Madagaskar

Eiland van de lemuren en Baobab-bomen (2013)

Reisverslag Madagaskar - 2013

Eiland van de lemuren en Baobab-bomen

/reisverslagen/afrika/madagaskar/reisverslag/09-11-augustus-2013-tsingy-de-bemaraha-np-en-kirindy-private-reserve/

(c) Wouter en Carin van de Weerd


Tsingy de Bemaraha NP en Kirindy Private Reserve

Vrijdag 9 augustus - Tsingy de Bemaraha NP (Kano-tochtje, en Wouter doet de wandeling in de Kleine Tsingy)

Deze dag gaat Carin niet mee met een wandeltocht, dus hieronder staat eerst het verslag van de dag zoals Carin dat heeft meegemaakt (incl. een intermezzo), en daarna in het kader het verslag zoals Wouter het heeft meegemaakt!

Vandaag gaan we een kanotocht maken en vanaf het water grotten bezoeken. Yeah, denk ik, eindelijk weer wat activiteit. Totdat Wouter me met de realiteit confronteert. We gaan natuurlijk niet zelf peddelen. Er staat ongetwijfeld een mannetje klaar die het 'zware werk' voor ons gaat doen. Dat blijkt inderdaad het geval.
We stappen in een kano die bestaat uit twee uitgeholde boomstammen die zijdelings aan elkaar zijn vastgemaakt. Een zitplank wordt over beide boten gelegd. Het ziet er wiebeliger uit dan het blijkt te zijn. We varen de rivier op en bezoeken twee grotten die beide verrassend groot zijn. In de grotten zijn stalactieten, een paar nachtvlinders en kakkerlakken (yek) te zien. Ook varen we langs een graf dat bestaat uit drie schedels op een rotsrichel, hoog boven het water. Als we voor de derde keer aanmeren sta ik al klaar om uit de boot te stappen. Maar dat blijkt niet de bedoeling. Wouter gaat hier met Tata aan wal om een wandeling te maken door de kleine Tsingy. De wandeling is volgens Theo ongeschikt voor mensen met hoogtevrees. (Als Wouter 's middags in het hotel terugkomt zegt hij dat het reuze meeviel en dat ik het ook wel had kunnen doen). Ook al zit ik nog met de bootsman en Theo in de boot; ik voel me heel alleen als we terugvaren naar het beginpunt.

Mijn poging om nog met Theo een wandeling te maken in de kleine Tsingy strandt. Je mag alleen met een NP-gids het nationaal park in. En een gids is op deze korte termijn niet meer te regelen. Jammer. Ik word afgezet bij het hotel.

Tja, en nu? Het hotel is verlaten; alle gasten zijn op pad. Het is half 10 en Wouter komt pas rond half 3 weer terug. Ik besluit naar het dorp te lopen. Bekopaka ligt 1-2 km vanaf ons hotel. Het voelt onwennig om alleen hier rond te lopen. Zonder Wouter. Maar vooral ook zonder gids of chauffeur. Niemand die zegt waar ik heen moet, wat ik moet zien of waar ik voor op moet passen.

Alleen op pad

Alleen op pad, zonder Wouter, zonder gids. Alle tijd en ruimte om het leven op Madagaskar in me op te nemen en in contact te komen met de bevolking. Dat lijkt gemakkelijk als ik het hotel verlaat, maar blijkt al snel ingewikkelder dan ik heb gedacht.

Ik voel me even als iemand van hier: sloffend over een stoffige weg en in de berm schuilend als er een 4WD met toeristen langs komt scheuren. Waarna het nog even stof happen is tot alles weer rustig is.

Maar dan hoor ik kinderstemmen vazah roepen.

Ik voel me een toerist als kinderen op me af komen hollen. Om vervolgens in één adem door om snoep (bonbon) te vragen. Ik ben opgevoed met 'kinderen die vragen worden overgeslagen'. Ze krijgen dus niets. Eén jongetje gelooft me niet als ik zeg dat ik geen bonbon heb. Hij wijst op de zak van mijn rok. Deze lijkt goed gevuld, maar tot teleurstelling van het jongetje slechts met papieren zakdoeken en de wekker. Wouter heeft het horloge en mijn fototoestel en ik wil toch enig benul hebben van de tijd. Het jongetje gelooft me pas als ik alles uit mijn zakken haal.

Ik wandel op mijn gemak verder. Althans, ik hoop dat het er zo uit ziet.

De vrouwen in Madagaskar dragen prachtig gekleurde doeken. Ik heb mezelf beloofd dat als ik een mooie doek zie, ik deze mag kopen vandaag. Maar als ik bij de marktkramen kom, verstommen alle gesprekken om me heen. Elke beweging die ik maak wordt door een ontelbaar aantal ogen gevolgd. Waar ik in Nederland lekker ongestoord in een bak met aanbiedingen kan graaien, durf ik hier niets aan te raken.

Ik probeer zo min mogelijk op te vallen. Dat is niet eenvoudig.

Ik voel me koningin Máxima op werkbezoek. Ik zwaai en groet in verschillende talen: salama, bonjour, hello! Een vrouw komt gehaast met een baby op de arm haar huis uit. Ze wil het hoog bezoek niet missen. Ze wijst naar mij, noemt me vazah en zegt tegen de baby dat het naar me moet zwaaien. Ik voel me hoogst ongemakkelijk.

Maar dat haalt het niet bij het ongemak dat ik voel als ik terug loop naar het hotel.

Ik voel me een makkelijke prooi als ik net buiten het dorp drie mannen tegen kom. Eén van hen draagt een cd-speler of radio op zijn schouder. Een ander danst voor me. En de derde lacht hem uit. Ingaan op avances van welke aard ook lijkt me niet zo'n goed idee.

Dus ik glimlach breed, zwaai, zeg salama en loop rustig door. Dat werkt hier altijd.

Om 11 uur lig ik onder een parasol bij het zwembad. Dit blijft 1,5 uur mijn privé zwembad, tot de eerste mensen terugkomen van hun excursie. Ik zit nog te lunchen als Wouter om half 2 terugkomt van zijn tripje; eerder dan verwacht. Hij kan nog net mijn toetje helpen opeten. Zijn lunch bestond weer uit twee droge stokbroodjes, terwijl ik een 3-gangen diner voorgeschoteld heb gekregen.

De rest van de middag brengen we door bij het zwembad, op de wc en in bed. Vanaf 4 uur beginnen mijn darmen te krampen. Dan start het algehele leegloop-proces. Aan twee kanten. Hoe beroerd kun je je voelen? Heel beroerd. Dit duurt tot driekwart van de nacht, daarna lijk ik voldoende leeg en lukt het me zowaar weer om water en ORS binnen te houden.

De belevenissen van Wouter

Nadat de piroque (soort catamaran-achtige kano, gemaakt van twee halve boomstammen) weer naar de kant is gevaren, begrijpen we dat dit het beginpunt is van mijn wandeling. Carin vaart vanaf hier terug. Samen met gids Tata begin in aan de beklimming van de steile oeverwand. Het is goed te doen en ik kan voldoende grip met mijn schoenen vinden. Af en toe kan ik me aan een boompje omhoog hijsen. Op aanraden van Theo heb ik niet mijn eigen rugzak met fotospullen meegenomen, want we zouden vandaag flink moeten klimmen. Een fototas van 9 kg zou volgens Theo te zwaar zijn. Ik loop dus met de rugzak van Carin en haar (kleine) fototoestel. Ik kom fluitend omhoog. Ik baal wel want ik had zonder problemen ook de grote fototas mee kunnen nemen. Ik ben het inmiddels wel gewend en mijn benen kunnen aardig wat hebben. Het was echt niet meer klimmen en klauteren dan gisteren. Dan had ik met mijn spiegelreflex camera en 100-400 lens kunnen werken.

In het bosachtige deel zien we een cocquerel's coua. Dit is één van de zeven soorten coua op Madagaskar. Deze heeft, net als de giant coua, een blauw oog en een mooie roodachtige borst. Hij scharrelt op de bosbodem op zoek naar eten. Door het bosachtige stuk lopen we naar een uitzichtpunt bij de rivier. Nu kan ik van bovenaf de plekken zien waar we met de kano zijn geweest.

Daarna gaan we naar een stuk van de kleine Tsingy. Na wat klauterwerk hebben we een mooi uitzicht over de rotsen van de Tsingy. Scherpe punten en weer van die 'hoedjes' van kalksteen die door erosie zijn ontstaan. Er liggen grote slakkenhuizen. Leeg, omdat de bewoners het loodje hebben gelegd na de laatste regenperiode. Bij gebrek aan Carin, heb ik de gids gevraagd een foto van mij te maken, wat gelukkig prima lukt.

Als we aan de rand van het Tsingy gebied lopen, ziet Tata opeens bruine lemuren in de verte (common brown lemur). Zij springen van rotspunt naar rotspunt. Ze zijn te ver voor een foto. Erg knap dat Tata ze zonder verrekijker heeft gezien! We lopen snel verder om dichterbij te komen. Het blijft ver weg, maar helemaal ingezoomd met het fototoestel zijn ze toch enigszins herkenbaar. Wow, wat super om dit zo mee te kunnen maken! Een groep van ongeveer vijftien lemuren komend vanuit het bos, springen over de rotsen. Ongelooflijk dat ze hun poten niet bezeren aan de vlijmscherpe rotspunten. Grappig ook om soms alleen de staartpunten te zien bewegen van rechts naar links, als het beest zelf net achter een rotspunt verscholen zit. Als ze allemaal zijn overgestoken, en ik genoeg foto's en filmpjes heb gemaakt, lopen we weer verder.

Via een bosachtig stuk lopen we richting de rivier, nog steeds op hoogte. De paradise fly catcher laat zich weer horen en gelukkig ook zien. Dit keer een bruin-witte variant. We (of eigenlijk Tata) spotten kameleons en we zien prachtig gekleurde vlinders. Op een mooi schaduwplekje houden we rond half 1 pauze; tijd voor de lunch. Mijn hotel-lunchpakket bestaat uit twee stukken stokbrood met omelet. Het is iets minder droog dan gisteren. Tata mag dan een Engels sprekende gids worden genoemd, echt een gesprek voeren zit er niet in. Een te lange zin of iets moeilijkere woorden zijn al snel onbegrijpelijk voor hem.

Na een rustige lunch gaan we weer op pad. We lopen in een rustig tempo. En opeens krijg ik door dat we alweer vlakbij het beginpunt zijn waar we vanochtend met de piroque zijn weggevaren. Tata heeft vast doorgegeven dat we rond 1 uur terugkomen, want hij heeft niet zo'n haast meer. Jammer, ik dacht dat we na de lunchpauze nog wel een stuk zouden lopen, maar dit is dus al weer het einde van de wandeling. Als we terug bij de auto komen, begroet Theo me met "congratulations". Uh, waarom dan? "Because you completed the walk so fast".
Blijkbaar doen anderen er veel langer over. Misschien komt het door de lichte bepakking. Misschien heb ik inmiddels een goede wandel- en klimconditie gekregen. Ik had mijn zware rugzak wel mee kunnen nemen. En, waar ik nog het meest van baal, Carin had dit ook best kunnen doen. Ook met haar hoogtevrees. Er zitten niet te hoge of enge stukken in en ook het klim- en klauterwerk valt mee (zeker als je gewoon goed fit bent). Maar ja, dat weet je dus pas achteraf. Ik ben benieuwd of Carin nog iets leuks heeft gedaan in de tussentijd.

Zaterdag 10 augsutus - Tsingy de Bemaraha NP (wandeling in de Kleine Tsingy)

Mijn ontbijt bestaat uit thee met suiker en een heel klein beetje stokbrood met honing. Nu komt de kennis die we tijdens deze trip hebben opgedaan over natuurlijke geneesmiddelen van pas. Honing is goed voor de maag. Dit alles moet me voldoende op krachten brengen om een wandeling in de kleine Tsingy te kunnen volbrengen.

Wouter zijn maag is ook weer van slag. We denken dat het zwembadwater schuldig is aan onze maag- en darmproblemen. We hebben vermoedelijk beiden water binnen gekregen bij een verfrissende duik gisteren.

Onze mannen, Joslin, Theo en Tata, staan op ons te wachten om ons naar de start van de wandeling te brengen. We hebben afgesproken dat we de lange wandeling door de kleine Tsingy gaan maken. Dit is een combinatie van het labyrint, een aantal uitzichtpunten en het bos. Ik loop al snel enorm te zweten. Het klamme zweet gutst langs mijn gezicht naar beneden. En het komt niet alleen door de smalle randjes en trappen in de rotsen tijdens de wandeling, dat ik slappe knieën heb. Een dagje slapen had waarschijnlijk een beter idee geweest dan klauteren over de rotsen van de Tsingy. Maar ja, nu kan ik eindelijk ook mee met een excursie en ik laat deze mogelijkheid niet aan mijn neus voorbij gaan!

De Tsingy vormen bizarre rotsformaties. Grijze rotsen met scherpe punten. Als je even niet oplet en je stoot aan de stenen, loop je met een bloedend scheenbeen. Je mag drie keer raden wie van ons dit overkomt. De rotsen zijn diep uitgesleten en gespleten waardoor een labyrint is ontstaan. Een bizarre omgeving.

Er zijn veel muggen hier dankzij de kleine plasjes tussen de rotsen. En uitgerekend vandaag hebben wij geen muggenspray bij ons. Tata wijst tijdens de wandeling in het bos weer een aantal planten, bomen en andere verschijnselen aan. Velen herkennen we inmiddels. Nog even en we hebben geen gids meer nodig.

De wandeling is korter dan we dachten. Eigenlijk is dat ook wel goed. Fit zijn we allerminst en als we om half 11 terug zijn bij het hotel liggen we eerst ruim een uur uitgeteld op bed.

De rest van de dag besteden we heel nuttig met luieren bij het zwembad. We mijden de zon en het koude water. Ik beperk me bij de lunch tot thee en een stokbroodje met honing. Wouter gaat aan de kip met macaroni. Ik moet er niet aan denken. 's Avonds eet ik ook weer een beetje 'gewoon' warm eten. Ik hoop dat mijn maag morgen weer helemaal op orde is. Urenlang in de auto over een slechte weg hobbelen, zonder mogelijkheid van een sanitaire stop zonder drommen kinderen om je heen, wordt anders een behoorlijke uitdaging.

Zondag 11 augustus - Van Bekopaka naar Kirindy Private Reserve

Ik voel me gelukkig weer beter. Wouter is nog wat 'funny in the tummy' maar ook hij lijkt reisfit. We vertrekken om half 8 richting Kirindy Reserve. Het eerste pontje over de rivier bij Bekopaka gaat vrij vlot. De file van wachtende auto's die we verwachtten, gezien de rij die er gisteren stond, is afwezig. Vervolgens stuiteren we over de weg naar Belo, waar we rond 12 uur aankomen. We lunchen weer in hetzelfde restaurant als op de heenreis.

Bij Belo moeten we weer de rivier over. Dit verloopt minder snel en soepel dan een paar dagen geleden. Het is een chaos van goederen , 4WD's, toeristen en ponten. Wie op welke pont moet en waarom ontgaat ons. Theo regelt ons vervoer en wij genieten van het kleurrijke spektakel dat zich rondom ons voltrekt.

Meubels worden met ossenkar aangevoerd, op het hoofd door het water gedragen en met een bootje de rivier over gevaren. Een bootje, vol met mensen, wordt van de kant geduwd en uit het zand, waar het op vast ligt, gesjord. Daarna worden nog zware zakken door het water naar de boot gesjouwd. Vier mannen zijn nodig om één zak op de rug/hoofd van een drager te tillen. Deze sjouwt de zak vervolgens door het water naar de boot. Geen idee wat er in zit. Iets heel zwaars en iets wat het waard is om een eind te vervoeren.

Als we net zijn aangekomen bij de ponten, worden we lastig gevallen door opdringerige kinderen. Ze willen snoep (bonbon), of koek ( biscuit), of pennen (bilo) of schriften (cahier). Deze woorden worden in willekeurige volgorde op ons afgevuurd en in toenemende heftigheid. Ik reageer met 'non je n'ai rien' en schud mijn hoofd. Maar dit is niet de reactie waar ze op hopen en beginnen mijn blote armen aan te raken met hun ijskoude vingertjes. Ze voelen opvallend fris in deze warme omstandigheden. En deze koude handen hebben ze niet alleen hier. Ik heb deze vakantie al meerdere verfrissende fysieke contacten gehad met de plaatselijke jeugd van Madagaskar.

Al met al duurt de oversteek met de pont, inclusief het wachten, ruim 1,5 uur. We hebben geen haast en zien het maar als welkom intermezzo tussen het hobbelen over de stoffige wegen.

Dan is het nog 1,5 uur rijden naar Kirindy Forest Reserve. Kirindy is een bosreservaat waar nog vrij recent op grote schaal bomen gekapt werden. Daardoor is er veel ondergroei en staan er veel kleinere bomen die aantrekkelijk zijn voor onder andere lemuren. Dit is ook een goede plek om de giant jumping rat (wil ik die echt zien?) en de fossa te zien. De boomkap is een aantal jaren geleden gestopt en nu is het een locatie waar natuuronderzoek gedaan wordt. Wij zijn er gelijk met een groep Engels sprekende biologie studenten.

Het hotel bestaat uit een verzameling hutjes en bungalows, variërend in luxe, en een open restaurant. Wij verblijven in een 'luxe' bungalow naar de maatstaven van Kirindy. Deze maatstaf is vrij sober. Maar we hebben wel een klamboe en een eigen wc/wastafel/douche.

De avondwandeling start om 6 uur. Onze gids is een opgewekt klein mannetje. Zij naam is me, zoals gewoonlijk, ontgaan helaas. We gaan kriskras door het bos en na drie afslagen ben ik al compleet mijn oriëntatie kwijt. De gids is er van overtuigd dat hij de weg niet kwijt zal raken. En hij krijgt gelukkig gelijk. We zien veel: fork marked lemur, greater dwarf lemur, madame Berthe's mouse lemur, grey mouse lemur, red tailed sportive lemur, big headed gecko.

Als wij eten doet Theo enorm zijn best voor ons om de giant jumping rat te spotten. We moeten op een holletje achter het beestje aan. We zien hem rennen, maar helaas niet springen. Als de rat even stil zit, lijkt het wel een mini kangaroe. Hij heeft de grootte van een konijn, ongeveer 1 kilo.

Moegestreden liggen we weer vroeg in bed.