Dinsdag 26 oktober
We houden een rustdag. Geen wekker en (bijna) geen programma. Het zwembad lonkt en gek genoeg de zee en het strand niet zo. Dus we vlijen ons neer op een ligbed naast het zwembad. De dag bestaat uit een beetje zwemmen (Wouter traint zijn frozen shoulder) en lezen op het bedje onder de parasol. De dag vliegt voorbij. Tussen de middag lopen we een blokje om naar een Italiaans restaurant voor een pizza. Op straat en bij de pizzeria is het bijzonder rustig.
Rond 17 uur zit onze rustdag erop. We hebben toch weer wat bedacht. We gaan naar de duinen van Maspalomas om daar de zon onder te zien gaan en de zandduinen bij mooi warm licht te kunnen fotograferen. Dat is een bijzonder leuk en verkwikkend uitje. De kuiten schrikken wakker als we door het mulle zand de zandduinen beklimmen. Onze zintuigen staan op scherp: wat is het mooi om ons heen. Het waait hard waardoor het stuifzand hard tegen onze bloten kuiten knalt (een gratis scrubbeurt), maar ook mooie structuren in het zand creëert. Er zijn prachtige lijnen en grafische patronen te zien. Het is bijzonder om te zien hoe wind en zand achter een takje een ander patroon vormen dan op de open vlakte. Je ziet het patroon daar ontstaan. De voetstappen van eventuele voorgangers verwaaien snel. Als de andere toeristen verstopt zitten achter een hoog zandduin, is het net alsof we de enigen op deze winderige en zanderige wereld zijn. Dit is leuk. We staan te genieten in een zee van zand.
Op de terugweg naar de auto komen we langs een counter met schepijs. Een prima kroon op de dag en vervanger van het avondeten.
Woensdag 27 oktober
We hebben de wekker weer gezet, want we hebben grootse plannen. We gaan een rondje om het eiland maken en willen vooral de plaatsjes in het noorden bezoeken. We komen zo langs:
- Arucas, waar we door het stadje wandelen, de enorme kerk bezoeken, het stadsparkje doorkruizen en een kopje koffie met taartje consumeren.
- Firgas, bekend van het Firgas mineraalwater. Er stromen waterloopjes door het dorp en langs een mooi betegelde trap waar elk zichzelf respecterend dorp in Gran Canaria een eigen tegeltableau en bankje heeft. Wouter komt op het idee om alle tegeltableaus op de foto te zetten, zodat ik die in mijn fotoboek kan zetten om alle dorpjes te markeren waar we deze vakantie zijn geweest. Strak plan. Maar het blijken veel meer plaatsen, en dus ook veel meer foto’s dan gedacht. Ik ben een tijdje bezig.
- Moya, ook een aardig stadje gelegen tegen een heuvel/berg met een mooi uitzicht over het omringende landschap.
Dan slingeren we verder door de bergen naar:
- Parque Natural de los Tilos / Baranco de Laurel. Dit is het laatste laurierboombos op het eiland. Het informatiecentrum is gesloten, zoals alles waar we langskomen gesloten lijkt, ook als het volgens de openingstijden bij de ingang open zou moeten zijn. De ranger geeft, als ze wegrijdt, nog wel even aan waar de wandeling start. Goede tip. We lopen een rondje door de baranco (kloof) en door het laurierbos, waarbij we langzaam stijgen en met een steile trap weer afdalen. Dit is inderdaad de beste richting om dit rondje te lopen. Het is lekker om even de benen te strekken. De natuur is niet spectaculair. Het is wel, in verhouding met de omgeving van Playa del Inglès, verrassend groen en begroeid.
- We raken een beetje verzadigd met alle Spaans Canarische dorpjes en stadjes. In Galdar zoeken we het oude centrum op en gaan lunchen. Daarna willen we iets terugrijden naar Cenobio de Valeron. Daar zijn grotten in de rotsen waar men vroeger de graanoogsten in bewaarde. Het is alleen te laat. Dit grottencomplex is gesloten.
- We rijden door naar Agate. Als we daar bij de Huerto de las Flores aankomen, blijkt ook deze gesloten. Het is een tuin met Canarische bloemen en bomen, waar ze ook plaatselijk verbouwde koffie serveren. Of het lekkere koffie is en of de bloemen mooi zijn, zullen we nooit weten.
We rijden terug naar Playa del Inglès via de westkust. Daar loopt geen of weinig grote weg, dus Wouter stuurt ons à la Max Verstappen door de vele bochten en door de mooi belichte bergen. Het is inmiddels al laat op de middag en het is de vraag of we voor het donker ‘thuis’ zullen zijn. Rond 19.30-19.45 uur wordt het donker. Dan zoeven we even over breed, glad en recht (!) asfalt met een tunnel door een berg, in plaats van erover heen. We genieten kort van de 200 miljard investering door de Europese Uni in Gran Canaria. Een belachelijke hoeveelheid geld voor zo’n beperkt stukje asfalt. Maar het brengt ons wel sneller via Mogan terug naar Playa del Inglès. Het is nog net niet donker.