Madagaskar

Eiland van de lemuren en Baobab-bomen (2013)

Reisverslag Madagaskar - 2013

Eiland van de lemuren en Baobab-bomen

/reisverslagen/afrika/madagaskar/reisverslag/06-08-augustus-2013-morondava-bekopaka-tsingy-de-bemahara-np/

(c) Wouter en Carin van de Weerd


Morondava, Bekopaka en Tsingy de Bemahara NP

Dinsdag 6 augustus - Morondava

We starten de dag nog redelijk actief. We kuieren naar het centrum van Morondava. We kopen ansichtkaarten en een T-shirt voor Wouter. Daarna gaan we naar het strand. Er is één plek waar parasols en ligbedden worden verhuurd. Dus daar gaan we heen. We verwachten hier ook de andere toeristen te zien. Het is druk op het strand, maar er is geen toerist te zien.
Ik kom er achter hoe het voelt voor de Madagassische mensen om door toeristen bekeken te worden. Wij worden schaamteloos aangestaard alsof we buitenaardse wezens zijn. Zo voelt dat dus. We lunchen in een tentje op het strand. Rond half 5 wordt het frisser. Tijd om terug naar het hotel te gaan. Wat een heerlijke slome dag!

Woensdag 7 augustus - van Morondava naar Bekopaka

Onze gids voor de komende dagen is Joachim Theofill. Kortweg: Theo. Wij en Theo zijn om half 8 klaar om te gaan. Maar Joslin (also known as Jeremy Jackson) is wat verlaat. Om 7.45 uur vertrekken we en beginnen we aan een autorit waarvan gezegd wordt dat het een helse tocht is: 10 uur lang over een bijzonder slechte weg. De af te leggen afstand is ongeveer 280 km en er zitten twee ponten op de route.

Net buiten Morondava is het landschap heel open en mooi. Rijstvelden met verdwaalde baobaps daartussen. Het is hier druk op de weg. Zebu's, geiten, lopende mensen. We passeren met regelmaat een soldaat die hardloopt met een geweer in de hand. Als wij ze inhalen moeten de soldaten minimaal twee minuten stof happen. Ons stof. Ik voel me (te) rijk en (te) decadent, zittend in een grote 4WD.

We komen langs de Allée des Baobaps. Op de terugweg zullen we hier rond zonsondergang langskomen. Dat belooft een spectaculair gezicht te worden. Ook met een hoge zonstand is de laan met aan twee kanten van de weg baobaps al bijzonder. Na de laan wordt het landschap saaier en de weg slechter. We passeren Kirindy Reserve, waar we op de terugweg een nacht zullen verblijven.

Ons stuiteren over de weg wordt afgewisseld met sporadische stukjes dat we stil kunnen blijven zitten. De pontjes zijn een welkome afwisseling. De eerste bereiken we rond half 11. De pont bestaat uit twee lange smalle boten die aan elkaar zijn vastgemaakt en belegd met grote planken. Er passen drie 4WD's op. We steken niet alleen over naar de andere wal, maar varen een stuk over de rivier. We gaan in Belo aan land. Daar lunchen we. Het restaurant ademt een Cubaanse sfeer uit. Kleurrijk, netjes en een beetje passé. De tweede pont is vlak voor Bekopaka. Dit is een korte oversteek. Rond half 5 zijn we in ons hotel. Het was in totaal (slechts) 9 uur rijden. Dat valt dus weer mee!

Na een douche voelen we ons weer een beetje mens. Als ik stil zit, voelt het nog steeds alsof ik door elkaar wordt geschud. Maar ik ben schoon en heb al het stof uit mijn neus gesnoten. Het is hier lekker warm. Maar het is de aanwezigheid van muggen die maakt dat we toch maar lange mouwen en broek aantrekken. En ondanks dat we lekker schoon zijn spuiten we ons toch maar in met anti(malaria)muggenspray.

We verblijven hier op basis van vol pension. Het restaurant heeft een vast menu en dat wordt aan tafel opgesomd door een verlegen serveerster die voorzichtig Frans spreekt. Het komt er op neer dat we pas weten wat we eten als ze het ons komt brengen.

Donderdag 8 augustus - Bekopaka, Tsingy de Bemahara NP

Deze dag gaat Carin niet mee met een wandeltocht, dus hieronder staat eerst het verslag van de dag zoals Carin dat heeft meegemaakt, en daarna in het kader het verslag zoals Wouter het heeft meegemaakt!

We zetten Wouter en Tata (de gids) af bij de start van een wandeling door de grote Tsingy. Hij ziet er stoer uit met zo'n klimtuigje om. Ik rijd met Theo en Joslin naar de parkeerplaats waar Wouter over ongeveer vijf uur aan zal komen. Onder begeleiding van Theo wandel ik een heuvel op zodat ik een beetje uitzicht over de scherpe puntige rotsen krijg. Zo krijg ik een beeld van wat ik wegens mijn hoogtevrees moet missen. Theo is niet vreselijk geïnspireerd en een klein uurtje later zijn we weer terug op de parkeerplaats waar Joslin met grote overgave zijn auto aan het wassen is. Dan begint het lange wachten. Ik zoek met mijn boekjes, water en lunchpakket een plekje in de schaduw. Tussen half 10 en kwart voor 2 pendel ik tussen vijf verschillende boomstammen, steeds op zoek naar schaduw en de ultieme zitplek. Maar na boomstronk twee realiseer ik me dat de zon draait en ik overal op enig moment in de zon zit en dat elke boomstam na een half uur toch best beroerd blijkt te zitten. Vóór mij hebben vrouwen en kinderen eten in pannen uitgestald. Hier komen de chauffeurs en gidsen van de toeristen eten als ze wachten of als ze terugkomen van de wandeling. Ik zie ze niet betalen. Alles gaat met een grote vanzelfsprekendheid. Het meeste in trek is de gekookte rijst waar bouillon over gegoten wordt. Sjummie! 's Middags komen citroenen op tafel. Theo koopt een tas vol.

Tussen het lezen door kijk ik naar de vrouwen en kinderen voor me. Ik zwaai en trek gekke bekken naar de kinderen en voer droge stukken brood aan de honden. Mijn e-book vinden ze reuze interessant. De één na de ander komt even kijken wat het is. Twee mannen kijken een tijdje over mijn schouder mee. Het beroerde is dat ik geen Malagassich spreek en zij geen woord Frans of Engels. Het lukt me dan ook niet om contact te maken en uit te leggen wat het is. Het blijft bij glimlachen en salama (hallo).

Als ik had geweten dat mijn dag er zo uit zou zien, was ik in het hotel gebleven. Een zwembad, parasol en ligbedje spreken erg tot mijn verbeelding als ik maar weer eens een andere boomstronk opzoek.

Rond 13.45 uur komen Wouter en Tata terug. Zweterig, met vermoeide benen en enthousiast over wat hij allemaal heeft gezien. Hij heeft een betere dag gehad dan ik.

Dan hobbelen we weer een uur (20km) terug naar het hotel en weet ik niet hoe snel ik bij het zwembad moet komen.

De belevenissen van Wouter

Theo heeft ons gisteren al toegelicht welke wandelingen mogelijk zijn in Tsingy, zodat wij konden nadenken over wat we wilden. En nadat we aangekomen waren in "hotel Orchidee" gaf hij ons nog een fotoboek dat hij van een Oostenrijks stel had gekregen. Op basis van de foto's konden we dan ook inschatten wat Carin, met haar vrij ernstige hoogtevrees wel of niet zou kunnen/durven doen. Toen we Theo later bij het avondeten weer zagen, had hij zijn plan al klaar: Eerst donderdag naar de grote Tsingy, waar alleen ik de trail zou kunnen lopen (hoog, touwladders, hangbruggen). Carin zou dan met Theo naar de parkeerplaats aan het einde van de wandeling gaan en daar een korte wandeling maken.

We vertrekken om 7 uur voor een uur rijden (17 km!) , hobbelen en honken-bonken naar de start van de wandeling. Daar word ik in een soort klimtuigje gehesen, nog even zonnevet smeren en dan op pad samen met de parkgids Tata. Jammer genoeg spreekt Tata niet zo heel goed Engels, dus zijn taak is vooral om de lemuren en vogels te spotten, te benoemen en om mij veilig door het parcours te loodsen. Het eerste stuk gaat door een stuk bos, waar we snel een pygmee kingfisher zien. Jammer genoeg heb ik mijn camera nog niet paraat dus het bewijs ontbreekt. Vrij snel daarna zien we twee grey bamboo lemuren. Wat een schatjes zijn dat toch, echte knuffelbeestjes. Ook de prachtige paradise flycatcher is weer vaak te zien. Dit keer een zwart-witte variant (mannetje). Een parrot zit mooi tegen de blauwe lucht te poseren.

Na het bos, wordt het tijd voor de eerste klim naar boven om een mooi uitzicht over de Tsingy te krijgen. Wat een bijzonder landschap, al die rotsen van kalksteen die door erosie scherp en puntig zijn geworden. Het kalksteen is eigenlijk wit, maar dat is niet meer te zien. De rotsen zijn grijs van alle lychen (algen) die er op zit. Er zijn kloven die tot 80 meter diep zijn uitgesleten. Bovenop staan vaak een soort hoedjes. En toch is het niet allemaal grijs en grauw. Er groeien verbazend veel boompjes en struikjes. Mooi contrasterend groen tegen het grijs van de rots. Jammer dat Carin dit niet kan zien, dus ik maak maar erg veel foto's. Ook met Tata of andere toeristen erop om de grootte te kunnen inschatten.

We gaan niet via dezelfde steile ladders terug, maar we gaan via een hangbruggetje door naar een volgende uitzichtpunt. En van daar gaan we naar beneden. We vervolgen de trail via een bosachtig canyon stuk. Daar weet Tata een slapende sportive lemur te spotten en even later een groep Deckens sifaka. Super! Ik had al gehoopt deze te zien hier, maar dat blijft toch altijd een kwestie van geluk hebben. Deze sifaka's zijn helemaal wit met alleen een zwart gezicht en zwarte oortjes. Een vrouwtje heeft een kleintje voor haar buik hangen die mooi zichtbaar op de foto wil. Na een tijdje naar ze gekeken te hebben en de nodige foto's genomen te hebben, gaan ze er vandoor. Enorme sprongen makend van boom naar boom en ze zijn in een mum van tijd uit zicht verdwenen.

Wij gaan dus ook maar op naar het volgende uitzichtpunt hoog boven in de Tsingy rotsen. We hebben weer een prachtig uitzicht op alle grillige rotsen en via een hangbrug (bekend van alle foto's die ik ervan heb gezien) steken we een grote diepe kloof over naar een volgend uitzichtpunt. Een gids die ook met een man alleen (Fransman) op pad is, ontpopt zich hier tot een fotograaf. Hij doet de Fransman voor hoe hij een panoramafoto kan maken. Alle keren dat we daarna deze gids met Fransman tegenkomen is de gids de foto's aan het maken met het toestel van de toerist. Bijzonder.

Vervolgens dalen we af naar 'de kathedraal'. Dit is een mooie kloof in de Tsingy-rotsen. Het is hier lekker koel, een goede plek om te lunchen. Dat weten ook alle andere groepen die deze trail doen vandaag. Daarna volgt weer een stuk bos, waar we een giant coua zien. En, tot mijn verrassing, ook weer een groep Decken's sifakas. Wat hebben ze toch een hoog knuffelgehalte! Daarna zien we zelfs nóg een groepje Decken's sifakas, nu met een moeder met een kleintje dat nog heel erg klein is. De staart is net een muizenstaartje. Het is inmiddels in het begin van de middag en flink warm. Siësta voor de sifakas.

Na nog een stukje bos en een open (landbouw) vlakte, komen we bij de parkeerplaats waar Carin, Theo en de chauffeur op ons wachten. Ze zijn verbaasd dat we er al zijn en dat ik nog redelijk fris oog. Na het drinken van flink wat water ben ik weer echt opgefrist, en kan ik terug kjjken op een mooie tocht. We stappen weer in de auto en honken-bonken terug naar het hotel. Daar gaan we bij het zwembad liggen, heerlijk bijkomen van de wandeling met een grote THB (=bier).