekbed warm van. Als de wekker om half acht gaat, lig ik net weer lekker te slapen. Zal je altijd zien.
We pakken in, maken de camper van binnen schoon en Wouter scheert zijn George Cloony stoppels eraf. We vertrekken naar Keflavik, waar we de camper in moeten leveren en waar we om half 5 met het vliegtuig vertrekken. Terug naar huis.
Maar voor we teruggaan, drinken we koffie op het terras bij Geysir en eten er een enorm stuk chocoladetaart bij. Het is nog maar half 11 maar hier halen we het wel mee tot (en met?) het avondeten.
Op weg naar Keflavik wast Wouter de buitenkant van de camper (= verplicht; opdracht van de verhuurder) bij een pompstation. Hier kun je gratis met enorme borstels en tuinslangen je auto wassen.
We zijn om twee uur bij de autoverhuurder. Daar duurt het even voor alles is afgehandeld. Onze lekke band zorgt voor vertraging. In die tijd zien we op internet dat Ranomi Kromowidjojo een gouden medaille heeft gewonnen met zwemmen en Marianne Vos met wielrennen (Olympische Spelen Londen). Epke Zonderland heeft zich als eerste geplaatst voor de finale rekstok (turnen). Tot slot kijken we nog even naar het weerbericht op internet. Redelijk. Dan zijn we klaar om terug naar huis te gaan. Op naar de poezen!