Zaterdag 27 april – Lang leve de koning
Route: Victoria Falls, Zimbabwe – grensovergang naar Botswana – Kasane – Chobe NP
Overnachting: Chobe Elephant Camp
Ik ben inmiddels snipverkouden en heb geslapen met een zakdoek in mijn neusgaten om te voorkomen dat het water op mijn kussen droop. Yek!
Vandaag gaan we cruisen! Wat gisteren misliep, gaat vanochtend van een leien dakje. We worden volgens afspraak om 6.50 uur opgehaald en naar een boot bij de rivier gebracht. We krijgen een private tour. De hele boot is voor ons, inclusief kapitein en serveerder/vogelspotter. Er staat een heerlijk ontbijt voor ons klaar, waar we nauwelijks tijd voor hebben tussen al het vogel-, krokodil- en nijlpaard spotten door.
Het is rustig op het water; windstil en er zijn maar een paar boten op pad. Wat een heerlijk ontspannen ochtend. We varen in een boot van hetzelfde model waar Livingstone in voer toen hij dit gebied verkende en de boot is vernoemd naar zijn bootsman: Ryakane. Wij voelen ons ook luxe ontdekkingsreizigers en wisselen veelvuldig van verrekijker, naar fototoestel, naar bestek voor het ontbijt en weer terug. Je kunt het er nog aardig druk mee hebben in deze verder verstilde omgeving.
Er zijn verrassend veel nijlpaarden. Ze liggen inmiddels, na een nacht grazen en fourageren op land, weer in het water met alleen de neus en oren boven water. Er zijn ook veel krokodillen, verrassend vaak op een meter afstand vergezeld door één of meerdere vogels. We zien veel soorten vogels: meerdere soorten ijsvogels (oa. pied kingfisher, brown capped kingfisher) en voor ons een onbekende soort: een African open beaked heron. De snavel van deze reiger sluit niet helemaal zodat overtollig water eruit kan stromen, maar de vis in de snavel blijft. We kunnen niet alles onthouden. Gelukkig krijgen we van de bootsmannen een lijst mee waarop zij hebben bijgehouden welke soorten we allemaal hebben gezien.
Terug in de lodge hebben we ruim voldoende tijd om onze tas te pakken en nog een uur te relaxen in de luie stoelen op de veranda. Om 11.30 uur rijdt onze taxi voor: wederom een privé aangelegenheid. Er gaan meerdere busjes van dezelfde organisatie richting de grens en Kasane. Maar daar mogen wij niet in (ook al had dat best gepast) want wij hebben een voucher voor een private transfer. Dit voelt wel heel “sjiek met friemels”. We laten het maar gebeuren.
We rijden met een lange kaarsrechte weg naar de grens. Waar we na de paspoortcontrole worden ‘doorgegeven’ aan het volgende mannetje en over moeten stappen in een andere auto. Hij leidt en rijdt ons langs de gezondheidscheck, die we zonder blik in ons inentingspaspoort doorstaan, en vervolgens langs een ondiepe waterbak. Daar zit ontsmettingsmiddel in tegen de verspreiding van mond en klauwzeer. Al onze schoenen moeten met de zolen erin gedoopt worden. De auto moet ook door een ontsmettingsbak rijden.
Daarna worden we naar Kasane Airport gereden waar we opnieuw van voertuig en chauffeur wisselen. We lijken wel criminelen die op de vlucht zijn! Nu komen we in een busje van Bushways / Chobe Elefant Camp. Hiermee rijden we over wederom lange kaarsrechte wegen, deels door Chobe National Park, in ruim een uur naar “Chobe Elefant Camp”. Dat ligt aan de rand van Chobe National Park.
Onderweg zien we onze eerste leeuwen! Een groep van vijf of zes leeuwen die in de berm onder de bomen liggen te slapen. Een reuze rustgevend spektakel. Leuk!
Voor we bij het kamp aankomen belt de chauffeur naar de lodge: “we’re four minutes out”. Vervolgens worden we bij aankomst opgewacht door een groepje personeel die ons met meerstemmig Afrikaans gezang welkom heet. Tikje ongemakkelijk maar wel leuk.
Na een korte briefing, een welkomstdrankje, onze hut verkennen (we hebben een buiten douche!) en een hapje en drankje, gaan we weer op pad: op safari!
Onze vaste gids/chauffeur heet Tweylo, maar we mogen heb ook mister T noemen. We rijden terug over de rechte asfaltweg naar de leeuwen die we op de heenweg hebben gezien. Nu zijn ze wakker en zijn ze on the move. Het blijken er zeven te zijn, waaronder één met een afgehakte staart en een manke. Ze blijven heel lang in de berm en in de bosjes bij de weg lopen. Met een hele stoet auto’s in hun kielzog.
Daarna gaan we een zandpad op het nationaal park in. Wat een pret toch, op safari. We zitten met z’n tweeën in een grote open safari auto waar zitplaatsen zijn voor tien passagiers. We hebben dus nogal de ruimte en we hebben aan alle kanten goed zicht. We kijken onze ogen uit en doen erg ons best om wild te spotten. Maar meestal is mister T ons toch voor. We zien een paar grote groepen olifanten, visarenden op uitzichtpunten hoog in de boom, neushoornvogels (hornbills, zazu voor de Lion King kijker), lilac breasted rollers en heel veel meer.
Maar vooral heel veel impala’s. In het kamp vroeg de gastvrouw ons wat we graag wilden zien. Toen ik daarop antwoordde dat we alles leuk vonden en dat we zelfs van een impala onder de indruk zouden zijn, moest ze heel hard lachten. “Ha ha, impressed by impalas, ha ha”. Nu snap ik waarom. Impala’s zijn werkelijk bij wijze van spreken op elke straathoek te zien. Toch zijn wij onder de indruk, vooral van de enorme aantallen. Naast grote groepen impala’s en olifanten zijn de giraffes indrukwekkend. De manier van lopen, die gekke lange nek die ze bij het verste en hoogste blaadje brengt. Het is ook leuk om de verschillende generaties, in verschillende groottes bij elkaar te zien. De mannetjes zijn herkenbaar aan de langere hoorns (stompjes op hun kop) die bovenop kaal en afgesleten zijn. Bij vrouwtjes zit er nog wat fluf op de hoorns.
We stoppen onderweg voor een sundowner, de eerste van velen die deze vakantie zullen volgen. Wouter een biertje en ik een cider. Lekker koud en met een mooi uitzicht over de open vlakte.
Terug naar het kamp rijden we langs een waterpoel waar we de leeuwen, die we eerder op de dag hebben gezien, weer terug zien. De zevende, manke, ontbreekt. De overige zes gaan op een rijtje zitten drinken. Wat een prachtig gezicht! Allemaal voorover liggend met de koppen bij het water, waar op verschillende momenten een roze tong uit komt. En het geluid. Er wordt lekker geslikt en geslurpt. Dit is echt de klapper van de dag. Ik zou er heel lang naar kunnen kijken maar dat kan niet helaas.
Het wordt al donker en we moeten voor 18.30 uur het park uit zijn. Dus chop chop richting uitgang en het kamp. Onderweg naar de poort zien we nog olifanten in mooi avondlicht en prachtige silhouetten van giraffes tegen de lucht. Onze safari is bijzonder goed begonnen.
Terug in het kamp hebben we nog net tijd om te douchen en even wat drinken te pakken. Het diner start om 19.30 uur. Dat is een grappig ritueel waarbij de staf zich voorstelt en de kok het menu bekend maakt. Applaus!
We zitten aan een lange tafel ingeklemd tussen een Zwitserse familie en twee stafleden. Best gezellig, maar even rust had ik ook wel lekker gevonden.
Na het eten gaan we vrij vlot terug naar onze tent. Dat moet in het donker onder begeleiding omdat er wilde dieren kunnen rondlopen. Onze tent ligt bijna achteraan en is ruim vijf minuten lopen. Ruth, ons kamermeisje, heeft inmiddels het bed klaargemaakt voor de nacht. De klamboe is weer rond het bed gespannen. Klaar om de muggen van ons lijf te houden als wij een lekker tukje gaan doen.
Zondag 28 april
Route: Rondje door Chobe National Park en boottocht vanuit Kasane
Overnachting: Chobe Elefant Camp
Onze dag begint om 5.00 uur met een klop op de deur door mister T. We worden om 5.30 uur voor het ontbijt verwacht. Omdat het nog donker is komt mister T ons een half uurtje later ophalen om ons naar het hoofdgebouw te begeleiden. We ontbijten met het gas erop (beetje dooreten zeg maar) want om 6 uur vertrekken we voor onze morning drive. We blijven de hele dag weg.
Onze eerste stop in het nationaal park is de waterpoel waar we gisteren de leeuwen achter lieten. We vinden ze terug, liggend in het gras, een stukje bij de poel vandaan. Er wordt heerlijk getukt. Drie zijn min of meer herkenbaar als leeuw in het gras en komen af en toe een beetje overeind. De rest ligt op een hoopje met wat poten die in de lucht steken, waarbij je je afvraagt hoe het lijf eraan vast zit.
Daarna cruisen we de rest van de ochtend door het nationaal park. Slingerend door kaal gevreten lage en middel hoge bosjes, hobbelend over zandpaden en uitkijkend over de vlakte bij de rivier. Er trekt een heel scala aan beesten voorbij. We zien een paar mooi in het licht zittende lilac breasted rollers, bijeneters, visarenden en een ruby eagle. En natuurlijk ook weer heél veél impala’s. We zien giraffes drinken bij de rivier. Bijzonder hoe ze hun poten wijd zetten om met hun kop bij het water te kunnen komen. Er staat steeds één giraffe op te letten, zodat de andere drie rustig kunnen drinken.
Een andere topattractie zijn de olifanten die met de hele familie komen badderen in de waterpoelen rond de rivier. Groot en klein drinkt eerst water, spettert dan wat rond, waarna ze naar het ondiepe deel gaan voor een modderbad. Floppes. De logge lijven ploffen op hun zij in de modder. Er zijn twee kleintjes die gezellig samen in de modder spelen. Wil de ene opstaan, ploft de ander er bovenop. Na het rollen in de modder gaan de grote olifanten staan om vervolgens met hun slurf nog wat modder over zich heen te gooien. De klodders spatten in het rond. Als ze allemaal drie maten groter en dikker zijn door de modderlaag, gaan ze een paar meter verder naar het stof-station. Er wordt enthousiast zand en stof rond geslurft. Dat blijft lekker op de natte modder plakken. Het geheel is een beetje een behandeling als bij de kapper. Wassen, knippen, föhnen. Badderen, aanmodderen en afstoffen. De twee kleintjes rennen en hobbelen tussen de volwassenen door met een heel koddig loopje. Ietwat onvast op de slungelige poten en de knieën grappig hoog optrekkend. Je hebt geen tv meer nodig zo. Wat een heerlijk schouwspel.
We cruisen door het park en rijden ruim 70km richting Kasane. Onderweg hebben we een koffiestop (9.00 uur) en een lunchstop (11.15 uur).
Rond 14.15 uur worden we in Kasane verwacht voor een boottocht. Daar staat een andere gids klaar om ons mee te nemen de rivier op. Hij heeft een stijl van communiceren en vertellen die ons niet zo ligt én zijn boot maakt een hoop herrie (zeker in vergelijking met de Ryakane van gisterochtend) én hij is wat woest remmend en optrekkend in zijn boot manoeuvres. Dat gezegd hebbende, hebben we een uitstekende middag op het water. De zon schijnt, drankjes en chips zijn aan boord. Er zijn veel vogels, krokodillen en nijlpaarden in het water om ons heen. Best intimiderend zo’n glimmende kolos met een grote bek vol vieze tanden op slechts een paar meter afstand. Ik vind het al spannend als je ‘m kunt zien, maar realiseer me dat het veel enger is als de nijlpaard onder water duikt en je geen idee hebt waar hij is.
Onze kapitein is van een andere organisatie dan de organisatie die het kamp bestiert. Daarom hadden we eigenlijk apart een fooi moeten geven. Maar we zijn onze portemonnee vergeten. Paniek, want deze bootsman moet natuurlijk ook gewoon zijn gezin onderhouden. Een tikje beschaamd biechten we dit op als we de boot uitstappen. We regelen met mister T dat hij voor ons de fooi aan de bootsman door zal geven.
Rond 17 uur zijn we terug aan wal in Kasane.
Na de boottocht rijden we weer terug naar Chobe Elefant Camp. Dit ligt op ruim een uur rijden. Dat is een relatief fris tochtje omdat we een groot deel met open jeep rijden en dat blijkt met deze snelheid best verfrissend. Onderweg zien we nog wat bokjes en olifanten langs de weg.
Terug in het kamp is er (alweer) nog net genoeg tijd om te douchen voor we aan tafel worden verwacht voor het diner. We zitten naast ongezellige Fransen die alleen met de andere Fransen aan tafel kletsen in het Frans. We genieten van de relatieve rust en het eten.
Na het eten gaan we snel naar bed. Ik hoop op een betere nacht na de voorgaande nachten, die doorspekt waren met loopneus, niezen en kriebelkeel.