Tanzania en Zanzibar

Wild-safari's in natuurparken en strand en zee op Zanzibar (2015)

Reisverslag Tanzania en Zanzibar - 2015

Wild-safari's in natuurparken en strand en zee op Zanzibar

/reisverslagen/afrika/tanzania-en-zanzibar/reisverslag/21-23-oktober-2015-serengeti-np/

(c) Wouter en Carin van de Weerd


Serengeti NP

Woensdag 21 oktober

The day of the cats

Vannacht slaap ik minder diep dan gisternacht. Gisternacht heb ik alle nachtelijke activiteit rond de tent gemist. Nu hoor ik meerdere keren één (of meer?) leeuwen rond de tent. Zo lang je in de tent blijft ben je veilig, zeggen ze. Daar vertrouw ik maar op. Anders doe ik geen oog meer dicht.

We starten rond zes uur met onze morning drive. Het begint al een beetje licht te worden. De zon is nog niet op. Het zal een wildrijk tripje te worden, maar dat weten we bij het krieken van de dag nog niet. We zien weer veel verschillende bokjes en hertjes, met name Thomson's gazelles.
Maar als ik de dag een naam of motto zou geven zou dat the day of the cats zijn. Nog voor zonsopkomst zien we de eerste cheeta van de dag vlakbij de weg. We genieten van de zonsopkomst met op de voorgrond een paar mooie silouetten van kale bomen.

We zien onze eerste (en enige) bat-eared-fox. En even later zie ik een termietenheuvel in beweging komen. Het blijken jonge black backed jackals te zijn. Ma ligt een paar meter verderop uit te rusten. De jongen hebben speelkwartier.

Bij een klein watertje komen twee jonge mannetjes leeuwen tevoorschijn. Ze zijn rond 2-3 jaar oud en beginnen al manen te krijgen. Als de mannen wakker zijn gaan ze aan de wandel. Hun beoogde ontbijt, een enorme kudde impala's, heeft ze te snel in de gaten. De kudde stuift uit elkaar. Weg ontbijt.

We zien vandaag twee keer een groep van vier cheeta's van heel dichtbij. De eerste groep wordt wakker en gaat op pad, vlakbij onze auto. Wow! Ze bewegen zich soepel en gracieus langs ons het lage gras in, zonder haast of zorgen, met de staart in een boogje.

De tweede groep ligt met bebloede koppen in de schaduw van een klein boompje. Cornel ziet ze van ver en rijdt een stuk van de weg af zodat we ze van dichtbij kunnen zien. Zij hebben hun prooi (waarschijnlijk een kleine gazelle) laten afpakken door een groep leeuwen. Balen. Ze moeten er even van bijkomen.

De groep leeuwen die schuldig is aan de prooi-roof, hebben we even daarvoor gezien. Wat eerst een groep van vijf volwassen leeuwen lijkt die door hoog geel gras lopen, blijkt een club van acht volwassen leeuwen en drie kleintjes te zijn. De jachtleider (met halsband) gaat voorop, de rest volgt op gepaste afstand. De moeder met de drie kleintjes sluit de optocht. Ze lopen vanuit het hoge gras pal langs en voor ons de weg over, door een greppel en weer het hoge gras in.
De grote leeuwen kiezen positie en waaieren uit in de breedte. Zebra's in de verte. Helaas komt de wind voor de leeuwen van de verkeerde kant (voor de zebra's van de goede), waardoor de zebra's de leeuwen al ruiken voor de achtervolging is ingezet. Geen zebra dus op het menu. In het hoge gras komen ze toevallig (?) langs de prooi die de vier cheeta's hebben moeten achterlaten. Ze moesten er vandoor toen de leeuwen er aan kwamen.

De moeder met de jongen mag als eerste wat vlees pakken. Ze gaan er snel mee vandoor. De rest van de prooi wordt verdeeld tussen de overige zeven leeuwen. Cornel waagt zich, en de auto en ons, weer even van de weg af zodat we dichterbij kunnen kijken. De leeuwen liggen verspreid in het gras aan de botten en ingewanden te kluiven. Lekker! Eén leeuw heeft de maag van de gazelle; een soort blauw paarse ballon gevuld met fijngemalen gras. Ik vraag me af of dit lekker is voor een leeuw. Ik vind het een bedenkelijke substantie. De moeder en de jongen hebben een beter stuk: karkas met vlees en bot. Mjummie! Wat geweldig om hier met je neus bovenop te staan!

Dan rijden we snel terug naar de weg. Als je geen dure permit hebt, moet je eigenlijk alleen op de wegen blijven. In het deel van het park waar we nu zijn (oosten) is het heel rustig. Hier durft Cornel duidelijk wel burgerlijk ongehoorzaam te zijn en of road te gaan. Dat geeft ons spectaculair zicht op iets wat anders in het lange gras verborgen zou zijn gebleven. Het mag natuurlijk niet, maar mij hoor je niet klagen.

Dan denk je: we hebben al zoveel gezien, dit zal het wel zijn voor vanochtend. Mis! Er volgt meer.

Verderop bij kopjes (heuvel van grijze ronde stenen) ligt een grote groep leeuwen uit te buiken. Ongeveer elf volwassenen (ze liggen nogal op en onder elkaar zodat tellen lastig is) en vijf kleintjes. De kleintjes zijn wakker en buitelen over elkaar. De twee ma's moeten het ontgelden tot hun ongenoegen. Mama 1 snauwt haar kroost af en vertrekt naar een hoger gelegen plekje. Mama 2 trotseert het gedoe en doet net alsof ze slaapt. Wat een pret met die kleintjes! Het is een documentaire van National Geographic, maar dan in het echt en op slechts vijf meter afstand van de auto.

Dan speren we terug naar Tortilis Camp. Daar wacht de lunch op ons. Die moet nog even langer wachten als Cornel twee luipaarden in een boom spot. Geen idee hoe hij dit al rijdende heeft kunnen zien. Ze zitten ver van de weg hoog in de boom. Gisteren vertelde Cornel dat cheeta's zwarte strepen rond hun ogen hebben zodat ze overdag beter kunnen zien. Zou dit met zwarte mensen ook zo werken? Kan Cornel daarom de beesten veel eerder en beter zien dan wij?

We lunchen, met Cornel, als enigen in het kamp: tomatengroentesoep met vers brood, vis/salade/potato wedges en een custardtaartje toe. De kok van het Tortilis camp verdient een compliment. We eten hier heerlijk.

Voor we aan het einde van de middag weer op pad gaan, hebben we vrij. We zoeken een plekje in de schaduw en de wind en gaan lekker even zitten niksen. Nou je, niksen: verslag schrijven, boekje lezen, foto's van vanochtend kijken. We vervelen ons niet.

Om vier uur gaan we op pad. We komen niet echt spectaculaire dingen of beesten tegen. Geen echte highlights, wel een lekker tochtje om de natuur te bekijken. We zijn even voor zeven uur weer terug bij het kamp. Het regent voor de tweede dag op rij. 's Ochtends starten we zonnig en warm en in de loop van de middag beginnen zich buien te vormen en vanaf ongeveer vijf uur regent het. We lopen in de stromende regen terug naar onze tent; de achterste L.

Het avondeten is weer uitstekend en om half tien zak ik op ons kingsize bed weg in een comateuze slaap.

Donderdag 22 oktober

Bloederige taferelen

Een enorme brul buiten de tent. Wouter en ik zitten rechtop in bed. Geen idee hoe laat het is. Het is pikkedonker. We zien niets buiten en slapen na een korte inspectie rustig verder.
Bij het ontbijt blijkt dat een groot spektakel aan ons voorbij is gegaan. Aan de andere kant van het kamp, vlakbij de tent van de gidsen/chauffeurs/personeel, heeft een groep leeuwen een buffel te pakken genomen vannacht. Een mannetjes leeuw sprong op de rug van de buffel. Twee anderen hadden het voorzien op zijn kont en achterpoten. Na een enorme noodkreet van de buffel is een andere buffel te hulp geschoten. Hij heeft de leeuwen weggejaagd. Daarna kwamen nog zes buffels zich ermee bemoeien, waarna de groep van wel twintig leeuwen, zo luidt het verhaal, is afgedropen. De buffel is aan de dood ontsnapt, maar heeft er wel een fikse wond op zijn stuit aan over gehouden. We zien hem tijdens het ontbijt langs de tenten strompelen. Zou hij een volgende aanval overleven? Cornel denkt dat de leeuwen komende nacht terug zullen komen en de buffel er alsnog aan gaat. Cornel heeft alles gezien. Toen het begon is hij met andere gidsen uit de tent in een nabij staande auto gestapt van waaruit ze alles veilig konden zien (en zouden kunnen vluchten als dat nodig mocht zijn). Een groot spektakel. En ik heb door alles heen geslapen.

We vertrekken na het ontbijt om acht uur. Op naar het noorden van de Serengeti in de hoop iets van de grote gnoe-en-zebra-trek te zien. Gnoes en zebra's migreren gedurende het jaar door verschillende delen van de Serengeti. Ze trekken de regen achterna. Regen betekent gras en dus voldoende eten. Ze trekken in augustus-september van het noorden naar het oosten. En in oktober-januari van het oosten door naar het zuid-oosten, om vervolgens in februari-maart naar het zuid-westen door te trekken. In juli begeeft de trek zich naar het noord-westen. Waarna het rondje in het volgende jaar opnieuw wordt afgelegd. Nu trekken de gnoes en zebra's (en een aantal soorten die hen achtervolgen als gieren, bokjes en gazelles) vanuit het noorden (Masai Mara) naar het zuid-oosten.

We rijden door verschillende landschappen: van de vlakke grassteppen met geen of alleen lage boompjes in Centraal Serengeti, tot heuvels met grote grijze keien, door bergachtig gebied en langs grote groene gras vlakten. Verrassend dat de Serengeti zo groen kan zijn.

Rond Lobo Wildlife Lodge (ons volgende hotel) en het gebied ten noorden daarvan zien we enorme groepen gnoes, gemengd met (wat minder) zebra's. Er schijnen in Serengeti 2,5 miljoen gnoes te leven. Als ik hier om me heen kijk, wil ik dat graag geloven Overal zie je gnoes: pal langs de weg, op de grasvlakte langs de weg, onder de bomen, op de heuvels. Overal waar je kijkt: gnoes.

Ze zijn niet echt op weg naar iets. Ze staan rustig te grazen, net als koeien in de Hollandse weides. Tussen de gnoes staan zebra's, topies, hartebeesten, olifanten, giraffes, impala's en wrattenzwijnen.

We rijden over de hoofdweg richting het noorden en in de Lobo area nemen we een afslag die ons terug leidt richting onze lodge, door de heuvels. Nu rijden we echt dwars door het gebied waar de gnoes grazen.

Een cheeta heeft een impala gevangen en zit 'm op ongeveer 20-30 meter van het pad op te peuzelen. De cheeta eet als eerste de maag op en als wij aankomen is hij net bezig de huid onder de hals open te scheuren om de longen te kunnen verorberen. Mjummie! Het is een behoorlijk bloederig tafereel. Een black backed jackal komt geregeld even kijken of hij al aan de beurt is. Maar de cheeta zit nog lekker te eten, dus hij zal nog even moeten wachten. Een cheeta is niet in staat om een prooi een boom in te slepen (net als een luipaard doet) en moet daarom alles wat hij niet op kan achterlaten. Daar profiteren anderen van als de jakhals en gieren.

Wat is geluk?

Het weer in Tanzania is natuurlijk anders dan in Nederland. Veel warmer. Grappig is het moment waarop Cornel ons vraagt wanneer in Nederland het regenseizoen is. Dat wij een heel jaar regenval hebben, kan hij maar moeilijk bevatten. Het leven in Tanzania wordt gedicteerd door het natte en droge seizoen. Het leven van boeren vanwege hun oogst. Het leven in de toeristensector omdat tijdens het regenseizoen er geen toerist op bezoek komt. Regenseizoen betekent voor Cornel 'geen werk'. Hij noemt ons lucky dat we het hele jaar werk hebben. Dat dat voor mij, als ik 's nachts wakker lig door de werkstress, niet zo voelt (lucky) heb ik maar voor me gehouden.

Ook vanmiddag valt er geregeld een regenbui. Dit begint al rond lunchtijd. We zijn druk met het dak openen en weer dicht doen. Open als het droog is zodat we een mooi uitzicht hebben. En weer dicht als we te nat worden.

We komen rond vijf uur aan bij de Lobo Wildlife Lodge. Dit is een enorme lodge. De grootste tot nu toe en ook het eerste volledig stenen gebouw.

Het biedt onderdak aan 180 gasten. Die zijn er nu bij lange na niet. Het gebouw is tussen de rotsen gebouwd en heeft een geweldig uitzicht over de vlakte met wild. Vooral vanaf het zonnedek rond het zwembad. Jammer van de regen. Wij drinken wat in de bar en genieten 's avonds van een dinerbuffet. De bar en restaurant zijn gevestigd in een enorme hal. Groot en hoog, maar toch heel sfeervol. Heel anders dan de tentenkampen hiervoor.

Vrijdag 23 oktober

Vertedering op de vroege morgen

Dit is onze laatste dag in Serengeti NP. In de hoop dat de wolken en regen van gisteren zijn weggetrokken, starten we om zes uur met een morning drive. Het is bewolkt, het waait hard en het is koud. Maar droog. Dus het dak kan omhoog en wij kunnen wild spotten. Eerst lijkt dit een hopeloze exercitie te worden. Meer dan wat bokjes (waterbuck, hartebeest, topi) en gazelles (Thompson, impala's), zebra's en een kudde gnoes komen we niet.
Maar als Cornel een leeuwin met een prooi spot, wordt het interessant. Het is een vrouwtje. De prooi is al bijna op: een zebra. Het gebit ligt, raar onthoofd, in het gras. De leeuwin likt de laatste restjes vlees en vet van de gestreepte huid en knaagt nog wat aan een bot. Er loopt wederom een jakhals rond in de hoop dat er nog iets voor hem over blijft. Na de jakhals mag de gier het proberen en daarna de hyena's. De laatste twee hebben zich nog niet gemeld op de crime scene.

Het is zeer onwaarschijnlijk dat een leeuwin in haar eentje een zebra doodt. Op zoek naar de rest van de groep leeuwen, rijden we naar kopjes verderop. Ah … … daar ligt een andere leeuwin met vijf kleintjes! Ze zijn ongeveer 3-4 maanden oud. Een zesde kleintje ligt verderop in zijn eentje op een rots een tukje te doen. Dit blijkt een mannelijk jong te zijn. Mannetjes leeuwen zonderen zich al heel vroeg in hun leven af van de vrouwtjes. Het ziet er ongezellig en eenzaam uit.

De vijf zijn wakker. Speelkwartier! Wat een pret zo'n bruin gele verzameling oortjes, pootjes, staartjes die over elkaar buitelen. Af en toe melden ze zich bij ma voor een slikje en dan spelen ze weer door. Als de andere leeuwin de zebra helemaal leeg heeft gegeten, komt ze ook bij dit jolige gezelschap. Ze wordt door de leeuwin ontvangen met een gespeelde aanval van achter een zandbultje, net als onze katten thuis in de tuin doen. Daarna begroeten de leeuwinnen elkaar liefdevol met slikjes en neusjes. Ook de jongelui komen de tweede leeuwin begroeten. Er wordt geneusd, geslikt en besprongen.

This makes my day! Dat ik het eigenlijk koud heb, merk ik pas als we van de leeuwen weg rijden om terug naar de lodge te gaan voor het ontbijt. Het is dan 7.45 uur.

Het ontbijtbuffet in de lodge is uitgebreid en lekker. We kunnen er voorlopig weer tegen.

Om half tien verlaten we de Lobo Wildlife Lodge en beginnen we met een lange hobbelige autorit. Vooral het eerste deel van de tocht van Lobo naar het centrale gedeelte van de Serengeti schudden we in de auto heen en weer. We zien al rijdend weer het nodige aan ons voorbij trekken. We stoppen een aantal keren kort: bij een nijlpaard-pool, bij een luipaard hoog in een donkere boom, bij een hyena vlakbij de weg en bij zebra's in hoog geel gras voor een dramatisch donkerblauwe lucht. Én bij een groep van vijftien leeuwen die liggen te suffen langs de weg, gadegeslagen door een kudde voorzichtige zebra's.

Onze eerste echte stop is rond één uur bij de uitgang van het nationaal park. Daar nuttigen we onze lunch uit de lunchbox. Na een uurtje rijden we weer verder. Of beter 'hobbelen we weer verder'. Cornel sjeest met een enorme snelheid over de ongeasfalteerde weg met vele wasbord-stukken en andere oneffenheden. Pas bij de uitgang van de Ngorongoro krater zullen we weer asfalt zien. Dat is nog ongeveer 2,5 uur rijden vanaf onze lunchplek. Zodra we de Serengeti uit zijn, zien we weer masai met lemen hutjes en vee langs de weg. Het landschap verandert van vlak/dor/droog naar heuvelachtig met tropisch regenwoud.

Sterke verhalen (1)

Op onze laatste dag safari met Cornel vertelt hij ons dat niet iedereen ongeschonden uit de nationale parken terug komt.

In Tarangire Safari Lodge (waar wij ook waren) heeft hij een vriend (collega gids/chauffeur) verloren. De vriend kwam vaker bij deze lodge en kende de gevaren. Lopend van zijn tent naar de centrale ruimte is hij gegrepen door een leeuw. Cornel en een andere gids hebben met een auto geprobeerd de leeuw te verjagen en de vriend de auto in getrokken. Zoiets is alleen 'leuk' als je het in een film ziet en niet als het jezelf en je beste vriend betreft. De vriend heeft het niet overleefd. Hadden we dat geweten, dan hadden we onze escorts (bij Tarangire, Manyara, Serengeti, Ngorongoro) wel serieuzer genomen. Een man met een zaklamp komt op mij niet over als een levensredder. Eerder als verborgen werkeloosheid. Hoe verkeerd kun je iets inschatten.

Net buiten Ngorongoro NP ligt Ngorongoro Farm House, waar wij de komende twee nachten zullen verblijven. Het is een soort luxe boerderij waar koffie en groenten verbouwd worden. Ook hier is het weer prachtig. Van het stof van de Serengeti zijn we in een oase van groen en bloemen beland. We worden ontvangen met een warm vochtig wit handdoekje, die nadat we ons gezicht en onze handen er mee afgeveegd hebben, iets minder wit is. We hebben onderweg weer behoorlijk wat stof gehapt, ondanks dat het grootste deel van de dag het dak dicht zat.


We krijgen een welkomstdrankje en een briefing. De tassen worden afgestoft en dan zijn we klaar om naar onze kamer te gaan. Of beter 'villa'. Het is zowaar niet de achterste van het rijtje, maar toch een eind lopen omdat alle gebouwen op ruime afstand van elkaar geplaatst zijn. Het is een twee onder één kap: groot en ruim. Bijvoorbeeld: De ruimte waar de douchekop hangt, is bijna even groot als onze hele badkamer thuis. En de ruimte waar twee wastafels zijn, is groter dan onze keuken. We hebben een grote veranda die uitkijkt op de tuin, bananenbomen en koffieplanten. Nu staan er nog bloemetjes, maar dat zal niet lang meer duren. Een familie muis doet zich te goed aan de witte en paarse bloemetjes in de perk. We gaan zo meteen naar het hoofdgebouw waar het restaurant, de bar/lounge, terrras en zwembad is. Ik ben benieuwd hoe mooi en luxe het daar is en hoe de koffie vanavond smaakt.